This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Hst 3.3 "Schakelingen"
Slide 1 - Slide
Wat voor soort stroomkring zie je hier?
A
Open stroomkring
B
Gesloten stroomkring
Slide 2 - Quiz
Wat kun je zeggen van een stroomkring waarvan het lampje brandt?
A
De stroomkring is gesloten
B
De stroomkring is rond
C
De stroomkring is open
D
Er is geen stroomkring
Slide 3 - Quiz
Metalen zijn..
A
goede geleiders
B
goede isolatoren
Slide 4 - Quiz
Welke combinatie van grootheid (wat je meet) en eenheid (waar in je het meet) horen bij elkaar?
A
spanning en ampère
B
stroomsterkte en volt
C
spanning en volt
D
volt en ampère
Slide 5 - Quiz
Wat is géén spanningsbron?
A
Stopcontact
B
Batterij
C
Accu
D
Lampje
Slide 6 - Quiz
welk onderdeel levert elektriciteit?
A
stroomdraden
B
spanningsbron
C
lamp
D
schakelaar
Slide 7 - Quiz
Elektrische stroom vervoert elektrische energie. Hoeveel energie er wordt vervoerd, hangt af van de spanning en de stroomsterkte. Hier staan vier uitspraken daarover. Welke uitspraak is waar?
A
Als je de stroom inschakelt, komt het vervoer van energie op gang.
B
Als je de stroomkring opent met een schakelaar, is de spanning ook verdwenen.
C
Een hoge spanning vervoert evenveel energie als een lage spanning.
D
Hoe meer stroom er loopt, hoe minder energie er wordt vervoerd.
Slide 8 - Quiz
Ampère staat voor
A
spanning
B
druk
C
stroomsterkte
Slide 9 - Quiz
Eenheid van spanning
A
Ampere
B
Watt
C
Volt
Slide 10 - Quiz
6 batterijen van 1,5 V worden op de juiste manier in serie geschakeld. dit levert een spanning op van:
A
0 V
B
1,5 V
C
4,5 V
D
9 V
Slide 11 - Quiz
A
Stroomsterkte
B
Spanningsmeter
Slide 12 - Quiz
Elektrische spanning druk je uit in
A
Ampère
B
Ohm
C
Volt
D
Watt
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Video
Als je schakelingen gaat tekenen, moet je de symbolen weten.
Slide 15 - Slide
Schakelingen
Als je deze symbolen gebruikt kun je een schakelschema tekenen.
Hierin geef je schematisch aan hoe een schakeling er uit ziet.
Slide 16 - Slide
Schakeling
Schakelschema
Slide 17 - Slide
Alleen een gesloten stroomkring kan werken. Als een schakelaar open staat, is de stroomkring onderbroken.
Slide 18 - Slide
Serie schakeling
De lampjes staan allebei in dezelfde stroomkring.
Als lampje 1 stuk gaat, is de stroomkring niet meer gesloten. Hierdoor zal lampje 2 ook uit gaan.
Slide 19 - Slide
Parallel schakeling
Elk lampje heeft zijn eigen stroomkring.
Als er 1 lampje stuk gaat, kan de andere gewoon blijven branden.
Slide 20 - Slide
Welke schakeling zie je hier?
A
Parallel
B
Serie
Slide 21 - Quiz
Een serieschakeling is een .....
A
schakeling met vertakkingen
B
schakeling zonder vertakkingen
Slide 22 - Quiz
Een parallelschakeling is een ....
A
schakeling met vertakkingen
B
schakeling zonder vertakkingen
Slide 23 - Quiz
Wat voor schakeling zie je hier?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling
Slide 24 - Quiz
Wat voor schakeling zie je hier?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling
Slide 25 - Quiz
Opdracht
Bekijk het volgende filmpje voor jezelf.
Maak daarna de twee tekeningen.
timer
15:00
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
1. Teken de bovenstaande schakeling. Je ziet een voedingskastje, een schakelaar en 2 lampjes in serie.
Slide 28 - Slide
2. Teken de bovenstaande schakeling. Je ziet een voedingskastje, een schakelaar en 2 lampjes in parallel.
Slide 29 - Slide
Klaar?
Laat je docent controleren, laat jou tekeningen zien.