tracheostoma en tracheacanule

Tracheostoma en tracheacanule
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Tracheostoma en tracheacanule

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weten jullie van tracheotomie /tracheostoma/tracheacanule

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wanneer je uitzuigt, op welke hoogte zuig je dan uit?
A
bovenste luchtwegen
B
onderste luchtwegen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt een tracheastoma aangelegd
A
bovenste luchtwegen
B
onderste luchtwegen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Tracheostoma (eindstandig)
BLIJVEND
Tracheotomie (niet - eindstandig) 

Slide 6 - Slide

Tracheotomie
Openen van de trachea via de hals
reversibel
Dreigende verstikking doordat de larynx dicht zit
Langdurige beademing
Farynx en larynx zijn nog intact
 
Tracheostoma (eindstandige tracheotomie)
Blijvende verbinding in de hals doordat de trachea in de huid van de hals wordt gehecht
irreversibel
Na een laryngectomie, bijv. bij strottenhoofdkanker
Geen stembanden meer doordat de larynx is verwijderd epiglottis en stembanden onderdeel van larynx, door uitgeademde lucht worden de stembanden in trilling gebracht)

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Wat is het doel van een tracheostoma-/canule?
A
Dat de zorgvrager onbelemmerd kan blijven ademhalen
B
Dat de zorgvrager beademd kan worden
C
Dat de zorgvrager gemakkelijk geïnduceerd kan worden
D
Dat de zorgvrager zich niet verslikt tijdens het drinken

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke indicaties zijn er voor een tracheostoma?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

  • beademing via een tube, wanneer na drie /vier weken nog geen zicht is op detonatie 

Slide 10 - Slide

afwijkingen in het lumen van de luchtpijp: gezwellen of een blokkade van de luchtwegen door een vreemd lichaam in de keel; 
dreigende afsluiting van de luchtpijp door druk van buitenaf: bloedingen en oedeemvorming; 
dreigende afsluiting van de luchtpijp door interne oedeemvorming: allergie, ontsteking, bestraling of verbranding; 
verlamming van de slik- en ademhalingsspieren door een neurologische ziekte van het verlengde merg of ruggenmerg, bijvoorbeeld een hoge dwarslaesie; 
voor het wegzuigen van diep slijm: comateuze zorgvragers of zorgvragers die zeer veel sputum produceren, maar niet meer in staat zijn dit op te hoesten; 
beademing via een tube, wanneer na drie tot vier weken beademen via de neus of de mond nog geen zicht is op detubatie (weghalen van de tube).

Slide 11 - Video

This item has no instructions

met en zonder uff

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

 Met: Is nodig voor beademing en bij slikproblemen. 
Zonder: alleen problemen zijn bij het ophoesten van slijm

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoe controleer je of er voldoende lucht in de cuff aanwezig is?
A
Met een cuff-druk-meter
B
Met de controle ballon
C
door de zorgvrager te laten slikken
D
door de arts de cuff te laten controleren

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Als de zorgvrager gaat eten of drinken, moet je eerst controleren of er voldoende lucht in de cuff aanwezig is. Waarom is dit?
A
Omdat de cuff de slokdarm afsluit om verslikking te voorkomen
B
Omdat de cuff de luchtwegen afsluit om een aspiratiepneumonie te voorkomen
C
Omdat de zorgvrager niet kan slikken als er onvoldoende lucht in de cuff aanwezig is
D
Omdat de zorgvrager niet kan eten als er onvoldoende lucht in de cuff aanwezig is

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Kunstneus/spraakklepje

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Verzorging
Algemeene voorbereiding
Verwijderen/schoonmaken
Terugplaatsen
Inspecteren van de huid
Nazorg

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Bij een tracheotomie wordt de luchtpijp geopend?
A
Juist
B
niet juist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een tracheostoma ontstaat na het interen van een zorgvrager?
A
juist
B
niet juist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Met een tracheostoma heeft een zorgvrager geen stembanden meer?
A
juist
B
niet juist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Via een tracheacanule kan de zorgvrager beademd worden?
A
juist
B
niet juist

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Bij een (dreigende) afsluiting van de luchtpijp voert de arts altijd een tracheotomie uit?
A
Juist
B
niet juist

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Link

This item has no instructions

Kan je met een tracheacanule zwemmen

Slide 27 - Poll

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Volgende keer
21 januari: 
28 januari: 
4 februari start om 13uur ipv 12:30 Op locatie

Slide 29 - Slide

This item has no instructions