Lijdende en bedrijvende vorm

Grammatica herhaling + lijdende en bedrijvende vorm
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica herhaling + lijdende en bedrijvende vorm

Slide 1 - Slide

Bedrijvende en lijdende vorm
Aan het einde van deze les kun je:
- onderscheid maken tussen de bedrijvende en lijdende vorm
- zinnen met een lijdende vorm herschrijven in de bedrijvende vorm en omgekeerd. 

Slide 2 - Slide

Grammatica zinsdelen
gezegde: alle werkwoorden
onderwerp: wie/ wat + gezegde
*lijdend voorwerp: wie/ wat + gezegde + onderwerp
*meewerkend voorwerp: aan wie/voor wie
*bijwoordelijke bepaling (rest)

Slide 3 - Slide

Wat is het gezegde?
Daphne heeft een zakje snoep gekocht.
A
Daphne
B
heeft
C
een zakje snoep
D
heeft gekocht

Slide 4 - Quiz

Wat is het onderwerp?
Tessa heeft haar honden uitgelaten.
A
Tessa
B
heeft
C
haar honden
D
heeft uitgelaten

Slide 5 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?
Luke heeft een huis gebouwd.
A
Luke
B
heeft
C
een huis
D
heeft gebouwd

Slide 6 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?
Roy geeft een bosje bloemen aan Dimphy.
A
Roy
B
geeft
C
een bosje bloemen
D
aan Dimphy

Slide 7 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Tommy en Mila liepen gisteren in het park. (2x)
A
Tommy en Mila
B
liepen
C
gisteren
D
in het park

Slide 8 - Quiz

Welk zinsdeel/ welke zinsdelen vind je moeilijk? (voor volgende keer)
gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bep.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

a. De dieven hebben mijn laptop gestolen.
b. Mijn laptop is door de dieven gestolen.

Wat valt je op aan het zinsdeel 'de dieven'?

Slide 11 - Open question

a. De dieven hebben mijn laptop gestolen.
b. Mijn laptop is door de dieven gestolen.

In welke zin doet het onderwerp echt iets?
A
A
B
B

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het gras van onze tuin werd door de hovenier gemaaid.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 15 - Quiz

De rechercheur vond bloedspetters op de muur van de keuken.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 16 - Quiz

Dit werkstuk is door vier leerlingen uit mijn klas gemaakt.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 17 - Quiz

Wis je alle mailadressen van je oude vrienden uit je bestand?
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Zet om van bedrijvend naar lijdend:
Timo heeft tijdens de tekenles een mooie tekening gemaakt.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Zet om van lijdend naar bedrijvend:
De hoge torens zijn door de deelnemers van Lego Masters gemaakt.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Zet om:
De piano wordt elk jaar door de pianostemmer gestemd.

Slide 26 - Open question

Ik kan onderscheid maken tussen de bedrijvende en de lijdende vorm.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik kan de zinnen herschrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Nu zelf aan de slag
4.2 grammatica
inleiding + deel 1 (1 t/m 11)
Voortgangstoets 4.1

Klaar? Taalspel, lezen, huiswerk van een ander vak.

Slide 29 - Slide