§5.3 Belasting op shoppen? 2B/2C

Paragraaf §5.3
Belasting op shoppen?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf §5.3
Belasting op shoppen?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Uitleg;
  • Zelfstandig aan het werk;
  • Afsluiting.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke informatie vind je na het betalen terug op de kassabon?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is een indirecte belasting?
A
Een belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt.
B
Een belasting die je via de belastingdienst aan de overheid betaalt.
C
Een belasting die je via een winkelier aan de overheid betaalt.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn indirecte belastingen?
A
Accijns.
B
Inkomstenbelasting.
C
Btw.
D
Loonbelasting.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn directe belastingen?
A
belastingen op winst.
B
belastingen op vermogen.
C
belastingen op inkomsten.
D
belastingen op uitgaven.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN directe belasting?
A
Inkomstenbelasting
B
Accijns
C
Vennootschapsbelasting
D
Btw

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een indirecte belasting?
A
Een belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt
B
Een belasting die je via de belastingdienst aan de overheid betaalt
C
Een belasting die je via een winkelier/leverancier aan de overheid betaalt

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

BTW is een afkorting.
BTW staat voor ...
A
belasting over de toenemende waarde
B
belasting tegen waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting over de toegevoegde waarde

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een directe belasting?
A
Accijns.
B
btw.
C
inkomstenbelasting.
D
subsidie.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Fietsenhandelaar De Wit heeft een nieuwe mountainbike in de winkel staan. De prijs exclusief btw is € 620. De btw is 21%.

Bereken de consumentenprijs van deze mountainbike.

Slide 22 - Open question

- € 620 : 100 x 21 = € 130,20
- € 620 + € 130,20 = € 750,20
Opdrachten
Maken:
  • Opdracht 38 t/m 52.

Klaar?
1. Nakijken;
2. Iets voor jezelf :)

timer
15:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions