Klas cp1I Van rups tot vlinder (diaplus kleur bruin niveau)

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 
- Stop je telefoon in je zakkie, op stil en in je tas
- Jas uit en over de stoel
- Leg  je map, etui, pen, potlood op tafel
- Pak je Chromebook/ laptop voor je
- Start je Chromebook/ laptop op
- Log in op www.lessonup.app 
- Log in met google
       
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet de les eruit?
- Inleiding
- Herhaling vorige les lente
- Bespreken leerdoelen 
- Instructie
- Aan de slag
- Afsluiting 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
Vandaag lezen we samen een tekst met als titel: van rups tot vlinder.
Eerst herhalen we wat je nog hebt onthouden van de vorige les.
Daarna testen we de voorkennis.
Dan lezen we de tekst en maken de vragen.
Tenslotte kijken we een filmpje over het onderwerp.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nog onthouiden van de vorige
les over lente?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Leerdoelen
Ik kan vragen over de tekst beantwoorden.
Ik weet welke woorden omgekeerd zijn en bij elkaar horen.
Ik kan tekstverbanden vinden in de tekst.

Slide 6 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Instructie
Vandaag lezen wij samen een tekst over van rups tot vlinder. Vervolgens beantwoorden we vragen over de tekst op Lesson up.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
We lezen met elkaar de tekst en maken de opdrachten op lesson up
Doe goed mee en als je iets niet snapt, steek je je vinger op om het te vragen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Tekst lezen
We lezen met elkaar de tekst die je krijgt op je blaadje.
Je mag tijdens het lezen woorden onderstrepen of woorden erbij schrijven.
De tekst kan je gebruiken bij het beantwoorden van de vragen.
Succes!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Tekst lezen
Neem de tekst voor je en lees mee.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vragen over de tekst
Op de volgende slides staan vragen over de tekst.
Denk goed na voor je het antwoord typt.

Succes.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

1. Waarom heeft de vlinder een lange tong, denk je? (r. 2)

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

2. Wat zijn twee verschillen tussen een nacht-vlinder en een dag-vlinder? (r. 4-7)

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

3. Waarin lijkt de dag-vlinder op een mens? (r. 6)

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

4. Waarom maakt de rups een co-con? (r. 10-11)

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

5. Waarom zoekt de vlinder een rustige plek als hij uit de co-con komt? (r. 13-15)

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Woordenschat
Je krijgt een woord te zien en een keuze uit 4 andere woorden. Het is de bedoeling om het juiste woord te vinden. 
Dus : wat hoort bij elkaar?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat hoort er bij?
lijf (r. 1)
A
hier wordt de rups een vlinder
B
klein huisje van de rups
C
lichaam
D
vlak

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort er bij?
dutje (r. 5)
A
vrolijk
B
slaapje
C
klein huisje van een rups
D
vlak

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort er bij?
fel (r. 7)
A
vlak
B
hier wordt de rups een vlinder
C
vrolijk
D
klein huisje van de rups

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort er bij?
co-con (r. 10)
A
lichaam
B
hier wordt de rups een vlinder
C
klein huisje van de rups
D
slaapje

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort er bij?
pop (r. 11)
A
vlak
B
klein huisje van de rups
C
lichaam
D
hier wordt de rups een vlinder

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort er bij?
glad (r. 15)
A
aarde
B
vlak
C
scherp
D
slaapje

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Leesstrategieën
Je krijgt zo een zin te zien met een  vraag. Kies het juiste antwoord.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Zo valt hij niet op als hij een dutje
doet. (r. 5)
Hoezo?
A
Hij heeft ge-kleurde vleugels.
B
Hij slaapt overdag
C
Zijn vleugels zijn donker.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Daar kruipt de rups in. (r. 10-11)
Waarin?
A
in een co-con
B
in een eitje
C
in een pop

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Daar gaat hij hangen. (r. 14)
Waar?
A
in een cocon
B
in de lucht
C
op een rustige plek

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Afsluiting
Op de volgende slides staan een aantal vragen over de tekst.

Slide 30 - Slide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Schrijf drie dingen op die je van de tekst hebt geleerd

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Wat vond je moeilijk?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Welk cijfer geef je jezelf ?
010

Slide 33 - Poll

This item has no instructions

Welk cijfer geef je mij voor de les?
010

Slide 34 - Poll

This item has no instructions

Wat zou/kan ik de volgende keer beter of anders doen?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions