Dinsdag 13-06: oefenen voor afsluitende leestoets, les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 1,2

Welkom 2B!

• Telefoons in de bak.
  
• Plek zoals op de plattegrond.
  
• Tas naast de stoel.
  
•  Leesdoek, Chromebook op tafel.
• Gezicht naar het bord.

Lezen

5 minuten.

In stilte.

Denk aan de afspraken...

1. We wachten met onze tas inpakken tot de docent heeft gezegd dat dit mag.
   
2. We lopen niet door het lokaal zonder het te vragen.
   
3. Als je binnenkomt ga je zitten op je plek (plattegrond) en pak je je spullen.
   
4. Tijdens de uitleg is het stil en letten we goed op.
   
5. We houden het lokaal netjes.

Denk ook hieraan...

1. Niet aan de afspraken houden > naam op het bord.
   
2. Bij een waarschuwing komt er een streepje achter.
   
3. Drie streepjes = bij de docent zitten.
   
4. Eerst waarschuwing daarna = nablijven.

Voor degenen die ik apart heb gesproken, gelden de afspraken die we hebben gemaakt tijdens het gesprek >

3 waarschuwingen in 1 les = naar teamleider.

We gaan nu beginnen met oefenen voor de leestoets

• Let goed op.
• Iets zeggen = vinger opsteken.
• We doen actief mee. 

Als een tekst vooral feiten bevat, is een tekst betrouwbaar.

1. Waar
2. Niet waar

Een hoofdzaak is iets wat onmisbaar is in het verhaal.

1. Waar
2. Niet waar

Beschrijf in je eigen woorden wat een "bijzaak" is.

Wat wordt volgens jou bedoeld met een "deelonderwerp"

Onderwerp en deelonderwerp

Onderwerp > Waar de hele tekst over gaat. Bijvoorbeeld sport.

Deelonderwerp > Een onderwerp van een alinea of een paar alinea's. Vaak een onderdeel van het hoofdonderwerp. Bijvoorbeeld basketbal.

Hoofd en bijzaken

apps.noordhoff.nl

Weet je nog?

Denk er voor jezelf kort over na.

Daarna wijs ik iemand aan.

Wat is een deskundige?

Oefenen

1. Je krijgt een blad met oefenvragen.
2. Zet je naam op het blad.
3. Lees de tekst rustig en goed. Maak dan de vragen.
4. Je hebt tot 09:15. Daarna nakijken.
5. Klaar? Komen laten zien. In orde = iets voor jezelf doen.

Nakijken

We lezen mee.

We luisteren naar elkaar.

We verbeteren zo nodig het antwoord.

Voorlezen