Waarom Burgerschap

Waarom Burgerschap?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Waarom Burgerschap?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al van Burgerschap?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Wat vindt de Overheid?

Burgerschap als vak is belangrijk voor het ontwikkelen van vaardigheden om goed te kunnen meedraaien in de samenleving 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Op school leren studenten:
  • samen te werken 
  • samen te leven,
  • omgaan met maatschappelijke spelregels,
  • een eigen mening leren vormen
  • de mening van anderen respecteren
  • hun eigen identiteit leren ontwikkelen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat vind jij belangrijke
onderwerpen voor het
vak Burgerschap?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

4 dimensies Burgerschap
Sociaal-Maatschappelijk
Politiek-Juridisch
Economisch
Vitaal

Kritisch denken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat vind jij? 
Stellingen over Burgerschapsonderwerpen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Accounts van influencers die fake nieuw verspreiden moeten tijdelijk geblokkeerd worden
A
eens
B
oneens

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Op verkiezingsdagen moeten iedereen een halve dag vrij krijgen om te stemmen
A
eens
B
oneens

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

De student moet zelf kunnen beslissen of hij de algemene vakken Nederlands, Rekenen en Burgerschap wil volgen
A
eens
B
oneens

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Er moet een maatschappelijke dienstplicht worden ingevoerd
A
eens
B
oneens

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Op elke school moet een regenboogvlag hangen
A
eens
B
oneens

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De overheid moet het eigen risico van de zorgverzekering laten vervallen
A

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Duurzaamheid en klimaatverandering moeten verplichte vakken op school worden
A
eens
B
oneens

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Burgerschap: Kritisch denken 
  • Je mening vormen.
  • Als je iets beweert, is het goed om te onderbouwen waarom je dat beweert. 
  • Dat doe je door argumenten te geven.
  • Hier gaan we mee aan de slag in de lessen


Slide 15 - Slide

Een onderdeel van kritisch denken is je mening vormen. Het hoeft niet zo te zijn dat iedereen het altijd met elkaar eens hoeft te zijn. Het gaat erom een vraag eerst van verschillende kanten te bekijken en pas daarna tot een oordeel te komen. Dan is het een goed doordacht oordeel . Je mening is dus niet het meest interessant, maar hoe je
tot die mening komt is veel belangrijker. Als je een argument geeft voor iets noemen we dat redenering
7 stappen van kritisch denken
1. Wat is het probleem en hoe kijk ik er naar? - vragen stellen
2. Onderzoek - gegevens verzamelen
3. Hoe betrouwbaar en belangrijk zijn deze gegevens?
4. Heb je vooroordelen en heb je iets gemist?
5. Kies de beste oplossing(en) (verband oorzaak - gevolg bekijken)
6. Communiceer je oplossing(en) met anderen
7. Evalueer later of je oplossing heeft gewerkt






Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opbouw en planning van het vak Burgerschap

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Toetsing Burgerschap
  • Actieve deelname bij de lessen en aangekondigde burgerschapsactiviteiten
  • Elk onderdeel telt even zwaar mee. 
  • Je mag geen onvoldoende halen op burgerschap
  • Burgerschap behalen is voorwaarde voor kunnen diplomeren

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke redenering(en) is / zijn goed onderbouwd?
Redenering 1: Fietsen is goed voor je, want je verbrandt calorieën.
Redenering 2: Nouria is een slechte docent, want zij draagt een hoofddoek.
A
Redenring 1 & 2
B
Redenering 1
C
Redenering 2
D
Geen van beide

Slide 21 - Quiz

Beide voorbeelden zijn redenringen, maar ze zijn niet even goed. Dat ligt aan de argumenten die je geeft. 
Bij het eerste voorbeeld heeft bewering 1 een goed argument gekregen (bewering 2). Bij het 2de voor beeld is dat niet het geval. De bewering dat Nouria een hoofddoek draagt (bewering 2) zegt niets over mijn kwaliteiten als docent (bewering 1).

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions