Hoofdstuk 3, Paragraaf 4

Tekst
Hoofdstuk 3, paragraaf 4.
Ontstaan Christendom
Pagina 121
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tekst
Hoofdstuk 3, paragraaf 4.
Ontstaan Christendom
Pagina 121

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij doen vandaag?
  • Toetsstof 
  • Terugblik (Huiswerkvraag) + controle
  • Studiewijzer
  • Instructie
  • Aan de slag!
  • Afsluiter
Bron 1: Zilveren ring met christelijk teken (christogram) uit een 4de-eeuwse christelijke begraafplaats in Tongeren een van de oudste bewijzen van christenen in Nederland.

Slide 2 - Slide

Huiswerkvraag

Slide 3 - Slide

Studiewijzer 19 - 12 t/m 23 -12
Week
Lesdoel
Opdracht
12-12 - 16/12
1. Je kunt met voorbeelden uitleggen wat het verschil is tussen monotheïstische en polytheïstische godsdiensten.

Je kunt uitleggen hoe het christendom ontstond en de belangrijkste kenmerken noemen van de christelijke geloofsleer.

3. Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de late oudheid ontwikkelde. (Levenslijn)
Maak 1 t/m 13
van paragraaf 3.4

Slide 4 - Slide

Weet je het nog? 
Zowel de Egyptenaren, de Grieken en de Romeinen geloofde in meerdere goden. Hoe noemen wij het geloof in meerdere goden?

..........................................................................................

Slide 5 - Slide

Geloven in één god
De veroverde volkeren van de Romeinen mochten vaak hun geloof behouden. 
Zo ook in Judea. Daar geloofden mensen in het Jodendom, bijzonder omdat:
1: Monotheïsme, geloof in één god.
2: Heilige boeken met leefregels.
3: God zou hen een land geven, Israël.


Slide 6 - Slide

Het christendom
Wat weet je al van het christendom af? 

Slide 7 - Slide

Het christendom (Historische verhaal)
Jezus gezien als onruststoker en werd vervolgd.
Vervolgens werd hij gekruisigd. 

Kenmerken christendom:
Bijbel 
God
Jezuskst
Christenen
Bron 1: Schilderij over de vervolging van christendom in het Romeinse Rijk

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
Lees: Hoofdstuk 3, paragraaf 4
Maak: Opgave 3 t/m 13

Klaar?
Nakijken opdrachten met nakijkboekje.
Leren paragraaf 1, 2 en 4 van hoofdstuk 3.
+ Maken Test Jezelf op MEMO (online). 
timer
10:00

Slide 9 - Slide

POLYHEÏSME
MONOTHEÏSME

Slide 10 - Slide

Tekst
Hoofdstuk 3, paragraaf 4.
Ontstaan Christendom
Pagina 121

Slide 11 - Slide

Wat gaan wij doen vandaag?
Terugblik
Studiewijzer
Keizer Nero + Instructie
Aan de slag!
Afsluiting
Bron 1: Zilveren ring met christelijk teken (christogram) uit een 4de-eeuwse christelijke begraafplaats in Tongeren een van de oudste bewijzen van christenen in Nederland.

Slide 12 - Slide

Terugblik
Op het bord staat een woordweb.
Vul dit woordweb aan, met: 

De belangrijkste kenmerken van het christelijk geloof. 
timer
2:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Studiewijzer 19 - 12 t/m 23 -12
Week
Lesdoel
Opdracht
12-12 - 16/12
1. Je kunt met voorbeelden uitleggen wat het verschil is tussen monotheïstische en polytheïstische godsdiensten.

Je kunt uitleggen hoe het christendom ontstond en de belangrijkste kenmerken noemen van de christelijke geloofsleer.

3. Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de late oudheid ontwikkelde. (Levenslijn)
Maak 1 t/m 13
van paragraaf 3.4

Slide 15 - Slide

Het christendom in het Romeinse Rijk
Christen werden als bedreiging gezien en werden dus vervolgd.

Wie niet het christelijk geloof op wilde geven werd:
  1. Gekruisigd,
  2. Verbrand,
  3. Voor de leeuwen gegooigd.
Bron 1: Buste van Keizer Nero. Nero stond er bekend om dat hij veel christenen vervolgde. 

Slide 16 - Slide

Het christendom in het Romeinse Rijk
Ondanks vervolgingen:
Groeide het christendom.

Christenen hadden eigen bestuurders. In Rome de V.I.P, de Paus. Hij geeft leiding aan de Kerk.
Bron 2: Paus Franciscus , de huidige paus. 

Slide 17 - Slide

Het christendom in het Romeinse Rijk
Het straffen van christenen hielp niet. Keizer Constantijn: 313 de vervolgingen stoppen. 

Er worden kerken gebouwd en christelijke bestuurders benoemd.

4e eeuw: Keizer Theodosius maakt christendom tot staatsgodsdienst.
Bron 3: Keizer Constantijn laat zich dopen. Hij wordt hiermee de eerste christelijke Romeinse keizer. Hierdoor worden de omstandigheden voor de christenen in het Romeinse Rijk steeds beter. 

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
Lees: Hoofdstuk 3, paragraaf 4
Maak: Opgave 3 t/m 13

Klaar?
Nakijken opdrachten met nakijkboekje.
Leren paragraaf 1, 2 en 4 van hoofdstuk 3.
+ Maken Test Jezelf op MEMO (online). 
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Afsluiting ''De levende tijdlijn''.

  • Elke rij in de klas is een team.
  • Elk teamlid krijgt één kaartje toegewezen. 
  • Doel: Zo snel mogelijk op de juiste volgorde staan, van vroeg naar laat
  • Sta hiervoor in een rij naast elkaar. De docent controleert of het goed is! 8 kaartjes per team. 

timer
5:00

Slide 20 - Slide