Comparative / superlative

1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

comparative/superlative

Slide 3 - Mind map

Vergrotende trap
Bij de vergrotende trap (comparative) voeg je -er toe aan het bijvoegelijk naamwoord.
Smart --> smarter
great --> greater

Slide 4 - Slide

Wat is de vergrotende trap van rich
A
richier
B
richre
C
richer
D
richr

Slide 5 - Quiz

Wat is de vergrotende trap van fast
A
faster
B
fastre
C
fastr
D
FAST

Slide 6 - Quiz

overtreffende trap
Bij de overtreffende trap (superlative) voeg je -est toe aan het bijvoegelijk naamwoord.
Smart --> smartest
Great --> greatest
Vaak zet the 'the' voor het woord.
The greatest athlete alive.
The tallest tree in the forest.

Slide 7 - Slide

Wat is de overtreffende trap van large?
A
larger
B
largest
C
larges
D
largeest

Slide 8 - Quiz

Wat is de overtreffende trap van warm?
A
warmest
B
warmst
C
warmesds
D
warifncoamkfoenfr

Slide 9 - Quiz

Geef de vergrotende en overtreffende trappen van Smart.

Slide 10 - Open question

Geef de vergrotende en overtreffende trappen van quick.

Slide 11 - Open question

Uitzonderingen
eindigt het woord op één klinker en één medeklinker? Dan verdubbel je de medeklinker.
Hoe werkt dat?
Big --> bigger --> biggest
Hot --> hotter --> hottest



Slide 12 - Slide

Let op!
eindigt het woord op -y dan krijg je -ier of -iest.
Funny --> funnier --> funniest
Happy --> happier --> happiest

Slide 13 - Slide

Wat is de overtreffende trap van busy (druk).
A
busshy
B
busiest
C
really really really busy
D
busyest

Slide 14 - Quiz

Let op!
Als er woorden zijn met drie of meer lettergrepen zijn dat gebruik je more of most.
More beau-ti-ful, most beau-ti-ful
NIET beautifuler and beautifulest
More se-ri-ous, most se-ri-ous 

Slide 15 - Slide

Let op!
Ook de woorden boring en famous krijgen more en most.
Boring --> more boring --> most boring
Famous --> more famous --> most famous

Slide 16 - Slide

smart
colourful
fast
beautiful
er
more
er
more

Slide 17 - Drag question

Let op
Sommige woorden zijn onregelmatig en krijgen een andere vorm!
Good --> better --> best
Bad --> worse --> worst

Slide 18 - Slide

Vragen?

Slide 19 - Slide

Oefenen
Ga naar itslearning --> bronnen --> oefenen toetsweek 2 --> oefenen vergrotende trap.

Slide 20 - Slide

klaar?
Maak opdracht 26 en 27 in je workbook op p. 103-104-105

Slide 21 - Slide