Begrijpend lezen extra oefenen

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 1 - Slide

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 2 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 3 - Open question

Wat voor soort tekst is dit? Leg je antwoord uit.

Slide 4 - Open question

Waaruit blijkt dat de tekst voor leeftijdgenoten van Corien is geschreven?

Slide 5 - Open question

Hoe komt het dat Corien en haar medeleerlingen de werkweek naar Suriname konden betalen?

Slide 6 - Open question

Welke woorden in alinea 2 maken duidelijk in welke tijdsvolgorde de activiteiten in de werkweek gebeuren?

Slide 7 - Open question

Noem twee zaken uit alinea 2 en twee uit alinea 3 waarover Corien méér had kunnen vertellen.

Slide 8 - Open question

Waardoor lijdt Corien aan slapeloosheid? Noem twee oorzaken.

Slide 9 - Open question

De tekst kun je verdelen in inleiding - middenstuk - slot. Citeer de zin waarmee het slot begint.

Slide 10 - Open question

Lees (en beluister) de tekst

Slide 11 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 12 - Open question

Hoe wordt het onderwerp van de tekst in de eerste alinea ingeleid? Kies uit:
A
door de aanleiding voor het schrijven van de tekst te noemen
B
door een persoonlijke ervaring van de schrijver te noemen
C
door het probleem van de tekst te beschrijven
D
door informatie over de voorgeschiedenis te geven

Slide 13 - Quiz

Noteer de betekenis van de volgende woorden of uitdrukkingen. Pas een woorddraadstrategie toe of gebruik een woordenboek:
beproeving (al. 1)

Slide 14 - Open question

Noteer de betekenis van de volgende woorden of uitdrukkingen. Pas een woorddraadstrategie toe of gebruik een woordenboek:
chronische (al.2)

Slide 15 - Open question

Noteer de betekenis van de volgende woorden of uitdrukkingen. Pas een woorddraadstrategie toe of gebruik een woordenboek:
betrokkenheid (al. 4)

Slide 16 - Open question

Noteer de betekenis van de volgende woorden of uitdrukkingen. Pas een woorddraadstrategie toe of gebruik een woordenboek:
prille (al. 4)

Slide 17 - Open question

Noteer de betekenis van de volgende woorden of uitdrukkingen. Pas een woorddraadstrategie toe of gebruik een woordenboek:
gaat iedereen aan (al. 4)

Slide 18 - Open question

Noteer de betekenis van de volgende woorden of uitdrukkingen. Pas een woorddraadstrategie toe of gebruik een woordenboek:
afzien (al. 5)

Slide 19 - Open question

Noteer de betekenis van de volgende woorden of uitdrukkingen. Pas een woorddraadstrategie toe of gebruik een woordenboek:
stimuleren (al. 8)

Slide 20 - Open question

Noteer de betekenis van de volgende woorden of uitdrukkingen. Pas een woorddraadstrategie toe of gebruik een woordenboek:
ontwikkeld (al. 8)

Slide 21 - Open question

Noteer de betekenis van de volgende woorden of uitdrukkingen. Pas een woorddraadstrategie toe of gebruik een woordenboek:
aansprekende (al. 8)

Slide 22 - Open question

Waarom heeft de schrijver tabellen in de tekst opgenomen?

Slide 23 - Open question

In welke alinea's geeft Callenbach antwoord op de vraag in alinea 1?

Slide 24 - Open question

Welke twee redenen voor deelname noemt Callenbach in zijn antwoord?

Slide 25 - Open question

In alinea 2 is er sprake van een oorzaak-gevolgverband. Aan welk signaalwoord zie je dat?

Slide 26 - Open question

Noteer de oorzaak die in alinea 2 staat.

Slide 27 - Open question

Aan welke woorden herken je de tijdsvolgorde in alinea 2 en 3?

Slide 28 - Open question

Zowel in alinea 6 als in alinea 7 is er sprake van een voorwaarde. Aan welke signaalwoorden zie je dat?

Slide 29 - Open question

Noteer de voorwaarde die in alinea 6 staat.

Slide 30 - Open question

Wat is de belangrijkste boodschap die KWF Kankerbestrijding in haar voorlichting geeft?

Slide 31 - Open question

Wat is het belangrijkste schrijfdoel van de auteur?
Leg je antwoord uit.

Slide 32 - Open question

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 33 - Open question

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 34 - Open question