Lesbrief 14 Huishoudelijke dienst deel 1

Planning deel 1
Taak 1 opdracht 1 t/m 4
Taak 2 opdracht 1 t/m 10
Taak 3 opdracht 1 t/m 7
Taak 4 opdracht 1 t/m 4
Taak 5 opdracht 1 t/m 3

1 / 25
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Planning deel 1
Taak 1 opdracht 1 t/m 4
Taak 2 opdracht 1 t/m 10
Taak 3 opdracht 1 t/m 7
Taak 4 opdracht 1 t/m 4
Taak 5 opdracht 1 t/m 3

Slide 1 - Slide

Lesbrief 14 De huishoudelijke dienst
taak 1: opdr. 1 t/m 4
In deze taak:
- maak je een strip over jouw ervaring met schoonmaken

 In deze taak leer je:
- over het werk in de schoonmaakbranche
- over het werk in de huishoudelijke dienst.

Slide 2 - Slide

Schoonmaken volgens plan
  1.  Werk van schoon naar vuil. Op deze manier voorkom je dat je een schoon gedeelte bijvoorbeeld vies maakt met vuil water. 
  2. Werk altijd van buiten naar binnen. De tegeltjes in een wc maak je bijvoorbeeld als eerste schoon en pas later de wc-pot. 
  3. Eerst de buitenkant van de pot en daarna de binnenkant van de rand.
  4. Werk van hoog naar laag. Stof bijvoorbeeld eerst de kast af en doe daarna pas de vloer. 
  5. Bij het moppen van een vloer werk je altijd naar de deur of uitgang toe.Werk steeds linksom of rechtsom in een ruimte, dan vergeet je niets.

Slide 3 - Slide

Huishoudelijk werk kun je indelen in drie soorten werkzaamheden:

  • Het verzorgen van de voeding
  • Schoonmaken
  • Textielverzorging

Slide 4 - Slide

Strip tekenen
Maak een strip van jouw ervaring met schoonmaken.
 Laat daarin ook je kennis van schoonmaakmiddelen en -materialen zien.

Opdracht taak 1 opdracht 4

Slide 5 - Slide

Taak 2 opdracht 1 t/m 10
In deze taak:

-Bereken je hoeveel interieurreiniger je kunt besparen met microvezeldoekjes.
-maak je een kamer schoon met een microvezeldoekje, stofwisser en stofzuiger.

In deze taak leer je:
-Om de richtlijnen voor schoonmaken toe te passen
-Om een passende schoonmaakmethode te  kiezen
-Om de juiste schoonmaakmiddelen te kiezen

Slide 6 - Slide

Wat is 24 uurs zorg

Slide 7 - Open question

Visuele en auditieve beperking
Wat betekend dit?

Slide 8 - Open question

Reinheidsniveaus
- Ruwschoon
Je stelt dan lage eisen aan de schoonmaakgraad. Een ontvangsthal of een berging mogen ruwschoon zijn. Ze zouden schoner kunnen zijn, maar dat is niet nodig.  
-Huishoudelijk schoon
De ruimte is dan optisch schoon. Dat betekent dat al het zichtbare vuil is verwijderd. Er zijn dan nog wel bacteriën aanwezig. Een woonkamer, een hotelkamer en een patiëntenkamer in het ziekenhuis zijn huishoudelijk schoon.
- Smetschoon
Een operatiekamer moet smetschoon zijn.  Dat betekent dat micro-organismen gedood zijn. Om een ruimte smetschoon te krijgen, gebruik je desinfecteermiddelen of ontsmettingsmiddelen.

Slide 9 - Slide

Schoonmaakplan

Slide 10 - Mind map

Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen.

  • Reinigingsmiddel: ( soda, groene zeep, schoonmaakazijn)
  • Onderhoudsmiddel: (materialen een extra beschermlaagje krijgen)
  • Desinfecteermiddel:(dood micro-organismen)
  • Oplosmiddel: (wasbenzine, terpentine, spiritus en ammonia). milieugevaarlijk

Slide 11 - Slide

Voorbeelden van droog reinigen

Slide 12 - Open question

Noem een voorbeelden van nat reinigen

Slide 13 - Open question

Taak 3 
opdrachten 1 t/m 7
  • Bekijk je de spullen op een materiaalwagen
  • maak je een werkplan voor de schoonmaak
  • maak je een toiletruimte schoon.
  • schoonmaak etiketten te begrijpen 
  • ergonomisch te werken.

Maak extra opdracht magister werkplanning!

Slide 14 - Slide

Wat doet de Arbowet

Slide 15 - Open question

Wat is bedrijfsveiligheid

Slide 16 - Open question

Ergonomisch werken

Slide 17 - Mind map

Schoonmaaketiketten

Slide 18 - Slide

Taak 4 
opdrachten 1 t/m 4
In deze taak:
  • Maak je een waskaart
  • Geef je een klasgenoot feedback.
In deze taak leer je:
  • Wassymbolen toe te passen.

Slide 19 - Slide


Slide 20 - Open question


Slide 21 - Open question


Slide 22 - Open question

Taak 5
Maken opdrachten 1t/m 3
In deze taak:
- Leg je een dekverband aan
- Vul je een observatieschema in.
In deze taak leer je:
-Wat je moet doen bij brandwonden
-Hoe je volgens een stappenplan werkt.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Dekverband
  • Elastisch windsel
  • Apart gaasje
  • Voorkomt eventuele infecties
  • Om matige bloedingen te stoppen


Slide 25 - Slide