Blok 3: Arbeidsomstandigheden

Blok 3: Arbeidsomstandigheden
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Blok 3: Arbeidsomstandigheden

Slide 1 - Slide

Planning
  • Introductie
  • Uitleg Blok 3
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan als je aan arbeidsomstandigheden denkt?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Armoede
  • Vanaf 1815 was er grote armoede in Nederland
  • Arbeiders verdienden weinig
  • Veel werklozen en bedelaars
  • Kinderen werden te vondeling gelegd

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slechte leefomstandigheden
  • Kleine tochtige woningen
  • Geen stromend water of toilet
  • Veel mensen in 1 woning
  • Slecht eten, beschimmeld brood en rotte aardappels was immers te betalen
  • Ziektes en lage weerstand

Slide 8 - Slide

Fabrieken gingen zich ontfermen over hun werknemers

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Keuze:
1: Opdrachten maken: 1, 3, 4, 5, 6.
2: Samenvatting teksten en verkorte opdrachtroute
3: Kennen en kunnen uitschrijven en verkorte opdrachtroute. 
(verkorte opdrachtroute: 1, 3c, 4cd, 5ab, 6bc, 
Verdiepingsopdracht 20.
Ben je klaar? Verder werken, Blok 2 afmaken, samenvatten, Quizlet, Kennen en kunnen uitschrijven,

Slide 11 - Slide

Blok 3: Arbeidsomstandigheden

Slide 12 - Slide

Planning
  • Herhaling
  • Uitleg Blok 3
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Urbanisatie
Het verhuizen van het platteland naar de stad noemen we Urbanisatie.
Tijdens de industriële revolutie was dit enorm groot en leefde mensen in slechte woningen.
Pas in 1901 kwam er een woningwet, waarin werd beschreven waar een goede woning aan moet voldoen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Landbouwkoloniën
  • In 1818 door Johannes van den Bosch bedacht
  • plan om armoede te bestrijden
  • Arme mensen werden in dorpjes geplaatst en aan het werk gezet
  • Nieuwe gemeenschappen
  • Niet vrijwillig (van steden naar het platteland)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Omstandigheden verbeterden, de bevolking groeit door:
Eind negentiende eeuw werd het ook beter in de steden
Riolering en waterleidingen werden aangelegd
Landbouw ging meer voedsel opleveren door machines en kunstmest
Graan kwam uit Amerika en werd goedkoper

Minder honger en minder ziektes

Slide 22 - Slide

Hygiëne
Gezondheidszorg werd beter
Artsen gingen handen wassen
Epidemieën kwamen steeds minder vaak voor.
Sterftecijfer daalde, maar geboortecijfer bleef hoog  

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Aan de slag
Keuze:
1: Opdrachten maken: 1, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18,  21, 22 en 23.
2: Samenvatting teksten en verkorte opdrachtroute
3: Kennen en kunnen uitschrijven en verkorte opdrachtroute.
(verkorte opdrachtroute: 1, 3c, 4cd, 5ab, 6bc, 7cd, 9d, 12ce, 13a, 14, 15de, 16bc, 17, 18a en 23.)
Verdiepingsopdracht 20



Maak opdracht 1, 3 t/m 7, 9 en 10

Ben je klaar?
Verder werken, Blok 2 afmaken, samenvatten
Quizlet

Slide 25 - Slide

Blok 3: Arbeidsomstandigheden

Slide 26 - Slide

Planning
  • Herhaling
  • Uitleg Blok 3
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 27 - Slide

Wat weet je nog van de vorige les?
Onderwerp: Arbeidsomstandigheden:
*  armoede
* landbouwkoloniën
* bevolkingsgroei


Slide 28 - Slide

Willem II
In 1840 werd Willem II koning van Nederland
Hij had veel macht en besliste bijna alles
Hij had wel ministers, maar die werden ontslagen als ze hem tegen werkten.

Slide 29 - Slide

Onrust in Europa
Overal in Europa groeide verzet tegen de koningen
Liberalen: vonden dat het volk meer vrijheid en macht moest krijgen
De overheid had alleen als taak orde en rust te handhaven
in 1848 braken er in Europa vele opstanden uit waarbij de liberalen de macht grepen en de koningen afzetten

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

grondwet 1848
Willem II was bang voor een opstand.
Thorbecke kreeg de taak een liberale grondwet te schrijven.
Vanaf dat moment kreeg de koning minder macht.

Slide 32 - Slide

Grondwet 1848
  • Ministeriële verantwoordelijkheid: Ministers maken de wetten en het parlement moet alle wetten goedkeuren.
  • Leden van het parlement worden voortaan gekozen door het volk.
  • In het begin mochten alleen de rijke mannelijke burgers stemmen, later werd het kiesrecht uitgebreid.
  • Deze grondwet wordt gezien als het begin van de democratie

Slide 33 - Slide

Artikel 1 Grondwet NL

Slide 34 - Slide

Liberalen

Vrijheid en kiesrecht belangrijk
Vonden dat arme mensen niet mee konden beslissen over de politiek.
Socialisten

Komen op voor de arbeiders
Verschil tussen arm en rijk kleiner maken
Bescherming tegen uitbuiting door oprichten van vakbonden.

Slide 35 - Slide

Liberalen
Socialisten

Slide 36 - Slide

Confessionelen
Een derde stroming zijn de confessionelen (christelijke groepen)
Confessionelen zitten tussen de liberalen en socialisten in
Conservatief
Eigen scholen oprichten

Slide 37 - Slide

Sociale kwestie
In de 19e eeuw ging het veel over de slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders: sociale kwestie.
De eerste sociale wet was het Kinderwetje van Van Houten in 1847.
Kinderarbeid werd verboden tot 12 jaar.
Later kwamen er meer sociale wetten die nu nog steeds bestaan: Woningwet ( 1901 ) en Arbo-wet.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link

Aan de slag

Keuze:
1: Opdrachten maken: 1, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 21, 22 en 23.
2: Samenvatting teksten en verkorte opdrachtroute
3: Kennen en kunnen uitschrijven en verkorte opdrachtroute.
(verkorte opdrachtroute: 1, 3c, 4cd, 5ab, 6bc, 7cd, 9d, 12ce, 13a, 14, 15de, 16bc, 17, 18a en 23.)
Verdiepingsopdracht 20
timer
10:00

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video