Begrippen verhaalanalyse herhalen

Welkom bij 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom bij 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je leest het verhaal Beatrijs uit. 
  • Je herhaalt de begrippen bij verhaalanalyse.
  • Je maakt een begin met de reader 'literaire recensie' 

Slide 2 - Slide

Beatrijs

Slide 3 - Slide

Verhaalanalyse
  • Begrijpen van belangrijke elementen in verhalen.
  • Helpt bij het analyseren van structuur en thematiek bij een verhaal / boek. 
  • Nodig voor het analyseren van Beatrijs en de Belofte van Pisa (pww3)

Slide 4 - Slide

Welke begrippen die bij verhaalanalyse horen, weet je nog?

Slide 5 - Mind map

Quiz (middeleeuwse) literaire begrippen

Slide 6 - Slide

Wat is een open plek?
A
Je snapt het verhaal niet
B
Een tijdsprong
C
Een onbeantwoorde vraag
D
Een antwoord op een vraag

Slide 7 - Quiz

Hoe kunnen open plekken ontstaan?
A
wisselen van verteller, extra informatie geven
B
geheimzinnig gedrag van personages
C
extra info geven, geheim komt uit
D
Wisseling verteller, info achterhouden, zonder reden vreemd gedrag.

Slide 8 - Quiz

Welk perspectief?
A
Ik-perspectief
B
Hij/zij perspectief of personaal perspectief
C
Alwetende verteller

Slide 9 - Quiz

Als een verteller alle gedachten en gevoelens van de personages kent en meer weet dan zij, dan is er sprake van een
A
Ik-perspectief
B
Hij/zij-perspectief
C
Wisselend perspectief
D
Auctoriaal perspectief/ alwetende verteller

Slide 10 - Quiz

Bij een type worden bepaalde kenmerken van een personage of groep personages overdreven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Welke personages maken een karakterontwikkeling door?
A
Bijpersonen.
B
Alle personages in het verhaal.
C
Hoofdpersonen.
D
Personages maken geen ontwikkeling door in verhalen.

Slide 12 - Quiz

Wat is de vertelde tijd?
A
De tijd die verstrijkt in het verhaal
B
De gebeurtenissen die eerder hebben plaatsgevonden
C
De (historische) periode waarin het verhaal speelt
D
De tijd die je nodig hebt om het verhaal te lezen.

Slide 13 - Quiz

In een flashback...
A
...neemt de schrijver de lezer mee naar een gebeurtenis in het verleden.
B
...wordt er in een of twee zinnetjes teruggekeken naar het verleden.
C
...wordt er door de schrijver vooruit gekeken naar de toekomst.
D
...blijft de chronologie van het verhaal gelijk

Slide 14 - Quiz

Wat is een motief?
A
een terugkerend element in een verhaal
B
de hoofdgedachte van het verhaal
C
datgene wat voorin het boek geschreven staat
D
de reden waarom de hoofdpersoon iets doet

Slide 15 - Quiz

Wat is het verschil tussen concrete motieven en abstracte motieven?
A
Abstracte motieven komen vaker voor in een verhaal dan concrete.
B
Abstracte motieven kun je aanwijzen in een verhaal en concrete niet.
C
Concrete motieven moet je zelf afleiden uit het verhaal en abstracte niet.
D
Concrete motieven kun je aanwijzen in .een verhaal en abstracte niet

Slide 16 - Quiz

De hoofdgedachte van een boek is
A
één woord waar het boek over gaat
B
is één zin die aangeeft waar het boek over gaat
C
het thema van het boek
D
terugkerende elementen in het verhaal

Slide 17 - Quiz

Een motief ondersteunt:
A
het genre van het boek
B
de hoofdgedachte van het boek
C
de daad van een personage
D
een mooie kaft van het boek

Slide 18 - Quiz

Welke soorten genres onderscheiden we in de middeleeuwse literatuur?
A
Voorhoofse en hoofse ridderromans
B
Ridderroman, dierenepos, Marialegende
C
Ridderroman, Arthurroman en Marialegende
D
Ridderroman, Arthurroman en Marialegende

Slide 19 - Quiz

Waar of niet waar?
Van den vos Reynarde is een dierenepos waarin kritiek op de maatschappij is verwerkt in het verhaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Beatrijs is een Marialegende en dat past niet goed bij de samenleving in de middeleeuwen.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Literaire recensie
  • Reader&huiswerk(controle) = onontbeerlijk voor toets
  • Analyseren en schrijven = vaardigheid, niet kennen
  • Reader 'Literaire recensie' is je benodigde materiaal in alle lessen.

Slide 22 - Slide

Huiswerk(controle)
 -> Maak de opdracht bij les 1 'Recensie analyseren'

-> Leg je huiswerk voor vandaag op je tafel 
(reader Middeleeuwen)

Slide 23 - Slide