Lezen les 1 tot en met 5 (herhalen 1 / 2/ 3) + 3.4

Leg klaar

Leerwerkboek deel A
Schrift / pen
iPad (dicht)

Les 1

1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leg klaar

Leerwerkboek deel A
Schrift / pen
iPad (dicht)

Les 1

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Deze les:

  • herhalen theorie 1.3, 2.3 en 3.3.


Einde les: belangrijkste theorie genoteerd

Slide 3 - Slide

Wat is het tekstdoel van een uiteenzetting?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 4 - Quiz

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 5 - Open question

Hoe vind je een kernzin
in een alinea?
A
Is altijd de eerste zin.
B
Is altijd de laatste zin.
C
Andere zinnen geven uitleg over de kernzin.

Slide 6 - Quiz

Welke functie van de inleiding past het best bij een betoog?
A
onderwerp noemen
B
aanleiding noemen
C
mening geven
D
samenvatting geven

Slide 7 - Quiz

Welke tekstvorm heeft bijna
nooit een slot?
A
betoog
B
artikel
C
klachtenbrief
D
nieuwsbericht

Slide 8 - Quiz

De kerstvakantie was veel te kort, met als gevolg dat ik mijn boek nog niet uit heb.
A
concluderend verband
B
oorzaak/gevolg verband
C
middel/doel verband
D
samenvattend verband

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen 1.3 (p. 22)
  • wat is een artikel  (= uiteenzetting)
  • onderwerp/hoofdgedachte van een tekst
  • opbouw alinea's
  • functies inleiding en slot
  • tekstverbanden herkennen
  • kennis voorgaande leerjaren (opdracht 1 a/b) 
Mindmap
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Cornell

Slide 11 - Slide

Leerdoelen 2.3 (p. 107)

  • Nieuwsbericht
  • Tekstdoel
  • Tekstsoort
  • Tekstvorm
  • Kritisch lezen
  • Leespubliek
Cornell methode

  • Noteer de belangrijkste punten (kenmerken).
  • Noteer voorbeelden.
  • Bedenk 2 vragen over de theorie.
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Leerdoelen 3.3 (p. 186)
  • Wat is een betoog?
  • Objectieve en subjectieve argumenten herkennen.
  • Argumenten kritisch lezen
  • Argumenten, tegenargumenten en weerlegging herkennen.
Kies zelf: mindmap, braindump, Cornell methode, ....

Slide 13 - Slide

Vooruitblik


Les 2: opstarten paragraaf 3.4
Kies deze week weer een boek uit D-niveau.
Volgende week dinsdag meenemen.

Slide 14 - Slide

Leg klaar

Leerwerkboek deel A
Schrift / pen
iPad (dicht)
Les 2


Slide 15 - Slide

Lees tekst 1 pagina 200

timer
7:00

Slide 16 - Slide

Planning
  • Opstarten paragraaf 3.4
  • Werkmoment
  • Vooruitblik

Slide 17 - Slide

Leerdoelen 3.4
  • Een betogende tekst schrijven.
  • Blokjesschema voor opbouw argumentatie.
  • Hoe je argumentatie controleert => want, maar, echter.
  • Hoe je overtuigend en actief schrijft.

Slide 18 - Slide

Schema (p. 198 en 199)
Standpunt/mening: ________________________________
want...
want...
maar ....
argument 1


argument 2
tegenargument
toelichting/voorbeeld


toelichting/voorbeeld
echter...
weerlegging

Slide 19 - Slide

Voorbeeld => samen vraag 5
Standpunt/mening: Vuurwerk moet verboden worden
want...
want...
maar ....
er gebeuren veel  ongelukken mee
politie wil niet meer werken.
het is moeilijk te handhaven.
Bij de afgelopen jaarwisseling 367 mensen op de eerste hulp gekomen.
268 hulpverleners met geweld in aanraking gekomen.
echter...
op de lange termijn gaat de gewoonte wel geaccepteerd worden.

Slide 20 - Slide

Bespreken tekst 1

Welke signaalwoorden zie je?
Welke woorden ken je niet?
Waar gaat het over?

Slide 21 - Slide

Werkmoment

Maak van 3.4: 5, 6, 7 a, b en c.
Werk in je leerwerkboek en schrift.

Einde les antwoorden bespreken =>
                                                        noteer de regelnummers

Slide 22 - Slide

Antwoord vraag 6: noem de twee argument met voorbeeld/toelichting
noteer ook regelnummer

Slide 23 - Open question

Noem de 2 tegenargument en de weerlegging ervan.
Noteer ook regelnummer.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Vooruitblik


Les 3: verder met paragraaf 3.4
Kies deze week weer een boek uit D-niveau.
Volgende week dinsdag meenemen.

Slide 26 - Slide

Leg klaar

Leerwerkboek deel A
Schrift / pen
iPad (dicht)
Les 3


Slide 27 - Slide

Boekpromotie

Slide 28 - Slide

Planning
  • Hoe schrijf je een betoog?
  • Werkmoment
  • Vooruitblik

Slide 29 - Slide

Schrijfstijl betoog (p. 201)
Helder => gebruik signaalwoorden
Beeldend => show, don't tell
Zelfverzekerd => het zou kunnen zijn dat... => het is zo dat..
Gevarieerd => zinslengte, volgorde (inversie) woordkeuze
Persoonlijk => actieve zinnen


Slide 30 - Slide

Schrijfstijl betoog (p. 202)

Actieve zinnen: het onderwerp doet iets.

Vergelijk:
In het onderzoek wordt aangetoond dat ...
Het onderzoek toont aan dat ...

Slide 31 - Slide

Werkmoment
Les 1: Maak van 3.4: 5, 6, 7 a, b en c.
Les 2: Maak van 3.4: 9, 11, 12a, b, c, 13 (ALLEEN DE KERN UITSCHRIJVEN, dit mag digitaal)

Einde les minimaal: 9a laten zien

Slide 32 - Slide

Oefenen met blokjesschema 3.4
Opdracht 11: Kies 1 stelling, zoek eventueel informatie.
Opdracht 12: Vul blokjesschema in met steekwoorden.

Opdracht 13: Schrijf een deel van de kern helemaal uit door:
  • Kies 1 argument. Werk uit met voorbeeld/toelichting
  • Schrijf de weerlegging.
  • Gebruik signaalwoorden: want, maar echter.

Slide 33 - Slide

Vooruitblik volgende week
Volgende les: 
  • opdrachten af, blokjesschema vraag 12 in je schrift
  • elkaars kern lezen (opdracht 13: mag digitaal)
Tevens 
  • Oefen met teksten voor de toets.
  • Nieuw leesboek meenemen.

Slide 34 - Slide

Leg klaar

Leerwerkboek deel A
Je nieuwe leesboek
Schrift / pen
iPad (dicht)
Les 4


Slide 35 - Slide

timer
10:00

Slide 36 - Slide

Planning
  • Controleren argumenten / tegenargument / weerlegging 
  • Werkmoment
  • Vooruitblik

Slide 37 - Slide

Vraag 13
  • wissel van iPad/schrift
  • pak je schrift en pen erbij
  • volg de stappen

We gaan het blokjesschema maken dat je buur heeft gemaakt. Dus => die tekst afdekken.

Slide 38 - Slide

Stap 1: argument AUB
Noteer de stelling: .................

A: noteer het argument bij de stelling (want)
U: noteer de uitleg bij het argument of
B: noteer het voorbeeld bij het argument

Slide 39 - Slide

Stap 2: weerlegging
Het standpunt/mening is..................
Het argument is .................. (want)

Vul aan:
Het tegenargument is ................... (maar)

Slide 40 - Slide

Stap 3: weerlegging
Het standpunt/mening is..................
Het argument is .................. (want)
Het tegenargument is ................... (maar)

Vul aan:
De weerlegging is ........................ (echter)

Slide 41 - Slide

Werkmoment = plan voor jezelf
  • Paragraaf 1.3: leestaak of test jezelf
  • Paragraaf 2.3: leestaak of test jezelf
  • Paragraaf 3.3: leestaak of test jezelf
  • Paragraaf 3.4: theorie lezen / gemaakte opdracht bekijken

Slide 42 - Slide

Vooruitblik
Volgende les: 
  • Doornemen alle theorie via LessonUp
  • Oefen met teksten voor de toets.
  • Mindmap / Cornell methode voor theorie.

Volgende week:
  • Les 1: oefenen / vragen stellen  Les 2: toets

Slide 43 - Slide