2V - H1 Herhaling Nederlandse Opstand

2HV - Herhaling Nederlandse Opstand
Herhaling 
Doel: oefenen + reflectie! 
Bijhouden: aantekeningenschrift! 
1 / 28
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2HV - Herhaling Nederlandse Opstand
Herhaling 
Doel: oefenen + reflectie! 
Bijhouden: aantekeningenschrift! 

Slide 1 - Slide

P1 Reformatie

Slide 2 - Slide

Welke hervormingen wilde Luther in de kerk? Sleep de juiste 2 hervorming er naartoe. 
Hervormingen die Luther wilde in de kerk.
Christenen moesten naar de katholieke priesters luisteren in plaats van zelf de bijbel lezen.
Gelovigen moesten aflaten kopen om in de hemel te komen. 
De kerk moest weer net ze eenvoudig worden als in de begintijd van de christelijke religie.
Gelovigen moesten niet langer heiligen vereren.

Slide 3 - Drag question

Protestanten
Katholieken
Vergeving via Priester
Bijbel = direct contact met god
Hervormen

Slide 4 - Drag question

Calvinisten
Godsdienstvrijheid
Reformatie
Tijd van ontdekkers en hervormers
Het vierde tijdvak (1500 - 1600)
Hervorming van de kerk in de 16e eeuw
De vrijheid om zelf een godsdienst te mogen kiezen
Aanhangers van de protestantse hervormer Calvijn

Slide 5 - Drag question

Wat is een ketter?
A
Iemand die niet gelooft volgens de regels van de Paus.
B
Iemand die gelooft in Allah.
C
Iemand die gelooft in de katholieke kerk.
D
Iemand die niet gelooft in een God.

Slide 6 - Quiz

Met aflaatbrieven wilden geloven hun zonden afkopen. Waarom was Luther het hier niet mee eens?
A
Hij vond het niet eerlijk dat arme mensen niet naar de hemel konden
B
Hij vond dat je echt spijt moest hebben van je zonden
C
Om je zonden af te kopen moest je zelf de Bijbel lezen
D
Protestanten hoefden geen aflaten meer te kopen, katholieken wel

Slide 7 - Quiz

Wat was de Reformatie?
A
het oprichten van een nieuw geloof
B
de scheiding binnen de protestantse kerk
C
de scheiding binnen de katholieke kerk
D
de scheiding binnen de christelijke kerk

Slide 8 - Quiz

Sleep de gebeurtenis naar het juiste jaartal.
1566
1568
1572
1581
1588
1584
Begin van de opstand
Protestanten vernielen Katholieke kerken
Filips wordt afgezet als vorst
De noordelijke gewesten roepen de Republiek uit
Inname van Den Briel
Moord op Willem van Oranje

Slide 9 - Drag question

Katholiek of protestant? Versleep de woorden.
Katholiek
Protestant
Paus
Aflaat
heiligen beelden
Calvinist
Maarten Luther
eenvoudige kerk

Slide 10 - Drag question

Sleep het onjuiste deel van de zin naar de prullenbak. 
2.
De Spaanse koning was  
Hij vervolgde 
streng.   
in de Nederlanden vonden de straffen van Filips te zwaar. 
/
/
/
/
katholiek.
protestant
protestanten 
katholieken
Katholieken
protestanten 
katholieken en protestanten

Slide 11 - Drag question

De reactie van de kerk kwam in de vorm van de contrareformatie. Wat is geen bepaling uit deze contrareformatie?
A
Priesteropleiding werd verbeterd en hogere eisen aan priesters gesteld
B
Vulgaat blijft officiële bijbel, zonder verbeteringen
C
Bisdommen werden verkleind, zodat bisschoppen de priesters beter konden controleren
D
Protestantisme wordt naast het katholieke geloof erkend als officiële stroming

Slide 12 - Quiz

P2 Onvrede in NL

Slide 13 - Slide

Filips II versterkte het centrale bestuur over de Nederlanden.
Dit was een oorzaak/ gevolg

van de onvrede onder de bevolking.
A
Oorzaak.
B
Gevolg.

Slide 14 - Quiz

Centralisatie
NIET
Een centraal bestuur
Bestuur bij gewesten zelf
Filips II
Eigen wetten en regels in gewest
Overal dezelfde belasting
Eigen munten

Slide 15 - Drag question

Wat was het smeekschrift?
A
Brief die je kocht bij de kerk voor vergeving van zonden.
B
De brief met 95 punten van Luther tegen de katholieken.
C
Brief waarin edelen vragen om meer vrijheid van godsdienst aan de landvoogdes.
D
Brief voor Alva om minder streng te zijn.

Slide 16 - Quiz

1
2
3
4
Beeldenstorm
Alva naar de Nederlanden
Smeekschrift der edelen
Hagenpreken

Slide 17 - Drag question

P3 Het begin van de Opstand
P4 Het einde van de Opstand 

Slide 18 - Slide

Zet het begrip bij de juiste beschrijving
Tekst
Plakkaat
Watergeuzen
Aflaat
Gewest
Wet
Bewijs voor het wegschelden van zonden
Protestantse opstandelingen
Gebied in NL met eigen bestuur

Slide 19 - Drag question

Filips wilde dat iedereen protestant was
Centralisatie was een oorzaak voor de Nederlandse Opstand
Willem van Oranje was de leider van de opstand
De Hertog van Alva werd meteen erg populair
Goed
Fout

Slide 20 - Drag question

Filips II wilde dat iedereen protestant was.
Centralisatie was een oorzaak voor de Nederlandse Opstand.
Willem van Oranje was de leider van de opstand.
De Hertog van Alva werd meteen erg populair.
Goed
Fout

Slide 21 - Drag question

Wie waren de watergeuzen?
A
Opstandelingen die Spanjaarden aanvielen via zee
B
Spanjaarden die Nederlanders aanvielen via zee
C
De moordenaars van Willem van Oranje
D
Mensen die van varen hielden

Slide 22 - Quiz

Wat was de tactiek van de watergeuzen om steden te bevrijden?
A
Via land een belegering van een stad.
B
Met boten snelle aanvallen uitvoeren en weer de zee op vluchten.
C
Op het land een directe confrontatie met het Spaanse leger.
D
Ze hadden totaal geen tactiek en deden maar wat.

Slide 23 - Quiz

Wat was het gevolg van de vele oorlogen die Spanje op hetzelfde moment vocht?
A
Niks, ze hadden genoeg geld
B
Er moest meer belasting binnenkomen
C
De Spaanse soldaten gingen plunderen
D
Nederland merkte daar niks van

Slide 24 - Quiz

Gewestelijke Staten of de Staten Generaal?
Gewestelijke Staten
Staten-Generaal
Vergadering per gewest
Beslist over buitenlandse politiek
Vergadering van alle gewesten
Beslist over binnenlandse politiek
Afgevaardigden van adel en steden
Afgevaardigden van de gewesten

Slide 25 - Drag question

Wat hield de gewetensvrijheid van de Republiek in?
A
Katholieken mochten hun geloof (in het verborgene) belijden; hun kerk was echter verboden
B
Katholicisme was verboden
C
Katholieken mochten overheidsbeambten bekleden
D
Katholieken kregen de kans om zich om te dopen tot protestant

Slide 26 - Quiz

Edelen en protestanten vluchten
Beeldenstorm
Filips II stuurt Alva naar de Nederlanden
Plakkaat van Verlatinghe
De Unie van Utrecht

Slide 27 - Drag question

Gebeurtenis
direct gevolg
indirect gevolg
Unie van Utrecht
Zuiderlijke Nederlanden blijven bij  Spanje
Plakkaat der Verlatinghe

Slide 28 - Drag question