...ken je woorden die te maken hebben met gezondheid en lichaamsdelen.
Slide 3 - Slide
Huiswerkcontrole
Oefeningen paragraaf B, p. 16-19
- ex. 9
- ex. 10a, b, c
- ex. 11a, b, c
- ex. 12a, c
Slide 4 - Slide
Un peu de répétition
In dit hoofdstuk praten we o.a over pijn aan je lichaam. Wanneer je hierover praat, komt er een bepaald voorzetsel veel terug, namelijk 'à' (aan, in, etc.).
Kijk eens mee naar de volgende zinnen:
- J'ai mal à la jambe.
- J'ai mal au dos.
- J'ai mal à l'oreille.
- J'ai mal aux doigts.
Heb je een idee waarvan dit een samentrekking is?
Slide 5 - Slide
Even herhalen
Inderdaad het voorzetsel 'à' en het bepaald lidwoord 'le', 'la', 'l' en 'les'.
Zo krijg je de volgende combinaties:
- à + le = au
- à + la = à la
- à + l' = à l'
- à + les = aux
Je krijgt dan dus au, à la, à l' en aux.
Slide 6 - Slide
Herhalen: zinnen vocaA en B
We gaan de zinnen van A en B even herhalen.
Slide 7 - Slide
Au travail!
Oefen met de zinnen van de Phrases Clés C
- ex. 14
timer
3:00
Slide 8 - Slide
Au travail!
Nu we geoefend hebben, gaan we eens kijken naar 15a en c.