Week 23 - les 1

Deutsch
Klasse 2
Woche 23
Unterrichtsstunde 1
1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deutsch
Klasse 2
Woche 23
Unterrichtsstunde 1

Slide 1 - Slide

W                       wie geht es euch?

Slide 2 - Slide

Prüfung in der Prüfungswoche
Kapitel 5
- Worter Niederländisch -Deutsch
Grammatik A + B
Kapitel 6
Wörter Niederländisch -Deutsch
Grammatik A
Sprachmittel (zinnen)
Kapitel 7: wohnen 
- Wörter Niederländisch-Deutsch (S.60)
- Grammatik A + B (S. 62)


Slide 3 - Slide

Grammatik Kapitel 7
Het persoonlijk + vragend voornaamwoord in de 4e naamval 

Voorzetsels 4e naamval

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welke 6 voorzetsels horen bij de 4e naamval?

Slide 8 - Open question

Meine Eltern lesen gerne. Das Buch ist für ...

Slide 9 - Open question

Ihr esst doch gern Süßes! Die Schokolade ist für ...

Slide 10 - Open question

Mein Onkel hört gerne Musik. Der Kopfhörer ist für ...

Slide 11 - Open question

Meine Schwester liebt Pferde. Das Pferdeposter ist für ...

Slide 12 - Open question

Aber für ... ist die Blockflöte? Wer hat sich die gewünscht?

Slide 13 - Open question

Du magst doch Tiere? Den Goldfisch habe ich für ... gekauft!

Slide 14 - Open question

Diese Vase habe ich selbst gemacht. Die ist für ... , Herr Liebig!

Slide 15 - Open question

Das große Geschenk dort möchte ich gern haben. Hoffentlich ist es für ...

Slide 16 - Open question

Nu gaan we oefenen met de woorden EN grammatica van H7

Slide 17 - Slide

Daarvoor heb je nodig:
- Pen + papier
- Werkboek B (blz. 60 + 62)

Slide 18 - Slide

Vertaal voor jezelf de volgende zinnen:

1. Is de spiegel voor mij?
2. Het bed is klein voor hem.
3. Heeft hij zonder ons het huis schoongemaakt?
De fauteuil is groot, maar door hem is de kamer gezellig. 

Tijd: 5 min. 
(Daarna bespreken we de zinnen :) 

Slide 19 - Slide

1. Is de spiegel voor mij?

Slide 20 - Open question

2. Het bed is klein voor hem

Slide 21 - Open question

3. Heeft hij zonder ons het huis schoongemaakt?

Slide 22 - Open question

4. De fauteuil is groot, maar door hem is de kamer gezellig.

Slide 23 - Open question

Tot slot ...
Nog even oefenen met de kleuren in het Duits.

Slide 24 - Slide

Welke kleur is dit?

Slide 25 - Open question

Welke kleur is dit?

Slide 26 - Open question

Welke kleur is dit?

Slide 27 - Open question

Welke kleur is dit?

Slide 28 - Open question

Welke kleur is dit?

Slide 29 - Open question

Welke kleur is dit?

Slide 30 - Open question