§4.1 Een wereld van verschillen

H4 Ontwikkeling: Arm & Rijk
                                                                       §1 Een wereld van verschillen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4 Ontwikkeling: Arm & Rijk
                                                                       §1 Een wereld van verschillen

Slide 1 - Slide

Planning
Activering voorkennis 
Uitleg 
Controle vragen
Leren voor toets

Slide 2 - Slide

Wanneer is een land arm?

Slide 3 - Mind map

Hoe herken je verschillen tussen arme en rijke landen wanneer je erdoorheen reist?

Slide 4 - Mind map

1

Slide 5 - Video

02:37
Kijk naar het filmpje, waaraan herken je de armoede in een land als Haiti?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Ontwikkelingslanden
Rijke geindustrialiseerde landen 

Slide 8 - Slide

Armoedegrens 
Hoeveel geld je minimaal nodig hebt op een dag om jezelf te voorzien in je basisbehoeften 
(eten, kleren, dak boven je hoofd).  


Slide 9 - Slide

In welk land ligt de armoedegrens het hoogst?
A
Nederland
B
Haiti

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Koopkracht 


Hoeveel je in een land kunt kopen voor 1 euro of dollar. 

Slide 12 - Slide

In welk land is de koopkracht het grootst?
A
Nederland
B
Japan
C
India
D
Zwitserland

Slide 13 - Quiz

Informele sector
Niet-officiele deel van de economie (scharreleconomie)

Opbrengsten komen niet terecht in de officiele statistieken

Groot in arme landen, klein in rijke landen

Slide 14 - Slide

Werk: in een arm land
  • Een groot deel van landen ten zuiden van de Sahara is heel arm
  • Veel mensen werken in de scharreleconomie: zelfbedachte baantjes of baantjes op straat.
  • Denk aan straathandelaar, gids voor toeristen of bedelen.

Slide 15 - Slide

bijdrage BNP 
rijk land
belasting betalen

ruilhandel

arm land

ongeschoold werk

scharrel
economie

Slide 16 - Drag question

Informele circuit
Formele circuit
Belasting betalen
Ruilhandel
zekerheid van werk en evt. uitkering.
Analfabetisme
Scharreleconomie
Banken
Hergebruik spullen
Schoenenpoetser
Politieman
Officiële statistieken

Slide 17 - Drag question

Er bestaat een verband tussen de armoedegrens en de koopkracht in landen. Leg dit verband uit.

Slide 18 - Open question

Maar over het algemeen geldt:
Hoe hoger de koopkracht in een land,
hoe lager de armoedegrens in een land. 

Slide 19 - Slide

Aan de slag
H4.1 maken 

Sta je hoger dan een 7?
Dan mag je opdracht 1 en 2 overslaan

Slide 20 - Slide

Superopdracht!
Kijk komende week in de supermarkt, hoeveel je kunt kopen met 1 euro. 
Schrijf het de producten op. 

Vind je het meer of minder dan je had verwacht?

Slide 21 - Slide