Havo 3/ hfd 1/ paragraaf 4 en 5 / klokkijken, tijdsbepaling . rangtelwoorden

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Klokkijken en telwoorden

Wie spät ist es?

Esi ist zehn Uhr.

dit waren de woorden die bij klokkijken horen:

halb

halbe Stunde

Viertelstunde

Minuten

um

vor

nach

Stunde     und     Uhr

2 woorden voor uur:

Stunde

Uhr

Wat is het verschil?

0

17:00
(alternatieve antwoorden mogelijk)

1. Es ist fünf Uhr
2. Es ist siebzehn uhr
3. Es ist fünf uhr
4. Es ist siebzehn Uhr

Schrijf de tientallen van 10 t/m 100 in het Duits op: 10, 20, 30 enz

6:30
(alternatieve antwoorden mogelijk)

1. Es ist halb sechs
2. Es ist halb sieben
3. Es ist sechs Uhr dreißig
4. Es ist fünf Uhr dreißig

Kloktijden
3:45
(alternatieve antwoorden mogelijk)

1. Es ist Viertel nach drei
2. Es ist Viertel vor vier
3. Es ist zehn vor vier
4. Es ist fünf nach drei

12: 05
(alternatieve antwoorden mogelijk)

1. Es ist zwölf Uhr
2. Es ist Viertel nach zwölf
3. Es ist fünf nach zwölf
4. Es ist fünf vor zwölf

8:40
(alternatieve antwoorden mogelijk)

1. Es ist zwanzig vor acht
2. Es ist zwanzig nach acht
3. Es ist zwanzig vor neun
4. Es ist acht Uhr vierzig

Schrijf voluit in het Duits:
vijfenveertig, kwartier, tien, voor, na, zesenzestig

Het is 21:45
schrijf voluit /alternatieve antwoorden mogelijk

Het is 20:10
schrijf voluit /alternatieve antwoorden mogelijk

Het is 05:30
schrijf voluit /alternatieve antwoorden mogelijk

Het is 13:00
schrijf voluit /alternatieve antwoorden mogelijk

Het is 14:25
schrijf voluit /alternatieve antwoorden mogelijk

Kloktijden
15:45
(alternatieve antwoorden mogelijk)

1. Es ist Viertel nach drei
2. Es ist Viertel vor vier
3. Es ist zehn vor vier
4. Es ist fünfzehn Uhr fünfundvierzig

Toets Kapitel 1

am 6. Oktober / am sechsten Oktober

Toets bestaat uit:

-Grammatik 

- Lernbox 

- Redemittel   

tijdsbepalingen

1. im →  Als je wilt zeggen in welke maand/ seizoen iets gebeurt.

2. am →  Als je wilt zeggen in welke datum /dag vd week/dagdeel iets gebeurt. 

3. um →  Als je wilt zeggen om hoe laat iets gebeurt.  

4. von ....bis  →   als je tijdsduur wilt aangeven.

Vertaal de volgende woorden:
(op) ....... Montag / Mittag / ... 5. August =
(in) ........ Juli / Winter =
(om) ...... acht Uhr =
(van ... tot) ....... Montag ........ Freitag =

...... ersten Juli habe ich Geburtstag

1. Um
2. Im
3. Am

...... Januar ist es kalt.

1. Im
2. Um
3. Am

Ich habe einen Termin beim Zahnarzt .............. 3. April 2020.

1. am
2. im
3. um
4. von.....bis

.....Viertel vor 8 bin ich zu Hause

1. Am
2. Um
3. Im

.....Viertel vor 8 bin ich zu Hause

1. Am
2. Um
3. Im

vertaal: op 15 november

1. um 15. November
2. im 15. November
3. den 15. November
4. am 15. November

Wir fahren wahrscheinlich .......... Juni in die Türkei.

1. am
2. im
3. um
4. von...bis

Vul in welke tijdsbepalingen wij gebruiken bij:

1. .............. → Als je wilt zeggen in welke maand/ seizoen iets gebeurt.
2. ........ → Als je wilt zeggen in welke datum /dag vd week/dagdeel iets gebeurt.

Vul in welke tijdsbepalingen wij gebruiken bij:

1. ............... → Als je wilt zeggen om hoe laat iets gebeurt.
2. ............→ als je tijdsduur wilt aangeven.

Datum en Rangtelwoorden

1 t/m 10 goed leren, er zijn een aantal uitzonderingen, zie blauw

 eins  -  erste(n) 

zwei - zweite(n)

 drei - dritte(n)

vier - vierte(n)

fünf fünfte(n)

sechs sechste(n)

sieben siebte(n)

acht - achte(n)

10 t/ 19 goed       →  -te(n)

neun - neunte(n)

zehn - zehnte(n)

elf -  elfte(n)

vanaf 20             → -ste(n)

zwanzig - zwanzigste(n)

dreißig - dreißigste(n)

Vul de volgende rangtelwoorden volledig in.

am 1.1. = am ........ Januar
am 30.2. = am ............. Februar
am 3.3. = am .......... März

Vul de volgende rangtelwoorden volledig in.
am 7.7. = am ................... juli
am 8.8. = am ................. August
am 9.9. = am ............ September
am 12.12. = am ................. Dezember