wk 45: lezen en spelling

LES 1
timer
7:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

LES 1
timer
7:00

Slide 1 - Slide

Terugblik
Lezen:
  • Belangrijkste leerstof leerjaar 1 is herhaald (door middel van poster en vragen in LessonUp). 
  • Je weet wat voor een probleem er speelt rondom leesvaardigheid in Nederland (Lubach)
Spelling:
  • x

Slide 2 - Slide

Tekstbegrip
  • Je leert in welke situaties je oriënterend of grondig lezen toepast. 
  • Je weet welke 3 soorten publiek er zijn en je kunt bepalen voor welk soort publiek een tekst is bedoeld.

Slide 3 - Slide

Het huiswerk bespreken
Je hebt de tekst over synesthesie 'Dit woord smaakt naar frambozen' gelezen en de zinnen die belangrijk zijn om de tekst te begrijpen gemarkeerd. We controleren of je de juiste zinnen hebt gemarkeerd.

Slide 4 - Slide

Opdracht in tweetallen
  1. Maak een tweetal waarin je fijn kunt werken (1 of 2 drietallen is ook prima).
  2. Stel jullie moeten een spreekbeurt houden. Welk onderwerp kies je? 
  3. Ga op zoek naar 3 geschikte teksten die je kunt gebruiken voor jouw onderwerp. 
  4. Kopieer deze 3 teksten (dus de hele tekst) naar pages en zet de bron eronder (zo kun je de tekst terugvinden).
  5. Zorg dat jullie beiden het document kunnen bewerken.

Slide 5 - Slide

Wat is denk je het verschil tussen oriënterend en grondig lezen?

Slide 6 - Open question

Je bent samen op zoek gegaan naar bruikbare teksten. Welke manier van lezen hebben jullie toen eerst toegepast?
A
oriënterend lezen
B
grondig lezen

Slide 7 - Quiz

Noem een situatie waarin je grondig lezen toepast.

Slide 8 - Open question

Opdracht in tweetallen (vervolg)
  1. Lees de 3 teksten grondig door. 
  2. Bepaal voor iedere tekst voor welk publiek deze tekst is bedoeld: (breed publiek, kleiner gespecialiseerd publiek, 1 persoon/klein groepje)

Slide 9 - Slide

Spelling
  • Je weet wat je verkeerd hebt gedaan op de tussentoets en krijgt deze mee naar huis.
  • We herhalen de regels sommige/sommigen en maken er een opdracht bij. 
  • Je oefent met de lastige onderdelen voor de 1-toets spelling en stelt gerichte vragen aan de docent.
  • Maandag 9 november 1-toets spelling blok 1 t/m 3. 

Slide 10 - Slide

Aan het werk...
  • Ga naar drive - spelling - blok 1 t/m 3 - oefentoetsen - oefentoets 5 sommige/sommigen.
  • Kijk de oefening zelf na.
  • Klaar? Lezen in leesboek of oefenen voor de 1-toets spelling (zie dia 12)
  • Luister nog een keer naar de uitleg van sommige/sommigen
  • Ga naar drive  - spelling - blok 1 t/m 3 - oefentoetsen - oefentoets 5 (maak t/m zin 10)
  • Kijk de oefening zelf na
  • Bereid de drie zinnen voor in de volgende dia.

Slide 11 - Slide

Deze dia is alleen voor de gele groep
1. Waarom kom jij dit feest voor mij (verpesten)?
2. Maaike (timen) haar werk altijd zo nauwkeurig dat ze voldoende tijd over heeft voor haar hobby's. 
3. Hebben jullie het (aandurven) die berg te beklimmen?


Tijdens de volgende les kan ik je naar voren vragen om één van deze zinnen uit te leggen aan de klas. 

Slide 12 - Slide

Oefenen voor 1-toets
Maak nog een keer de oefentoetsen in drive. 

Oefen met sites als jumelis en cambiumned.

Stel je docent gerichte vragen over lastige onderdelen. (Dus niet: 'Ik snap het niet". Maar: "Ik begrijp niet waarom het dit antwoord moet zijn.")

Begrijp je alles? Ga dan lezen in je leesboek. 

Slide 13 - Slide

Afsluiting
Huiswerk:

Spelling:
Oefenen voor de 1-toets spelling.


Slide 14 - Slide

LES 2
timer
7:00

Slide 15 - Slide

Terugblik
Lezen:
  • Je hebt geleerd in welke situatie je oriënterend lezen of beter voor grondig lezen kunt toepassen.
  • Je hebt een publiek aan een tekst kunnen koppelen.
Spelling:
  • Je hebt geoefend voor de 1-toets spelling blok 1 t/m 3.

Slide 16 - Slide

Tekstbegrip
  • Je leert de belangrijkste zinnen uit een alinea te halen (kernzinnen)

Slide 17 - Slide

Opdracht in tweetallen
Ga naar drive - lezen - teksten. Kies één van de 2 teksten. 

Lees de tekst zelf goed door.

Markeer zelf de belangrijkste zin (of zinnen) in iedere alinea (overleg nog niet met elkaar) 




Slide 18 - Slide

Opdracht in tweetallen (vervolg)
Wissel de teksten uit.
Heeft de ander de juiste zinnen gemarkeerd, of kun je tips geven?

Kijk uiteindelijk naar het antwoordmodel om jouw eigen tekst te controleren. Je mag best enkele zinnen meer hebben gemarkeerd, je mag 3 zinnen te weinig hebben gemarkeerd.

Slide 19 - Slide

Spelling
  • Oefenen voor de 1-toets spelling in groepjes. 

Slide 20 - Slide