What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
HA2: Kapitel 6 samenvatting stof
Kapitel 6
auf Schnäppchenjagd
1 / 43
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
43 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Kapitel 6
auf Schnäppchenjagd
Slide 1 - Slide
Doel
Ik kan de werkwoorden sollen/wollen en wissen vervoegen
Ik weet wanneer ik de 1e en 4e naamval moet gebruiken
Ik ken de telwoorden vanaf 100
Slide 2 - Slide
sollen, wollen, wissen
Slide 3 - Slide
vervoeging
sollen
wollen
wissen
ich soll will weiß
du sollst willst weißt
er/sie/es soll will weiß
wir sollen wollen wissen
ihr sollt wollt wisst
sie/Sie sollen wollen wissen
Slide 4 - Slide
vertaling + voorbeeld
sollen = zullen / moeten
wollen = willen
wissen = weten
Er (weten) __________ noch nicht wie spät er kommt
Ich (moet) _________ zum Arzt gehen
Slide 5 - Slide
1e en 4e naamval
Slide 6 - Slide
Hoe zat het ook alweer?
Slide 7 - Slide
der Mann
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud
Slide 8 - Quiz
das Pferd
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud
Slide 9 - Quiz
die Leute
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud
Slide 10 - Quiz
schema
m v o mv
1e
der
die das die
4e
den
die das die
Slide 11 - Slide
Nieuw
Slide 12 - Slide
1e naamval
Gebruik je voor het deel van de zin dat
het onderwerp
is.
(hij)
Der Lehrer
gibt zu viel Hausaufgauben auf.
4e naamval
Gebruk je voor het deel van de zin dat het
lijdend voorwerp
is.
(hem)
Meine Freunde finden
den Lehrer
zu streng.
Slide 13 - Slide
voorbeelden
1. D______ Mädchen heißt Claudia
2. Ich esse d______ Hamburger (m)
3. Er hat d______ Tasche (v) gekauft
Welke vormen vul je hier in?
Slide 14 - Slide
D_____ Kaffee (m) schmeckt mir nicht
Slide 15 - Open question
Ich esse d_____ Salat (m)
Slide 16 - Open question
Da läuft d____ Pferd(o)
Slide 17 - Open question
nu met bezittelijke voornaamwoorden
Slide 18 - Slide
schema
m v o mv
1e
der
die das die
ein
eine ein keine
4e
den
die das die
einen
eine ein keine
Slide 19 - Slide
voorbeelden
1. Mein_____ Vater ist ganz lieb
2. Ich esse ein_____ Hamburger (m)
3. Ein____ Kunde (m) hat Zeitschriften gekauft
Welke vormen vul je hier in?
Slide 20 - Slide
Ich kaufe ein_____ T-Shirt (o)
Slide 21 - Open question
D____ Kassenzettel (m) darf sie nicht vergessen!
Slide 22 - Open question
Ich habe mein____ Tante nicht gesehen
Slide 23 - Open question
Let op!
Ken de bezittelijke voornaamwoorden!
Slide 24 - Slide
en nu met voorzetsels
4e naamval
Slide 25 - Slide
Voorzetsels met de 4e naamval
durch, für, gegen, ohne, um, bis, entlang
Slide 26 - Slide
Voorbeelden
Na de volgende voorzetsels
moet je de vormen van de
4e naamval
gebruiken:
Slide 27 - Slide
telwoorden
vanaf 100
Slide 28 - Slide
die Zahlen
1- eins- een
2- zwei- twee
3- drei- drie
4- vier- vier
5- fünf- vijf
6- sechs- zes
7- sieben- zeven
8- acht- acht
9- neun- negen
10- zehn- tien
11- elf - elf
12- zwölf- twaalf
13- dreizehn- dertien
14- vierzehn- veertien
15- fünfzehn
16-
sechzehn
- zestien
17-
siebzehn
- zeventien
18- achtzehn- achttien
19- neunzehn- negentien
20 zwanzig- twintig
30- drei
ß
ig 100 einhundert- honderd
40- vierzig 1000- eintausend- duizend
50 fünfzig
60
sechzig
70-
siebzig
80- achtzig
90- neunzig
onderstreepte woorden worden vaak fout geschreven
Slide 29 - Slide
hoe schrijf je 1 in het Duits?
Slide 30 - Open question
hoe schrijf je 16 in het Duits?
Slide 31 - Open question
hoe schrijf je 11 in het Duits?
Slide 32 - Open question
hoe schrijf je 17 in het Duits?
Slide 33 - Open question
Wie schreibst du 68 auf Deutsch?
A
achtundsechszig
B
sechsundachtzig
C
sechundachtzig
D
achtundsechzig
Slide 34 - Quiz
Wie schreibst du 47 auf Deutsch?
A
siebundvierzig
B
siebenundvierzig
C
vierundsiebenzig
D
vierundsiebzig
Slide 35 - Quiz
Getallen tussen tientallen en honderd
Slide 36 - Slide
Welches Zahl hörst du?
A
14
B
16
C
13
D
12
Slide 37 - Quiz
Welches Zahl hörst du?
A
8
B
9
C
19
D
2
Slide 38 - Quiz
Welches Zahl hörst du?
A
21
B
16
C
20
D
21
Slide 39 - Quiz
201
Slide 40 - Open question
231
Slide 41 - Open question
evaluatie
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Open question
More lessons like this
HA2: Kapitel 6 grammatik quiz
June 2021
- Lesson with
51 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Ich versteh nur Bahnhof les 3
January 2023
- Lesson with
17 slides
Duits
Secondary Education
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
December 2018
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3 havo Kapitel 2 4 les DU 4
October 2024
- Lesson with
23 slides
Duits
Secondary Education
Kapitel 2 Oefentoets Grammatik
November 2024
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3 h Gesundheit DU3 L1
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
H3 18.02.2022
February 2022
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3