toets

Een ander woord voor gewone celdeling is...
1 / 37
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Een ander woord voor gewone celdeling is...

Slide 1 - Open question

Hoe heet onderdeel 1?

Slide 2 - Open question

Hoe wordt het kwijtraken van afvalstoffen door een organisme in de biologie ook wel genoemd?

Slide 3 - Open question

Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?

Slide 4 - Open question

Wat voor type cel zie je in de afbeelding?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel
C
Bacterie cel
D
Schimmel cel

Slide 5 - Quiz

Bij dierlijke cellen zorgt de celwand voor stevigheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Welk organenstelsel wordt hier weergegeven?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel

Slide 7 - Quiz

Als de aarde bij een aardappelplant gedeeltelijk wegspoelt, kan een aardappel boven de grond komen.
Het gedeelte boven de aarde wordt groen. Dit komt doordat plastiden in elkaar overgaan. Welke verandering bij plastiden treedt op in een deel van een aardappel dat boven de grond komt?
A
bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
B
kleurstofkorrels worden zetmeelkorrels
C
zetmeelkorrels worden kleurstofkorrels
D
zetmeelkorrels worden bladgroenkorrels

Slide 8 - Quiz

Als een rozenbottel rijp wordt, verandert de kleur van groen naar rood.
Welke verandering in de plastiden is hiervan de oorzaak?
A
Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
B
Bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
C
Bladgroenkorrels worden kleurstofkorrels
D
Kleurstofkorrels veranderen nooit

Slide 9 - Quiz

Iemand bekijkt een cel onder de microscoop. Hij neemt het volgende waar: chromosomen, plastiden en een vacuole.

Op basis van welke kenmerken weet de leerling zeker dat dit cellen zijn van een plant?
A
Op basis van de plastiden
B
Op basis van de plastiden, chromosomen en vacuole
C
Op basis van de vacuole
D
Op basis van de plastiden en vacuole

Slide 10 - Quiz

Sleep de organen die bij het verteringsstelsel horen naar het vak 'verteringsstelsel'.
Verteringsstelsel
Slokdarm
Maag
Lever
Longen
Hart
Neusholte

Slide 11 - Drag question

Welke uitspraak over de mitose is juist?
A
Er worden geslachtscellen gevormd
B
Er worden cellen gevormd met evenveel chromosomen
C
Er worden cellen gevormd met het dubbele aantal chromosomen
D
Er worden cellen gevormd met de helft van het oorspronkelijke aantal chromosomen

Slide 12 - Quiz

Een cel gaat delen. In welk antwoord staan de stappen in de juiste volgorde als een cel gaat delen?
A
plasmagroei - celdeling - kerndeling
B
kerndeling - plasmagroei - celdeling
C
celdeling - kerndeling - plasmagroei
D
kerndeling - celdeling - plasmagroei

Slide 13 - Quiz

Wat zie je in de afbeelding?
A
een cel
B
een weefsel
C
een orgaan
D
een organenstelsel

Slide 14 - Quiz

Waarmee is de vacuole gevuld?
A
Water met opgeloste stoffen
B
Lucht
C
Cytoplasma
D
Tussencelstof

Slide 15 - Quiz

De maag van een mens is een.....

A
cel
B
weefsel
C
orgaan
D
organenstelsel

Slide 16 - Quiz

Welke organen liggen (deels) boven het middenrif? Sleep deze organen naar het juiste vak.
Sleep de organen die (deels) boven het middenrif liggen naar dit vak
slokdarm
longen
maag
luchtpijp
lever
hart

Slide 17 - Drag question

In de afbeelding zijn delen van het lichaam van een mens getekend. Telkens is een klein stukje verder uitvergroot. In welk deel van de tekening is een weefsel weergegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz

Waar staat de juiste volgorde van klein naar groot?
A
cel - weefsel - orgaan - orgaanstelsel - organisme
B
cel - weefsel - orgaan - organisme - orgaanstelsel
C
weefsel - cel - orgaan - orgaanstelsel - organisme
D
cel - orgaan - weefsel - orgaanstelsel - organisme

Slide 19 - Quiz

Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.
Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel
Plastiden
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Zetmeelkorrels
Celkern

Slide 20 - Drag question

Een organenstelsel is een groep organen die samen een bepaalde functie hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Zet de onderstaande afbeeldingen in de juiste volgorde van de mitose.
Sleep de afbeeldingen naar het juiste nummer.
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5

Slide 22 - Drag question

Een roos is een individu waarvan het leven stopt met de dood
A
ja want dat is de levensloop van een individu
B
ja wat dat is de levensloop van de soort "roos"
C
nee, want dat is de levenscyclus van een individu
D
nee want dat is de de levenscyclus van de roos

Slide 23 - Quiz

Levenscyclus van een koolwitje
1
2
3
4

Pop

Ei

Larve

Imago

eet niet

eet weinig

eet veel

Slide 24 - Drag question

Vul het goede woord in de zin.
Als amfibieën in het water leven zijn ze nog een ...
Ze halen adem door hun ...
De larve verandert. Hij krijgt ...
Deze gedaanteverwisseling noemen we ...
Als het dier pootjes en longen heeft kan het op het gaan leven op het ... 
metamorfose
kieuwen
larve
land
pootjes en longen

Slide 25 - Drag question

Welke levenskenmerken horen bij stofwisseling ?
A
voortplanten
B
voeden
C
uitscheiden
D
ademhalen

Slide 26 - Quiz

Ademhalen, voeden en uitscheiden behoren bij;
A
Ontwikkelen
B
Voortplanten
C
Stofwisseling
D
De 6 levenskenmerken

Slide 27 - Quiz

Heeft een plant organen?


A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Waaruit is een weefsel opgebouwd?
A
Cellen
B
Organen
C
Orgaanstelsel
D
Organismen

Slide 29 - Quiz

Dit is een voorbeeld van.......?
A
torso's
B
organen
C
orgaanstelsel

Slide 30 - Quiz

Enkele organen zijn:
maag - slokdarm - lever

Tot welk organenstelsel behoren deze organen?
A
ademhalingsstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 31 - Quiz

1
2
3
4
5
6
7
wervelkolom
wervel
rib
maag
lever
nier
aorta
holle ader
hart
long
slokdarm
urineblaas
alvleesklier
galblaas
luchtpijp
dunne darm
dikke darm

Slide 32 - Drag question

Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel

Slide 33 - Drag question

Welke onderdelen zitten er in een schimmelcel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
schimmelcel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 34 - Drag question

Welke onderdelen zitten er in een bacteriecel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
bacteriecel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 35 - Drag question

Een bacterie deelt elke 30 minuten. Hoeveel zijn er na 4 uur?

Slide 36 - Open question

Reducenten maken mineralen. Waar zijn deze voor nodig?
A
Planten
B
kaas
C
dieren
D
brood

Slide 37 - Quiz