L16 Schematiseren en samenvatten

pag.169
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

pag.169

Slide 1 - Slide

Wat zijn de 5 vuistregels voor het nemen van notities?

Slide 2 - Mind map

5 vuistregels voor het nemen van notities:

  1. pen en papier
  2. schrijf in kernwoorden
  3. focus enkel op de hoofdpunten
  4. witregels (aanvullingen)
  5. gebruik symbolen en afkortingen

Slide 3 - Slide

Notities nemen:
--> informatie kort noteren

Schematiseren en samenvatten:
--> de essentie van een 'bron' schematiseren

Slide 4 - Slide

Deel 1: Schematiseren

Slide 5 - Slide

Voor het lezen
Bekijk de bron op pag. 170-171 globaal.
Beantwoord vragen 1a t.e.m. g (duo).
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Is de bron van deze tekst betrouwbaar?
Waarom wel/niet?
ja
nee

Slide 7 - Poll

Wat zijn iconen?

Slide 8 - Open question

Welke iconen vind je in het dagdagelijkse leven terug?

Slide 9 - Mind map

Ter info:
Pictogram: universele afbeelding (bv.: uitgang) -> regels
Symbool: figuurlijk ($)
Icoon: lijkt op hetgeen dat hij uitbeeldt (bv.: emoji)

Slide 10 - Slide

a) Welk onderwerp staat centraal?
b) Wat is de hoofdgedachte?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Welke 2 deelaspecten komen aan bod in de tekst?
de meest voorkomende iconen in Nederland
waarom iconen niet begrepen worden
het belang van het gebruik van iconen
adviezen voor gemeentes en ontwerpers

Slide 13 - Poll

Welke 2 deelaspecten komen aan bod in de tekst?
A
de meest voorkomende iconen in Nederland
B
waarom iconen niet begrepen worden
C
het belang van het gebruik van iconen
D
adviezen voor gemeenten en ontwerpers

Slide 14 - Quiz

Hoe weet je dat die deelaspecten aan bod komen?
A
door de tekst te lezen
B
door de tussentitels te lezen
C
door mijn voorkennis
D
dat komt altijd aan bod

Slide 15 - Quiz

Oef. 3 (duo)
Verbind de moeilijke woorden met de juiste omschrijving.
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Tijdens het lezen
1. Bekijk het schema op pag.173
2. Lees nadien de tekst (pag.170-171).
3. Markeer de belangrijkste informatie.
4. Noteer kernwoorden (zie schema) in de kantlijn.
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Deze tekst bevat 2 tekststructuren. Welke?
A
probleemstructuur
B
maatregelstructuur
C
evaluatiestructuur
D
onderzoeksstructuur

Slide 20 - Quiz

Na het lezen
Vul nu je schema aan (pag. 173)
---> check nadien met je buur.

KLAAR? -> vraag 9 en 10 (pag. 174)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Formuleer 3 eigenschappen van een goed schema.

Slide 24 - Open question

Geef 2 concrete situaties waarbij het zinvol is een schema te maken van een tekst.

Slide 25 - Open question

Deel 2: Samenvatting
---> kortere versie van de tekst
--> enkel hoofdzaken
pag. 174

Slide 26 - Slide

Oef. 1 a en b (pag. 174-176)
Beoordeel de 3 samenvattingen.
Let op:
- informatie (hoofdzaken / bijzaken --> essentie)
- spelling
- structuur
- objectief / subjectief
- ...

timer
10:00

Slide 27 - Slide

Welke samenvatting heeft jouw voorkeur?
samenvatting 1
samenvatting 2
samenvatting 3

Slide 28 - Poll

3 samenvattingen

- ...

timer
5:00

Slide 29 - Slide

Oef. 2

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Oef. 4 
Schrijf een samenvatting over het onderdeel 'Adviezen voor gemeenten en ontwerpers'. 

Maak gebruik van  je schema.
pag. 177

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Toets: Schematiseren en samenvatten

nodig: laptop, balpen, markeerstift, bundel leerkracht


Slide 34 - Slide

Heb je al eens gehoord van 'nasynchronisatie'?
ja
nee

Slide 35 - Poll

Een ander woord is 'dubbing'. Geef een definitie in je eigen woorden.

Slide 36 - Open question

Bekijk jij films en series in de originele taal met onderschriften of verkies je de gedubde versie?
origineel
gedubd

Slide 37 - Poll

Kijkt iemand in je omgeving wel eens naar gedubde versies?

Slide 38 - Open question

Lees het artikel van Jeroen Struys een eerste keer door

a Let op de titel, ondertitel, tussentitels.
b Bekijk ook de illustraties: sommige kunnen de inhoud duidelijker maken.
c Gebruik een markeerstift tijdens het lezen om de belangrijkste zaken uit te lichten.
d Maak een onderscheid tussen ideeën en voorbeelden.

Slide 39 - Slide

Maak een schema
1 De lay-out van je schema is overzichtelijk.
2 Je gebruikt hiervoor nummering, tussentitels en witruimte.
3 Je gebruikt afkortingen om tijd te winnen.
4 Je gebruikt hoofdletters voor echt belangrijke zaken.

timer
20:00

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide