les 6 Schat je risico (o.a. oefenopgaven voor SE)

Welkom allemaal!
Vandaag:
- practicumverslag terug!

- enkele oefenopgaven voor SE
- werken aan PO
- oh ja, huiswerkcontrole! Leg je schrift, met naam,  op mijn bureau
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NLTMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom allemaal!
Vandaag:
- practicumverslag terug!

- enkele oefenopgaven voor SE
- werken aan PO
- oh ja, huiswerkcontrole! Leg je schrift, met naam,  op mijn bureau

Slide 1 - Slide

Grafiek in verslag....
Wat was de onderzoeksvraag? --> 'Wat is de invloed van de zoutconcentratie op de ontkieming van tuinkerszaadjes? '

Dan moet de grafiek daar ook over gaan! En niet over de tijd. 
'Ja maar, waarom moesten we dan op verschillende dagen kijken? ' Goede vraag!

Slide 2 - Slide

Voorbeeldgrafieken: (maar wat moet er op x- en y-as?)

Slide 3 - Slide

Algemeen:
1. Als je een grafiek maakt, moet die in 1 oogopslag antwoord geven op je onderzoeksvraag.
2. Daarbij moet de onafhankelijke variabele ('wat je weet', wat je zelf varieert, in dit geval het zoutgehalte) op de X-as...
3. .... en de afhankelijke variabele (wat je meet, in dit geval het aantal ontkiemde zaadjes) op de Y-as.
4. Let op de schaalverdeling (vooral op de X-as gaat dit vaak fout)

Slide 4 - Slide

Welke is het best?

Slide 5 - Slide

Twee leerlingen doen een bewering over de functie van gifstoffen in de natuur.
Mar zegt dat dieren soms gifstoffen maken om zich tegen vijanden te beschermen.
Koso zegt dat dieren soms gifstoffen maken om een prooi te vangen.
Wie heeft of hebben er gelijk?
A
Mar en Koso hebben allebei gelijk
B
Alleen Mar heeft gelijk
C
Alleen Koso heeft gelijk
D
Geen van beiden hebben gelijk

Slide 6 - Quiz

Waarom worden bij testen voor de toxiciteit proefdieren gebruikt en geen bacteriën?

Slide 7 - Open question

Vraag over alcohol...inleiding
Teveel alcohol is schadelijk. Alcohol wordt langzaam in het lichaam afgebroken door de lever. De totale hoeveelheid alcohol die het lichaam per uur kan afbreken, wordt geschat op 7 gram alcohol per uur. Bij een hogere consumptie blijft het teveel aan alcohol via het bloed circuleren in het lichaam tot de lever in staat is om het af te breken.

Slide 8 - Slide

Bier bevat per glas (250 ml) 5% alcohol
Iemand van 20 jaar en 75 kg drinkt ’s avonds om 10 uur 8 standaardglazen bier. De volgende ochtend om 8 uur stapt hij in zijn auto.


 Bereken hoeveel alcohol er nog in zijn lichaam aanwezig is.

Slide 9 - Slide

Antwoord.....
8 glazen van 250 ml = 2000 ml. 
5% alcohol: 0,05 van 2000ml = 100 ml  (is ongeveer 100 g)
Per uur wordt 7g afgebroken, in 10u tijd wordt dus 70g afgebroken.
Er blijft dus 30g alcohol over in het lichaam 
(en dat moet je dan weer omrekenen naar een promillage maar dat slaan we even over)

Slide 10 - Slide

Extrapolatie
Bij de extrapolatiemethode wordt de veilige inname voor de mens berekend uit de veilige dosis, die bij proefdieren is gevonden. De veilige grenswaarde voor de mens is dan een bepaalde factor kleiner dan de veilige grenswaarde van de proefdieren.
Uit welke componenten bestaat deze factor en wat is dus de getalwaarde van deze factor? (antwoorden in volgende dia)



Slide 11 - Slide

Uit welke componenten bestaat deze factor en wat is dus de getalwaarde van deze factor?

Slide 12 - Open question

Rest van de les
Tijd om aan je PO te werken.
Huiswerkcontrole

Ter herinnering:
SE-toets ('repetitie') dinsdag 25 januari
PO inleveren: donderdag 27 januari

Slide 13 - Slide