Oefentoets M&M H8

Oefentoets M&M H8
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefentoets M&M H8

Slide 1 - Slide

Wie behoorde er bij de tweede stand?
A
monnik
B
boer
C
edelman
D
armen

Slide 2 - Quiz

Welke twee stellingen zijn juist?
A
Omdat Frankrijk een democratie werd, brak de Franse Revolutie uit.
B
Omdat geleerden nieuwe ideeën verspreidden, brak de Franse Revolutie uit.
C
De koning kreeg door de Franse Revolutie meer macht.
D
De Franse Revolutie was een opstand van de derde stand.

Slide 3 - Quiz

Wat was geen gevolg van de Franse Revolutie?
A
Er kwam een grondwet.
B
Er kwam vrijheid van meningsuiting.
C
Er was geen regering meer.
D
De standenmaatschappij werd afgeschaft.

Slide 4 - Quiz

In veel landen worden mensen gevangengenomen omdat ze protesteren tegen de regering.
Welk mensenrecht wordt hierbij geschonden door de regering?

A
De overheid regeert in het belang van burgers.
B
Gelijkheid tussen mensen.
C
Vrijheid van meningsuiting.
D
Het recht om te leven.

Slide 5 - Quiz

Welke maatregel werd niet door Napoleon ingevoerd?
A
het burgerlijk wetboek
B
de plicht om een identiteitsbewijs (ID) bij je te dragen
C
gelijke maten en gewichten
D
de burgerlijke stand

Slide 6 - Quiz

Koning Lodewijk XIV was de machtigste koning. Hij hoefde geen verantwoording af te leggen aan anderen en besliste alles zelf. Welk begrip hoort hierbij?

Slide 7 - Open question

a Wat is de naam van deze uitvinding die na de Franse Revolutie werd gebruikt?
b Het gebruik van dit apparaat schendt mensenrechten. Wat wordt hiermee bedoeld?
c Noem een mensenrecht dat met dit apparaat geschonden wordt.

Slide 8 - Open question

Waar gingen de Amerikaanse indianen wonen nadat ze werden verdreven?
A
In gebieden waar grondstoffen werden gewonnen.
B
In gebieden waar weinig vruchtbare grond was.
C
In gebieden waar veel aan akkerbouw gedaan kon worden.
D
In gebieden in de buurt van de kolonisten.

Slide 9 - Quiz

Waarom worden de VS een immigratieland genoemd?
A
Omdat er veel meer mensen zijn met voorouders buiten de VS dan oorspronkelijke bewoners.
B
Omdat er geen mensen uit de VS emigreren.
C
Omdat alle mensen goed integreren in Amerika.
D
Omdat de Amerikaanse bevolking alleen groeit door immigratie en niet door geboortes.

Slide 10 - Quiz

Welke twee stellingen zijn
juist?
A
In 1970 kwam het grootste deel van de immigranten naar de VS uit Europa.
B
In 2010 kwam het grootste deel van de immigranten naar de VS uit Azië.
C
Het aandeel immigranten naar de VS uit Mexico nam tussen 1970 en 2010 af.
D
Het aandeel immigranten naar de VS uit Afrika nam tussen 1970 en 2010 toe.

Slide 11 - Quiz

In de legenda staat ‘gebied gekoloniseerd’. Wat betekent
dat?

Slide 12 - Open question

In welke verklaring staan deze zinnen?
Alle mensen hebben recht op leven, vrijheid en geluk. Wanneer een regering deze rechten niet beschermt, heeft het volk het recht de regering af te zetten.

Slide 13 - Open question

Wat is het verschil tussen een immigrant en een emigrant?

Slide 14 - Open question

In de laatste 50 jaar is de immigratie naar de Verenigde Staten veranderd: nieuwkomers geven hun eigen gewoonten minder snel op. Noem twee oorzaken hiervan.

Slide 15 - Open question