H 1.3 De eerste steden.

VWO 4
1.3 De eerste steden
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-hoe de eerste steden ontstonden.
- welke groepen er ontstonden in de landbouwstedelijke samenlevingen.
-welke politieke ontwikkelingen plaatsvonden.
- welke culturele ontwikkelingen plaatsvonden.
KA: - Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

VWO 4
1.3 De eerste steden
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
-hoe de eerste steden ontstonden.
- welke groepen er ontstonden in de landbouwstedelijke samenlevingen.
-welke politieke ontwikkelingen plaatsvonden.
- welke culturele ontwikkelingen plaatsvonden.
KA: - Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Slide 1 - Slide

VWO 4
1.3 De eerste steden
Het ontstaan van steden.
Rond 6500 v.C was Catalhöyuk met zo'n 10.000 inwoners de grootste nederzetting in de prehistorie. --> geen stad, omdat de inwoners van de landbouw leefden.

Slide 2 - Slide

VWO 4
1.3 De eerste steden
De eerste steden ontstonden in Irak (Eufraat en de Tigris), een gebied dat Mesopotamië werd genoemd (tweestromenland).
 
Tussen 4000 v.C en 2000 v.C bouwden hier de Soemeriërs (migranten uit het zuiden) tientallen dorpen uit tot nieuwe steden.
Eridu wordt gezien als de oudste stad, deze wordt later overschaduwd door andere steden zoals Uruk (omstreeks 3000 v.C meer dan 50.000 inwoners).
Ruïnes van Eridu.
Reconstructie van de poort van Eridu.

Slide 3 - Slide

VWO 4
1.3 De eerste steden
De landbouwstedelijke samenleving
De eerste steden ontstonden doordat de grond langs de rivieren erg vruchtbaar was --> landbouwoverschot.
De Soemeriërs moesten het waterpeil gaan regelen. In het voorjaar mochten de rivieren niet overstromen en in de zomer moesten de grond bevloeid worden --> irrigatielandbouw.
Er ontstaat een elite die dit coördineert.
--> Zo ontstonden er sociale verschillen.

Slide 4 - Slide

VWO 4
1.3 De eerste steden
In de landbouwsamenleving hielden boeren zich ook bezig met nijverheid. In de nieuwe steden specialiseerden mensen zich in een ambacht. --> ontstaan gespecialiseerde beroepen:
1. ambachtslieden (gespecialiseerd in een ambacht)
2. militairen (beschermen het volk)
3. priesters (onderhouden het contact met de goden)
4. ambtenaren (helpen bij het bestuur)
5. handelaren (kopen, vervoeren en verkopen van producten).
Steden waren afhankelijk van handel.
Het eiland Dilmu (Bahrein), was de belangrijkste markt in het Perzisch golfgebied. 

Slide 5 - Slide

VWO 4
1.3 De eerste steden
Politieke ontwikkelingen
Uit de Soemerische steden (elite) kwam er 1 vorst naar voren. 
--> hield rekening met adviesraad van aanzienlijke mannen.
De rest van de bevolking waren onderdanen.
In Mesopotamië --> stadstaten (stad met het omliggende land). De koning was ook vaak de opperpriester.
Sociale hierarchië: -->
Met de belasting van de boeren konden 
voorraden worden aangelegd en andere bevolkingsgroepen
uitbetaald worden.


Hammurabi was de koning van Babylonië (1792–1750 v.Chr.) en staat bekend om de door hem uitgevaardigde wetten. De code van Hammurabi is een van de oudste tot dusver gevonden wetboeken uit het antieke Mesopotamië, en samengesteld in ca. 1780 v.Chr.  

Slide 6 - Slide

VWO 4
1.3 De eerste steden
Culturele ontwikkelingen
De Soemeriërs hadden een hoog ontwikkelde cultuur. Ze kenden nieuwe technieken  (wiel, strijdwagens) en nieuwe materialen (brons).

De Soemeriërs geloofden in verschillende goden (polytheïsme). Hun goden leken op mensen en waren verantwoordelijk voor alles wat er gebeurde. --> schrift (3300-2900 v.C)
Uitvinding is een gevolg van de ingewikkelde organisatie van de steden (bijv. belasting). Vanuit een beeldschrift naar een abstract schrift.
Dankzij het schrift weten we meer over de belevingswereld, individuen en gebeurtenissen.

Spijkerschift op een stenen tablet uit het 3de millennium v.Chr.
Nagebouwde Ziggurat in Ur.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

VWO 4
1.3 De eerste steden
Cultureel: gaat over het denken en doen van mensen, de manier waarop ze hun leven vorm geven
Politiek: gaat over de macht van een land, gebied, stad of institutie
Economisch: gaat over hoe mensen met middelen en geld omgaan
Sociaal: gaat over de verhoudingen van mensen onderling

Slide 9 - Slide

Bedenk voor elke invalshoek wat er veranderde in het leven van mensen die in de eerste steden leefden.

Slide 10 - Open question

VWO 4
1.3 De eerste steden
Kijk de opdrachten na.

Slide 11 - Slide

VWO 4
1.3 De eerste steden
Bekijk de video voor een beknopte uitleg.

Slide 12 - Slide

De levenswijze van j-v
Ontstaan van landbouw(samenlevingen)
Ontstaan stedelijke gemeenschappen
Nomadisch bestaan
Bezit werd belangrijk; één kreeg meer bezit dan een ander.
Dieren werden gedomesticeerd
Sedentaire leefwijze
Specialisatie
Hiërarchische samenlevingen
Onderdeel van de natuur
Duidelijke rolverdeling 
Dorpen waren autarkisch
Sociale ongelijkheid
Elite
Belastingen
Schrift 

Slide 13 - Drag question

Geef een verklaring voor het ontstaan van steden.

Slide 14 - Open question

Noem een kenmerk van de landbouwstedelijke samenleving.

Slide 15 - Open question

Geef een verklaring voor het ontstaan van de elite.

Slide 16 - Open question

Leg uit of afbeelding 1.11 (informatieboek) past bij het kenmerkende aspect van de paragraaf.

Slide 17 - Open question

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
In Egypte ontstaat 1 staat.
De eerste steden ontstaan in Mesopotamië.
Gilgamesj was koning van Uruk.
Catalhöyük is de grootste nederzetting ter wereld.

Slide 18 - Drag question

Lees de tekst 'Het ontstaan van steden'. Sleep de kenmerken de juiste plaats.
Juist
Onjuist
Aan het einde van de prehistorie groeiden sommige dorpen uit tot steden.
De steden hadden veel bewoners waarvan de meesten boer waren.
De eerste steden ontstonden bij rivieren.
De eerste steden waren van de Soemeriërs in Mesopotamië.

Slide 19 - Drag question

Gebruik de tekst 'Culturele ontwikkelingen'. Gebruik de 4 feiten.
A. De Soemeriërs hadden een bloeiende economie.
B. De Soemeriërs hadden een hoogontwikkelde cultuur.
C. De Soemeriërs hadden een ingewikkelde bestuursorganisatie.
D. De Soemeriërs ontwikkelden het spijkerschrift.
A
Feit a is een oorzaak van feit b.
B
Feit a is een oorzaak van feit c.
C
Feit a is een oorzaak van feit d.

Slide 20 - Quiz

Gebruik de tekst 'Culturele ontwikkelingen'. Gebruik de 4 feiten.
A. De Soemeriërs hadden een bloeiende economie.
B. De Soemeriërs hadden een hoogontwikkelde cultuur.
C. De Soemeriërs hadden een ingewikkelde bestuursorganisatie.
D. De Soemeriërs ontwikkelden het spijkerschrift.
A
Feit c is een oorzaak van feit a.
B
Feit c is een oorzaak van feit b.
C
Feit c is een oorzaak van feit d.

Slide 21 - Quiz