What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
V4: chapitre 2 Grammaire A
Interro voca A+ chapitre 2 Grammaire A
Lundi 19 décembre:
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Interro voca A+ chapitre 2 Grammaire A
Lundi 19 décembre:
Slide 1 - Slide
tegenkomen
optreden
opdragen aan
ontdekken
wandelen
vluchten
croiser
se promener
se produire
repérer
s'enfuir
dédier à
Slide 2 - Drag question
Le 14 juillet
Slide 3 - Mind map
Traduis: Les citoyens manifestent leur joie
Slide 4 - Open question
Traduis: Cet événement a marqué le début
Slide 5 - Open question
Traduis: La foule a eu faim à cette époque
Slide 6 - Open question
Adjectif et adverbe
Grammaire A
Slide 7 - Slide
Even checken ..
Slide 8 - Slide
Lotte est une fille ....
A
sportif
B
sportife
C
sportiv
D
sportive
Slide 9 - Quiz
Lupin est ....
A
un français série
B
une française série
C
une série française
D
une série française
Slide 10 - Quiz
Mettez au féminin (singulier):
beau
Slide 11 - Open question
Mettez au féminin (singulier):
premier
Slide 12 - Open question
Quelle est la différence
entre un adjectif et
un adverbe?
Slide 13 - Mind map
L'adjectif: zegt iets over een zn
Un
bon
footballeur
Une fille
sympathique
Slide 14 - Slide
se promenerse promener
L'adverbe (het bijwoord)
.. zegt iets over een
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
ander bijwoord
een hele zin
Slide 15 - Slide
Werkwoord
:
Il joue
bien
Bijvoeglijk naamwoord
:
Il est un
très
bon joueur
Ander bijwoord
:
Il joue
vraiment
bien
Slide 16 - Slide
Vorming
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op een klinker (a, e, i, o, u), dan plak je “ment” erachter om er een bijwoord van te maken:
absoluut = absolu > absolu
ment
verschrikkelijk = terrible > terrible
ment
echt = vrai > vrai
ment
Slide 17 - Slide
Vorming
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord niet op een klinker, maar op een medeklinker:
1. Maak het bijvoeglijk naamwoord vrouwelijk:
seul > seule,
heureux > heureuse
2. Plak er dan + ment achter : seulement, heureusement
Slide 18 - Slide
Vorming
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord zelf al op –ent of –ant?
Dan verander je die uitgangen in –emment / -amment om er een bijwoord van te maken:
patient > patiemment
constant > constamment
Slide 19 - Slide
En de onregelmatige vormen?
Slide 20 - Slide
En de onregelmatige vormen?
Slide 21 - Slide
Er zijn ook bijwoorden die niet zijn afgeleid van een BN:
beaucoup / très / trop / souvent / parfois
Slide 22 - Slide
Plek
Dit ligt eraan waar het bijwoord betrekking op heeft:
1 op een BN :
voor
het BN => une très belle fille
2 op een ww :
achter
de persoonsvorm => j'aime beaucoup le film
Slide 23 - Slide
Au boulot!
Les devoirs: ex 9 /10/11
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Adjectif et Adverbe
November 2024
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe
May 2024
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe
October 2023
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe
January 2024
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe
September 2022
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H4 Herhaling bijwoord
April 2024
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe
January 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe
November 2024
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4