Les 4

WATER
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WATER

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Programma
Binnenkomst + absentie (3 min)
Leerdoelen (2 min)
Check vorige les + uitleg 'water uit de duinen' (10 min)
Uitleg 'voor- en nadelen verschillende waterbronnen' (10 min)
Proefje 'verschillende soorten gesteente' (15 min)
Uitleg 'aquifer' -> herhaling (5 min)
Aan het werk in het werkboek (10 min)
Afsluiting (5 min)

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen welke rol de duinen spelen bij de drinkwaterwinning;
2. uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip verzilting;
3. tenminste 3 waterbronnen noemen + 1 voordeel en 1 nadeel per waterbron;
4. uitleggen wat een aquifer is + een voor- en een nadeel noemen van het gebruik van water uit een aquifer.

Slide 5 - Slide

Drinkwater?
Beantwoord in je groepje de volgende vragen ->

1. Waarover gaat deze kaart?/ Wat zie je?
2. Stel je gaat in beide delen van de kaart graven totdat je water vindt. Waar ben je sneller bij het water? Groen of paars?
3. Stel je gaat in het groene deel graven tot je water vindt. Waar zal dat water naar smaken? Bedenk: er zijn 2 soorten water!
4. Stel je gaat in het paarse deel graven tot je water vindt. Waar zal dat water naar smaken? Bedenk: er zijn 2 soorten water!
5. Welk grondwater zal als drinkwater worden gebruikt? Het water uit het groene of uit het paarse deel?

Extra vragen: gebruik het internet ->
6. Hoe komt het andere deel van Nederland aan drinkwater?
7. Uit welk materiaal bestaat de grond in het groene gedeelte?
Op je wisbordje:

Bekijk nog een keer goed de kaart uit de vorige les.

a) Waar liggen de duinen? Kies uit: Noord - Zuid - Midden - Oost - West - of maak een combinatie.

b) Behoren de duinen tot hoog of laag Nederland?

c) Uit welk materiaal bestaan duinen?

d) Wat denk je: zijn de duinen wel of niet geschikt voor de winning van drinkwater? Leg je antwoord uit.

Drinkwater uit de duinen?
timer
3:00

Slide 6 - Slide

De duinen behoren tot hoog Nederland.

Slide 7 - Slide

Opbouw van de duinen
Onder de duinen (geel) ligt een grote voorraad zoetwater (blauw).

Namelijk: de duinen bestaan uit zand en zand laat water door.

Regenwater is dus geïnfiltreerd!
Maar als we dit zoetewater gebruiken wordt de voorraad kleiner en is er meer ruimte voor brakwater( groen) en zoutwater (paars).

De duinen verdrogen en verzilten door het gebruik van het zoetwater!

Slide 8 - Slide

Dus...
De duinen behoren tot hoog Nederland.

Duinen bestaan uit zand.

Regenwater infiltreert in de duinen en het duinzand maakt het regenwater (deels) schoon.

Als we dit regenwater gebruiken, neemt de zoetwatervoorraad af. De duinen verdrogen.
Als we dit regenwater gebruiken, is er meer ruimte voor zoutwater. De duinen verzilten.

Om dit te voorkomen pompen we oppervlaktewater de duinen in->
Bijvoorbeeld water uit het IJsselmeer = Amsterdamse Waterleidingduinen. 

Slide 9 - Slide

Introductie
Examenvraag

Noteer het juiste antwoord op je wisbordje.

  • Praat niet
  • Zorg dat niemand je antwoord ziet.
  • Draai je bordje pas om als de docent het vraagt.

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen welke rol de duinen spelen bij de drinkwaterwinning;
2. uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip verzilting;
3. tenminste 3 waterbronnen noemen + 1 voordeel en 1 nadeel per waterbron;
4. uitleggen wat een aquifer is + een voor- en een nadeel noemen van het gebruik van water uit een aquifer.

Slide 11 - Slide

1.
4.
2.
5.
3.
6.
Op je wisbordje: welke functies van water zie je? (1 tm 6)

Slide 12 - Slide

Drinkwater
Huishouden
Persoonlijke verzorging
Recreatie
Transport
Landbouw
Maar waar komt al dat water vandaan?

Slide 13 - Slide

6x waterbronnen 
Waar komt al het water dat wij dagelijks gebruiken vandaan?
Welke voor- en nadelen hebben deze waterbronnen?

1. Neerslag ->
Voordeel: Een overschot is op te slaan en te gebruiken als grijswater (wc doorspoelen of de autowassen)
Nadeel 1: Door klimaatverandering neemt de neerslag in sommige delen van de wereld sterk af.
Nadeel 2: Neemt de neerslagintensiteit toe, dan neemt ook de kans op overstromingen toe.

2. Oppervlakte water->
Voordeel: Dit water is makkelijk en goedkoop te winnen.
Nadeel 1: Door opwarming van de aarde, verdampt er meer water.
Nadeel 2: Het water kan makkelijk vervuild raken.

Slide 14 - Slide

Waterbronnen 
3. Stuwmeren (= vorm van oppervlaktewater) ->
Voordeel: Je kunt met dit water ook duurzame energie opwekken + reserve water.
Nadeel 1: Door opwarming van de aarde, verdampt er meer water.
Nadeel 2: Het water kan makkelijk vervuild raken.

4. Grondwater ->
Voordeel: Dit water heeft zichzelf al voor een groot deel gezuiverd.
Nadeel 1: Soms is dit water onbereikbaar voor winning omdat het te diep in de grond zit.
Nadeel 2: Soms is dit water onbruikbaar omdat het te zout is.

5. Zeewater -> 
Voordeel: Dit water is in zeer grote hoeveelheden aanwezig op aarde.
Nadeel 1: Het kost veel geld om dit water geschikt te maken als drinkwater (dus om het zoet te maken!)
Nadeel 2: Het kost veel (fossiele) energie om dit water geschikt te maken als drinkwater (dus om het zoet te maken!)
En dan is er nog 
6. de aquifer...

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen welke rol de duinen spelen bij de drinkwaterwinning;
2. uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip verzilting;
3. tenminste 3 waterbronnen noemen + 1 voordeel en 1 nadeel per waterbron;
4. uitleggen wat een aquifer is + een voor- en een nadeel noemen van het gebruik van water uit een aquifer.

Slide 16 - Slide

Onderzoekje 'Verschillende gesteenten'
Wat: 
Werkblad 'verschillende soorten gesteenten'

Hoe: in je groepje (drie- of viertal)

Hulp: docent

Tijd: 10 minuten

Klaar: Maken werkboek blz. 124 vraag 4
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Aquifer -> herhaling
Een bijzonder vorm van grondwater is de aquifer.
Een aquifer is een watervoorraad diep in de grond.

Die grond is opgebouwd uit verschillende lagen gesteente.
Sommige van deze lagen zijn massief: er zit geen enkel gaatje in en dus komt er niets doorheen.
(Andere lagen zijn juist poreus = er zitten allemaal gaatjes in.)

Bij een aquifer is er eerst een laag van massief gesteente ontstaan.
Daarop heeft zich een laag water verzameld (=geïnfiltreerd regenwater dat niet verder de grond in kon zakken).
Daarboven heeft zich weer een laag van massief gesteente gevormd waardoor het water opgesloten kwam te zitten.

Het water in de aquifer is miljoenen jaren geleden opgeslagen. Daarom noemen we het ook wel fossielwater.
We kunnen het water in de aquifer nu oppompen. Maar we kunnen het niet aanvullen. Op is dus ook echt op!

 

Slide 18 - Slide

Een hernieuwbare en niet hernieuwbare aquifer.
Extra

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je
1. uitleggen welke rol de duinen spelen bij de drinkwaterwinning;
2. uitleggen wat er bedoeld wordt met het begrip verzilting;
3. tenminste 3 waterbronnen noemen + 1 voordeel en 1 nadeel per waterbron;
4. uitleggen wat een aquifer is + een voor- en een nadeel noemen van het gebruik van water uit een aquifer.

Slide 20 - Slide

Aan het werk- groep 1


Wat: 
- Werkboek paragraaf 3.5 vraag 3 + 4 + 8
- Werkboek blz. 118 + 119 vraag 2 + 3 + 8 + 9 + 10

Hoe: duo's die zachtjes met elkaar overleggen

Hulp: duo + tekstboek paragraaf 3.5

Tijd: 10 minuten

Klaar: noteer in je schrift 5 dingen uit paragraaf 3.5 die je zou leren voor een toets.
Aan het werk- groep 2


Wat: 
- Werkboek paragraaf 3.5 vraag 3a + 4ac + 8abc
- Werkboek blz. 118 + 119 vraag 2 + 3 + 9

Hoe: groepjes die zachtjes met elkaar overleggen 

Hulp: groepsgenoten + tekstboek paragraaf 3.5  + docent

Tijd: 10 minuten

Klaar: noteer in je schrift 3 dingen uit paragraaf 3.5 die je zou leren voor een toets.
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Afronding
Wat heb je geleerd?
Hoe heb je meegedaan?
Huiswerk

Slide 22 - Slide

Introductie
Examenvraag

Noteer het juiste antwoord op je wisbordje.

  • Praat niet
  • Zorg dat niemand je antwoord ziet.
  • Draai je bordje pas om als de docent het vraagt.
  • Tip: denk aan het maken van een glas siroop!

Slide 23 - Slide

Introductie
Examenvraag

Noteer het juiste antwoord op je wisbordje.

  • Praat niet
  • Zorg dat niemand je antwoord ziet.
  • Draai je bordje pas om als de docent het vraagt.

Slide 24 - Slide

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Huiswerk
- Leren: verschil in drinkwaterwinning hoog Nederland (+duinen) en laag Nederland
- Maken: werkboek paragraaf 3.5 vraag 3 + 4 + 8
- Maken: werkboek blz. 118 + 119 vraag 2 + 3 + 8 + 9 + 10

Slide 26 - Slide