Week 23 Woordvolgorde (plaats en tijd) (th)

Welcome back 4A
     Welcome back!
timer
1:00
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome back 4A
     Welcome back!
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Lesson goals 
Recap: Present Perfect 

At the end of the lesson you can put the words in the correct order in a sentence. (place and time)

Slide 2 - Slide

Present Perfect

Present Perfect

Slide 3 - Slide

Uitleg present perfect
What does the present perfect look like?

+  have / has + ww-ED
Of onregelmatige WW

Slide 4 - Slide

Vul de present perfect in:

We ________( learn) the present perfect

Slide 5 - Open question

How do you make the 'present perfect'?
...... / ....... + ....... = present perfect

Slide 6 - Open question

Word order (place and time)

Slide 7 - Slide

Word order 

Regel: WIE - DOET - WAT - WAAR - WANNEER

Voorbeeld: I did my homework in the kitchen this morning.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zet deze zin in de goede volgorde.
at the airport/ they / today/are waiting/

Slide 10 - Open question

Zet onderstaande zin in de goede volgorde:

[to the beach] [often] [.] [last year] [we] [went]

Slide 11 - Open question

zet onderstaande zin in de goede volgorde:

[left] [they] [Madrid] [two days ago] [for] [.]

Slide 12 - Open question

Zet de zin in de goede volgorde.
Charlotte - in shows - loves to dance - during the holidays.

Slide 13 - Open question

Zet de zin in de goede volgorde:
doing - I'm - in my room - my homework

Slide 14 - Open question

Zet de zin in de goede volgorde:
plays football - at the park - my brother - on Saturday

Slide 15 - Open question

zet onderstaande zin in de goede volgorde:

[left] [they] [two days ago]

Slide 16 - Open question

Zet onderstaande zin in de goede volgorde
I will next month travel through Asia

Slide 17 - Open question

Zet onderstaande zin in de goede volgorde
I went yesterday shop the to

Slide 18 - Open question

Zet de zin in de goede volgorde:
in the hospital - saw - him - week - last - David -

Slide 19 - Open question

Zet de zin in de goede volgorde:

goes - my family - every year - to Spain - on holiday

Slide 20 - Open question

Zet de zin in de goede volgorde:

was not- today - at school - he

Slide 21 - Open question

Zet deze zin in de goede volgorde:
to school - walk - this morning - he - did not

Slide 22 - Open question

Zin: zet de woorden in de juiste volgorde. Het eerste woord staat al op de goede plaats.

We - movies - watch - often

Slide 23 - Open question

Zet de volgende zin in de goede volgorde:

is making / he / at the moment / breakfast

Slide 24 - Open question

Zet de volgende zin in de goede volgorde:

loves / on the couch / She / every Saturday night/ to watch movies/

Slide 25 - Open question

Zet de volgende woorden op de goede volgorde als je een kloppende zin wilt schrijven:
waar - wie - wanneer - wat - doet

Slide 26 - Open question


I can put the words in a sentence in the correct order.
A
Ja
B
Nee
C
Bijna

Slide 27 - Quiz

Zelfstandig werken
- Ga aan de slag met de volgende opdrachten: 

https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/word_order/sentences2.htm

https://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/overig/woordvolgorde/oefening-woordvolgorde-tijd-en-plaats/



Slide 28 - Slide

Zelfstandig werken 
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/word_order/sentences.htm

https://www.perfect-english-grammar.com/present-perfect-exercise-4.html


Slide 29 - Slide

Zelfstandig werken
https://www.perfect-english-grammar.com/present-perfect-exercise-5.html


Slide 30 - Slide