4.3 Schakelingen

4.1 Een stroomkring maken
Een gesloten stroomkring
H4 Elektriciteit
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ExactMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.1 Een stroomkring maken
Een gesloten stroomkring
H4 Elektriciteit

Slide 1 - Slide

4.1 Een stroomkring maken
Een gesloten stroomkring
4.3 Schakelingen
Deze les
  • terugblik 4.2 Spanningsbronnen
  • 4.3 Schakelingen
  • P010: De serieschakeling blz 15 t/m 18
  • maken 4.3 opdr 1 t/m 6

Slide 2 - Slide

4.1 Een stroomkring maken
Een gesloten stroomkring
4.2 Spanningsbronnen
START TERUGBLIK
4.2 Spanningsbronnen

Slide 3 - Slide


De eenheid van spanning is ...
A
ampère
B
volt
C
kilogram
D
meter

Slide 4 - Quiz


Spanning meet je met een ...
A
thermometer
B
ampèremeter
C
centimeter
D
voltmeter

Slide 5 - Quiz


Met welke grootheid geef je de spanning aan?
A
I
B
A
C
U
D
V

Slide 6 - Quiz

Geen spanningsbron
Spanningsbron
Welke onderdelen kunnen gebruikt worden als spanningsbron?

Slide 7 - Drag question


2 citroenen leveren samen een spanning van 1,5 V.
Hoeveel spanning kunnen 4 citroenen opwekken?
A
1,5 V
B
3 V
C
0,75 V
D
6 V

Slide 8 - Quiz


De stoffen in een batterij zijn goed voor het milieu.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz


Levert een batterij gelijk- of wisselspanning?
A
Gelijkspanning
B
Wisselspanning

Slide 10 - Quiz


Als ik 5 batterijen van 1,5 V in serie heb aangesloten, wat is dan mijn totale spanning?

Slide 11 - Open question



Hoe groot is de spanning?
A
0V
B
6V
C
18V
D
36V

Slide 12 - Quiz


Een batterij en een dynamo zijn spannningsbronnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz


Een zaklamp werkt op drie penlite-batterijen die in serie staan. Hoe groot is de spanning waarop het lampje in de zaklamp werkt?
A
1,5 volt
B
3 volt
C
4,5 volt
D
6 volt

Slide 14 - Quiz


Wat is de functie van een batterij?
A
vervoeren energie
B
leveren elektrische energie
C
zetten elektrische energie om
D
meten de spanning

Slide 15 - Quiz


Welke van deze spanningsbronnen geeft 230 V?
A
Stopcontact
B
Batterij
C
Accu
D
Generator

Slide 16 - Quiz


Wat zijn voorbeelden van spanningsbronnen?
A
Een waterkoker
B
Zonnecellen
C
Een batterij
D
Een wasmachine

Slide 17 - Quiz


Welke van de volgende spanningsbronnen levert wisselspanning?
A
dynamo
B
accu
C
zonnecel
D
batterij

Slide 18 - Quiz

4.1 Een stroomkring maken
Een gesloten stroomkring
4.2 Spanningsbronnen
EINDE TERUGBLIK
4.2 Spanningsbronnen

Slide 19 - Slide

4.1 Een stroomkring maken
Een gesloten stroomkring
4.3 Schakelingen
START 
4.3 Schakelingen

Slide 20 - Slide

4.1 Een stroomkring maken
Een gesloten stroomkring
4.3 Schakelingen
Leerdoelen
Ik kan de symbolen benoemen die je gebruikt om een schakelschema te maken.

Ik kan het verschil uitleggen tussen een serie- en parallelschakeling en je kunt het schakelschema tekenen van eenvoudige serie- en parallelschakelingen.

Slide 21 - Slide

4.1 Een stroomkring maken
Een gesloten stroomkring
4.3 Schakelingen
Schakelingen tekenen
Er zijn speciale symbolen bedacht om overzichtelijke tekeningen van schakelingen te kunnen maken. 
  • Zo’n tekening noem je een schakelschema.

Slide 22 - Slide

Sleep het juiste symbool naar het component.
Batterij
Lampje
LED
Spannings-
meter
Stroom-
meter

Slide 23 - Drag question


Welke van deze symbolen is het symbool voor een batterij?
A
Symbool 1
B
Symbool 2
C
Symbool 3
D
Symbool 4

Slide 24 - Quiz

4.1 Een stroomkring maken
Een gesloten stroomkring
4.3 Schakelingen
De serieschakeling
In de afbeelding zie je een schakelschema van een serieschakeling.

Kenmerken van een serieschakeling.
  • geen vertakkingen, er is maar 1 stroomkring
  • de stroomsterkte is overal even groot
  • als 1 lampje kapot gaat, dan gaan alle lampjes uit
  • je tekent ALTIJD een open schakelaar

Slide 25 - Slide

4.1 Een stroomkring maken
Een gesloten stroomkring
4.3 Schakelingen
De parallelschakeling
In de afbeelding zie je een schakelschema van een parallelschakeling.

Kenmerken van een parallelschakeling.
  • wel vertakkingen, er zijn meerdere stroomkringen
  • de stroomsterkte is niet altijd even groot
  • als 1 lampje kapot gaat, dan blijft de rest branden
  • je tekent ALTIJD een open schakelaar

Slide 26 - Slide

Sleep het juiste woord naar de juiste schakeling.
Parallel-
schakeling
Serie-
schakeling
Serie-
schakeling

Slide 27 - Drag question

Welke schakeling hoort bij welk schakelschema?
Serie
Parallel

Slide 28 - Drag question

4.1 Een stroomkring maken
Een gesloten stroomkring
4.3 Schakelingen
AAN DE SLAG en HUISWERK
  • Extra opgaven: Aflezen van een stroommeter en     een  spanningsmeter
  • P010: De serieschakeling blz 15 t/m 18
  • maken 4.3 opdr 1 t/m 6
  • leren 4.1 Een gesloten stroomkring 
  • leren 4.2 Spanningsbronnen

Slide 29 - Slide