Je bent vanmorgen van de fiets gevallen onderweg naar school en ligt nu in het ziekenhuis. Je schrijft een berichtje aan een vriend(in) om te vertellen wat er aan de hand is en hoe je je voelt. Schrijf ongeveer 100 woorden. Verwerk in je berichtje:
1) Groet en vraag hoe het gaat 2) Vertel dat je in het ziekenhuis ligt
3) Vertel wat er gebeurd is: hoe kwam het dat je van je fiets viel? Heb je iets gebroken? Hoe ben je naar het ziekenhuis gegaan? 4) Vertel hoe je je nu voelt (humeur, wat doet er pijn?)
5) Vertel wat er in het ziekenhuis is gebeurd (heb je met de dokter gesproken? Zijn je ouders op bezoek geweest? etc)
6) Vraag of er nog iets interessants is gebeurd vandaag op school
7) Sluit af met een groet