La semaine 37 1.4

La semaine 37: le treize, le quatorze et le quinze septembre




- Herhalen, 
- 2.4 ex. 9,10,11,12,13 
- Ex. 14,15, apprendre 4 en 10

1 / 44
next
Slide 1: Slide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

La semaine 37: le treize, le quatorze et le quinze septembre




- Herhalen, 
- 2.4 ex. 9,10,11,12,13 
- Ex. 14,15, apprendre 4 en 10

Slide 1 - Slide

Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: herhalen en eventueel alvast verder met morgen

1. Doorloop de lesson up - herhaling
2. Apprendre 4 bekijken en oefenen in quizlet
3. Maak een samenvatting van de stof tot nu toe, inclusief dat wat je lastig vond van de révision
4. Faire: Apprendre 4 F/N - mk samenvatting

Slide 2 - Slide

Le but du cours:
 Aan het eind van deze les heb je de werkwoorden avoir, être, sortir, en partir herhaald. En heb je nieuwe woorden geleerd als voorbereiding op luistervaardigheid

Slide 3 - Slide

hij heeft
A
il est
B
il ont
C
il es
D
il a

Slide 4 - Quiz

wij zijn
A
vous ont
B
nous ont
C
nous sont
D
nous sommes

Slide 5 - Quiz

jullie/ u zijn
A
vous etes
B
nous sommes
C
ils sont
D
vous avez

Slide 6 - Quiz

jij hebt
A
il a
B
elle a
C
tu as
D
j' ai

Slide 7 - Quiz

ik ben
A
je m' appelle
B
j' ai
C
je suis
D
tu as

Slide 8 - Quiz

wij hebben
A
vous etes
B
nous avez
C
nous avons
D
nous sommes

Slide 9 - Quiz

Vervoeg het werkwoord avoir
Geef het hele rijtje ott.

Slide 10 - Open question

Vervoeg het werkwoord
etre /zijn , geef het hele rijtje

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Partir
Onregelmatig werkwoord 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Ik vertrek is:

Slide 16 - Open question

Hij vertrekt

Slide 17 - Open question

Zij vertrekken (v) meervoud is:

Slide 18 - Open question

Zij zijn vertrokken (v meervoud) is:

Slide 19 - Open question

U vertrekt is:

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Jij gaat uit is:

Slide 22 - Open question

Hij gaat uit is:

Slide 23 - Open question

Wij gaan uit is:

Slide 24 - Open question

Zij zijn uitgegaan v meervoud is:

Slide 25 - Open question

Avoir / Etre  
Wat weet je nog van de werkwoorden
Hebben en zijn ?
Onregelmatige werkwoorden.

Slide 26 - Slide

zij hebben
A
ils sont
B
ils ont
C
ils vont
D
ils allons

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Allez-y - au travail
Maintenant: maak samenvatting van wat je lastig vond tot nu toe.. 

Slide 30 - Slide

Les devoirs: 
 Faire: Apprendre 4 F/N - en ww. partir, sortir, être en avoir en mk samenvatting

Slide 31 - Slide

Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag:  1.4 ex. 9,10,11,12,13 

1. Herhaal voor jezelf apprendre 4 (quizlet of iets anders)
2. mk ex. 9,10,11
3. luister naar de dialogen en maak ex. 12 en 13
4. Faire: Apprendre 4 F/N - mk ex. 9,10,11,12,13

Slide 32 - Slide

Le but du cours:
 Aan het eind van deze les heb je geoefend met luistervaardigheid

Slide 33 - Slide

Les devoirs: 
 Faire: Apprendre 4 F/N - en mk ex. 9,10,11,12,13

Slide 34 - Slide

Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag:  1.4 ex. 14, 15

1.  Quesions? Doornemen apprendre 10 
2. Option: samen of alleen luisteren dialogen en mk ex. 14
3. Tijd over? Leren apprendre 1,2,3,4 en 10
4. Faire: Apprendre 10  F/N - mk ex. 14, 15

Slide 35 - Slide

Le but du cours:
 Aan het eind van deze les heb je geoefend met luistervaardigheid

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Quel temps fait- il?

Slide 38 - Open question

Quel temps fait- il?

Slide 39 - Open question

Vertaal 'het sneeuwt' in het Frans
A
il pleut
B
il fait froid
C
il neige
D
il fait beau

Slide 40 - Quiz

Quel temps fait- il?

Slide 41 - Open question

Quel temps fait- il?

Slide 42 - Open question

Allez-y - au travail
Maintenant: leren apprendre 1,2,3,4, 10

Slide 43 - Slide

Les devoirs: 
 Faire: Apprendre 10 F/N - en mk ex. 14 en 15

Slide 44 - Slide