11.3 evolutie hgs

H 11.3 Evolutie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H 11.3 Evolutie

Slide 1 - Slide

Selectie

Slide 2 - Slide

11.3  Leerdoelen
  • Wat ontdekte Darwin
  • Hoe ontstaan verschillende rassen
  • Wat is natuurlijke selectie
  • Hoe ontstaan nieuwe soorten
  • Hoe ontstaat erfelijke variatie
  • Wat is evolutie

Slide 3 - Slide

Begrippenlijst
  • evolutietheorie.
  • ras-selecteren-kruisen-veredelen of kunstmatige selectie.
  • variatie in fenotype- genotype-erfelijke variatie-aangepast-natuurlijke selectie.
  • nieuwe soorten: 1:erfelijke variatie-2:natuurlijke-selectie-:isolatie.
  • mutaties-albino.
  • evolutie: 1:variatie-2:variatie is erfelijk-3:er is (natuurlijke) selectie

Slide 4 - Slide

juist
Dit konijn valt minder op voor roofdieren
nee
een roofdier heeft dit konijn snel gezien

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Welke term omschrijft de afbeelding hiernaast het beste?
A
Natuurlijke selectie
B
Isolatie
C
Variatie
D
Evolutie

Slide 9 - Quiz

Welke term omschrijft de kruisjes in de afbeelding hiernaast het beste?
A
Variatie
B
Natuurlijke selectie
C
Survival of the fittest
D
Ongunstig fenotype

Slide 10 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van isolatie?
A
Een rivier die plots een bosgebied in twee delen scheidt
B
Deel 1 van een groep bruine kikkers paart enkel in maart
C
Kleinere koolmezen eten enkel insecten tussen boombladeren
D
Enkele herten hebben geen pigment in hun vacht

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Ontstaan nieuwe soorten
1-Variatie in een populatie (erfelijk, door mutatie)
2-Natuurlijke selectie De verschillende leefomgeving geven
     andere eigenschappen voordeel
3-Survival of the fittest --> best aangepaste plant zich voort  
4-Isolatie --> Geen contact met andere populaties 
5-Wanneer isolatie weer voorbij is --> samen geen (vruchtbare)
nakomelingen --> nieuwe soort

Slide 14 - Slide

Hoe onstaan verschillende rassen?
Definitie ras: Een ras is een groep individuen van dezelfde soort, met ongeveer hetzelfde fenotype:

1. selecteren bepaalde eigenschap
2. kruisen [laten paren]
3. selecteren bepaalde eigenschap
4. kruisen
Veredelen of kunstmatige selectie

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Hoe ontstaat erfelijke variatie?
-Mutaties in het DNA van een geslachtscel --> (het  individu heeft een iets ander genotype gekregen).
-Door variatie in genotype is ook variatie in fenotype.

Sommige mutaties zijn gunstig, dus leveren een grotere overlevingskans op, dus ook meer kans op nakomelingen. 
Het nieuwe fenotype komt dan steeds vaker voor. 

Slide 17 - Slide

Wat is Evolutie?
  • Evolutie= langzaam ontstaan van het ene soort uit een andere soort
  • Dit proces heeft het volgende principe:
     ‘Het best aangepaste organisme heeft de grootste kans om te overleven en zijn erfelijke eigenschappen door te geven aan de volgende generatie’

  • Voorwaarden voor evolutie: *
    Er is variatie 
                                                                  *De variatie is erfelijk (dus mutatie)
                                                                   *Er is (natuurlijke) selectie 

Slide 18 - Slide

De grondlegger van de evolutietheorie
A
Lamarck
B
De Vink
C
Darwin
D
MH2F

Slide 19 - Quiz

Als bij een soort veel verschillende genotypen voorkomen, heeft deze soort een ... (vul in) ... overlevingskans.
A
kleinere
B
grotere

Slide 20 - Quiz

11.3 (Huis)werk
11.3 M. opdr.2 ,3 ,5 ,6 ,8 ,10 ,11 ,12 ,13 ,15 ,16 ,17 ,18 t/m 21

Samenvatten 

Slide 21 - Slide

Ik geloof in de evolutie theorie
A
Ja!
B
Nee, door mijn geloof
C
Nee, door de feiten tegen evolutie
D
Ik weet het niet

Slide 22 - Quiz

Wat is het fenotype?
A
De samenstelling van genen
B
De eigenschappen die tot uiting komen
C
De eigenschappen die niet tot uiting komen
D
De samenstelling van fenen

Slide 23 - Quiz

Waarom vindt er natuurlijke selectie plaats?
A
Omdat er dan natuurlijk wordt geselecteerd
B
Omdat sommige soorten niet mogen bestaan
C
Zodat gezonde/aangepaste soorten kunnen overleven
D
Omdat wij dat willen

Slide 24 - Quiz

Wat heeft de verandering van het klimaat en verandering van fenotype tot gevolg?
A
De aarde vergaat
B
De dieren gaan dood
C
Er ontstaan nieuwe soorten
D
Er gebeurt niets

Slide 25 - Quiz

Wat is een argument voor de evolutie theorie?
A
Dieren met overeenkomende bouw
B
We weten het gewoon
C
Omdat Darwin dat zegt
D
Geen van allen

Slide 26 - Quiz