Mening = persoonlijk: je bent het ermee eens of oneens. Niet te controleren.
Signaalwoorden ik vind, naar mijn mening, mijn standpunt is....
Argument: de reden waarom je iets vindt
Signaalwoorden als: omdat, want, namelijk, immers
Feit: Controleerbaar: waar of niet waar.
Te bewijzen met cijfers / percentages