Gedrag en Leren

Gedrag en Leren
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Gedrag en Leren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten prikkels en gedrag herkennen en uitleggen hoe dieren en mensen leren.

Slide 2 - Slide

Vertel de studenten wat ze kunnen verwachten van de les en wat ze aan het eind moeten weten.
Wat is gedrag?
Gedrag is alles wat een mens of een dier doet.

Verandering van het gedrag komt informatie uit de omgeving waarop je kunt reageren, deze heten prikkels.

Slide 3 - Slide

Leg uit wat gedrag is en vraag de studenten of ze voorbeelden van gedrag kunnen geven.
Uitwendige en inwendige prikkels
Een uitwendige prikkel komt van buiten het organisme (Geluid, warmte, kou, etc)

Een inwendige prikkel komt vanuit het lichaam
(Honger, Dorst, pijn, etc)

Slide 4 - Slide

Leg uit wat een prikkel is en geef voorbeelden van verschillende soorten prikkels.
Motivatie en drempelwaarde
Motivatie is de bereidheid om in actie te komen

Slide 5 - Slide

Beschrijf wat motivatie en drempelwaarde zijn en vraag de studenten hoe deze concepten van invloed kunnen zijn op gedrag.
Drempelwaarde: hoeveelheid prikkels die nodig is om een reactie te veroorzaken.
De effecten van de prikkels worden door de hond ‘opgeteld

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Sleutelprikkels
Een sleutelprikkel is een prikkel die altijd tot hetzelfde gedrag leidt.

Zodra een ouder bij de jonge pimpelmezen op het nest komt, doen de jongen hun bekjes wijd open. Door de oranje binnenkant zal de ouder het voedsel in een bekjes te stoppen.


Slide 7 - Slide

Leg uit wat een sleutelprikkel is en geef voorbeelden van dieren die op bepaalde sleutelprikkels reageren.
Sleutelprikkels

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn sleutelprikkels?
A
Bereidheid om in actie te komen
B
De effecten van prikkels die door de hond worden opgeteld
C
Een prikkel die altijd tot hetzelfde gedrag leidt
D
Hoeveelheid prikkels die nodig is om een reactie te veroorzaken

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt drempelwaarde gedefinieerd?
A
De effecten van prikkels die door de hond worden opgeteld
B
Bereidheid om in actie te komen
C
Een prikkel die altijd tot hetzelfde gedrag leidt
D
Hoeveelheid prikkels die nodig is om een reactie te veroorzaken

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is motivatie?
A
Bereidheid om in actie te komen
B
Hoeveelheid prikkels die nodig is om een reactie te veroorzaken
C
Een prikkel die altijd tot hetzelfde gedrag leidt
D
De effecten van prikkels die door de hond worden opgeteld

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe leren mensen en dieren?
Mensen en dieren leren door:
  1. Imiteren
  2. Oefenen
  3. Trial and error
  4. Inzicht
  5. Inprenting
  6. Gewenning.

Slide 12 - Slide

Beschrijf de verschillende manieren waarop mensen en dieren leren en vraag de studenten om voorbeelden te geven van elk type leren.
1) Imiteren

leren door gedrag af te kijken en na te doen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2) Oefenen
leren door hetzelfde gedrag vaak te herhalen

- Muziekinstrumenten
- Voetbaltraining

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

3) Trial and error

Proefondervindelijk leren
Leren door te proberen, te falen en anders opnieuw te proberen tot het goed gaat

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

4) Inzicht
Nieuw gedrag leren door het zelf te bedenken

Sommige dieren kunnen iets nieuws leren zonder dat ze het eerder gezien of gedaan hebben. Door na te denken lossen ze een probleem op.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

5) Inprenting
Het leren in een korte, gevoelige periode heet inprenting.
  • Herkennen van ouders
  • Herkennen van taal

Mensen leren hun moedertaal spreken door onder andere inprenting.
Eerste dier die kuikens zien volgen ze als moeder'

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

6) Gewenning
Afleren om op bepaalde prikkels te reageren

Ook mensen leren door gewenning. Je kijkt bijvoorbeeld niet (vaak) meer op van een passerende trein als je een poos aan een drukke straat woont.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Trainen
Trainen omvat het belonen van goed gedrag en het straffen van slecht gedrag.


Slide 19 - Slide

Beschrijf de basisprincipes van trainen en leg uit waarom dit belangrijk is bij het trainen van dieren en mensen.
Wat is trainen?
A
Leren door gedrag af te kijken en na te doen
B
Nieuw gedrag leren door het zelf te bedenken
C
Leren door hetzelfde gedrag vaak te herhalen
D
Het belonen van goed gedrag en het straffen van slecht gedrag

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is gewenning?
A
Leren door hetzelfde gedrag vaak te herhalen
B
Afleren om op bepaalde prikkels te reageren
C
Nieuw gedrag leren door het zelf te bedenken
D
Leren door gedrag af te kijken en na te doen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is trial and error?
A
Leren door gedrag af te kijken en na te doen
B
Leren door hetzelfde gedrag vaak te herhalen
C
Leren door te proberen, te falen en anders opnieuw te proberen tot het goed gaat
D
Nieuw gedrag leren door het zelf te bedenken

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Aangeboren gedrag
Gedrag dat je vanaf de geboorte al hebt, heet aangeboren gedrag. Aangeboren gedrag, zoals sperren bij jonge vogels, vergroot de kans om te overleven.

Het zuigen van jonge zoogdieren heet de zuigreflex

Slide 23 - Slide

Leg uit wat aangeboren gedrag is en vraag de studenten om voorbeelden te geven van aangeboren gedrag bij dieren en mensen.
Samenvatting
Gedrag is alles wat een mens of een dier doet en de oorzaak van de verandering van het gedrag komt uit de omgeving. Mensen en dieren leren door imiteren, oefenen, trial and error, inzicht, inprenting en gewenning. Trainen omvat het belonen van goed gedrag en het straffen van slecht gedrag. Reflexen zijn voorbeelden van aangeboren gedrag.

Slide 24 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de studenten of ze nog vragen hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 25 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 26 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.