Welkom en fijn dat jullie er allmaal zijn.
Vandaag les nummer 4 en weer een hoop input voor de bijbehorende kennisklip.
Maak weer foto's terwijl je aan het werk bent, film dat je bezig bent enz. zodat je al de nodige input hebt voor de vierde kennisklip. Alles wat je in de klas al kan doen en verzamelen is natuurlijk mooi meegenomen.
In de vierde Clip staat creeeren centraal en dat is ook wat wij met een tweetal miniworkshops gaan doen. Je krijgt twee ik denk leuke ideeen die je ook direct met je klas kan doen. De eerst eheb je materialen bij nodig vanuit d eOWP, de tweede kan met heel veel huis tuin en keukenmateriaal.
Deze kennisklip vraagt van jou. De student creeert en evalueert betekenisvolle situaties waarbij hij de leerlingen aanzet tot een nieuwsgierige, onderzoekende houidng en creatief denken.
HEt gaat er dus om dat je situaties weet te creeeren waarin d ekinderen aangezet worden tot nadenken.
DE vioorbeelden die je hier krijgt vandaga sluiten daarbij aan of kan je gebruiken. Tijdens deze les staan deze twee stappen centraal. MAken van een prototype en continu testen en bijstellen.
op het moment dat je een mystery challenge gaat aanbieden. dat je na gaat denken aan de organisatie.
Vandaag les nummer 2
Een actieve les waarin we vooral veel gaan doen.
Vandaag zijn er twee onderdeklen samengevoegd de clip gaat over vaardighedn en creeeren, maar zag dat jullie die al senl als in vandaag moeten inleveren dus neem ik julie graag even mee in jullie toetsopdracht zodt deze les aan gaat sluiten op verschillende onderdelen. Er staat 100 min in het rooster, maar we zijn er 50 misschien 60 waarbij ik weer een actieve houdinhg verw\acht je tussendoor kan filmen, meeschrijven en vooral hoop ik dat je weer veel voorbeelden opdoet waarin de kinderen verwonderen, creatief vermogen kan stimuleren en aan kan zetten tot out off the box denken .
Veel bezig gaan zijn en ook naar buiten gaan om daar onze vaardigheden in praktijk te laten zien.
In de aankomende kennisclip moeten jullie aabgeven welke vaardigheden er nodig zijn om d ekinreen te laten verwonderen, hun nieuwsgierigheid aan te wakkeren hun onderzoekende houding te stimuleren en hun creativiteit uit te laten spatten.
Kortom welke vaardigheden zet jij zelf in om dit voor elkaar t ekrijgen en hoe zit het eigenlijk met jouw vaardigheden rondom deze begrippen met betrekking tot N en T onderwijs.
Probeer ook vandaga weer eruit te halen wat je nodig hebt voor de presentaties. Koppel het aan jouw handelen als leerkracht, wat kan je er mee in je stage en ook hoe kijkt jouw wpb hier tegenaan.
Hiervcoor gaan wij vandaga dit erug laten komen in twee verschillende workshops.
Voordat we dat doen.
was de voorbereidende opdracht wat is comutational thinking.
Computational thinking (ct) en programmeren zijn
hot. De termen duiken steeds vaker op in de literatuur,
op conferenties, en in adviesrapporten.
Zoals:
– het eindadvies ‘Ons onderwijs2032’ (Platform Onderwijs2032,
2016)
– het rapport ‘Digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs’
(KNAW, 2013)
– het rapport ‘21e eeuwse vaardigheden in het curriculum van
het funderend onderwijs’ (SLO , 2014)
– de feestelijke presentatie van de ‘Leerlijn programmeren in
het basisonderwijs’ (PO-Raad, 25 mei 2016).
Ook wordt computational thinking voorgesteld als een van de 21e
eeuwse vaardigheden in het ‘Curriculum van de toekomst’.
Staatssecretaris Sander Dekker (OCW) reageerde als volgt op
het eindadvies ‘Ons onderwijs2032’:
“Het werken en leren in de digitale wereld behoort
tot de kern van toekomstgericht onderwijs [...] Dat
betekent dat leerlingen ict-basiskennis opbouwen,
informatievaardigheid ontwikkelen, mediawijs
worden, en leren begrijpen hoe informatietechnologie
werkt. Dit betreft niet alleen het gebruik van computers en ict als consument, maar ook als producent.”
“Computational thinking is het denkproces waarmee
problemen en hun oplossingen zo worden geformuleerd dat ze kunnen worden gepresenteerd in een
vorm die effectief kan worden uitgevoerd door een
informatie verwerkende tussenpersoon, zoals een
computer of een mens, of een combinatie van beide.”
(Wing 2011
“Computational thinking is het procesmatig (her)formuleren van problemen op een zodanige manier dat het mogelijk wordt om met computertechnologie het probleem op te lossen. Het gaat daarbij om een verzameling van denkprocessen waarbij probleemformulering, gegevensorganisatie, -analyse en -representatie worden gebruikt voor het oplossen van problemen met behulp van ICT-technieken en -gereedschappen.”
Computational thinking is onderdeel geworden van de 21e eeuwse vaardigheden. Programmeren is een manier waarop leerlingen aan hun computational thinking vaardigheden kunnen werken.
Wings ideeën sloegen al snel aan, omdat computational thinking
het (vaak verouderde) ict- en informatica-onderwijs een nieuwe,
scherpere koers gaf. Niet langer stonden hardware en software
centraal, maar meer het denken daarover. In ‘Curriculum van de
toekomst’ schrijft SLO: “Computational thinking richt zich op de
vaardigheden die essentieel zijn om problemen op te lossen waarbij
veel informatie, variabelen en rekenkracht nodig zijn. [...] Het is daarbij belangrijk om te begrijpen hoe informatie tot stand komt, zodat
je computersystemen kunt benutten voor het oplossen van problemen, voor het denken in stappen, en daarmee in voorwaardelijkheden voor volgorde van de benodigde gegevens.”