6 januari

Welkom! 
6 januari 
Literatuur en groepsboek
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom! 
6 januari 
Literatuur en groepsboek

Slide 1 - Slide

Planning
10 minuten: lesopening, planning, leerdoelen, startvraag
15 minuten: quiz over literaire theorie tijd en spanning 
20 minuten: groepswerk
5 minuten: afronding

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Na deze les...
  • ken je de begrippen van tijd en spanning 
  • kun je voorzichtig beginnen met het toepassen van deze lastige/nieuwe begrippen
  • heb je verder gelezen uit je groepsboek

Slide 3 - Slide

Startvraag: op welke bladzijde van jouw groepsboek ben jij nu? Wees eerlijk.
timer
1:30

Slide 4 - Open question

Quiz over tijd en spanning

Slide 5 - Slide

Quizvraag 1: bij een tijdverdichting...
A
Vat de schrijver de verstreken tijd samen in een paar woorden.
B
Slaat de schrijver periodes over (regels wit) en besteedt er geen woorden aan.

Slide 6 - Quiz

Theorie
Tijdverdichting: Als de schrijver stukken tijd samenvat in een aantal woorden. 

Tijdsprong: Als de schrijver periodes overslaat (regels wit) en daar geen woorden aan besteedt.

Tijdvertraging: Als de schrijver de gebeurtenissen langer duren dan ze normaal aan tijd gekost zouden hebben.

Slide 7 - Slide

Quizvraag 2: De vertelde tijd van een verhaal geef je weer in:

A
uren, dagen, jaren…
B
regels, pagina’s

Slide 8 - Quiz

Theorie
De vertelde tijd geeft aan hoelang de gebeurtenissen hebben geduurd (uren, dagen, jaren…).

De verteltijd is de tijd die schrijver nodig heeft om het verhaal te vertellen ( je drukt de verteltijd uit in regels, pagina’s).

Slide 9 - Slide

Quizvraag 3: In een sujet worden de verhaalgebeurtenissen:
A
weergegeven in de chronologische volgorde.
B
weergegeven in de volgorde waarin je (de lezer) ze gepresenteerd krijgt.

Slide 10 - Quiz

Theorie
Worden de gebeurtenissen in de volgorde verteld waarin ze zich hebben afgespeeld dan noem je het een chronologisch verhaal.

De fabel van een verhaal is een korte zakelijke chronologische weergave van de belangrijkste gebeurtenissen.

Een sujet is een samenvatting in de volgorde van het boek.

Slide 11 - Slide

Quizvraag 4: Een flashforward...
A
Slaat periodes (regels wit) over door er geen woorden aan te besteden.
B
Geeft informatie over het verleden en maakt het heden zo begrijpelijker.
C
Onderbreekt de chronologie van een verhaal.
D
Zinspeelt op iets dat nog moet gebeuren

Slide 12 - Quiz

Theorie
Een flashback onderbreekt de chronologie van een verhaal, een terugblik in het verleden.

Een flashforward verwijst naar iets wat nog te gebeuren staat.

Een tijdsprong ontstaat als de schrijver periodes overslaat (regels wit) en daar geen woorden aan besteedt.

Slide 13 - Slide

Aan de slag
  1. Verdeling in Breakoutrooms 
  2. Je hebt 20 minuten de tijd om zowel in je boek te lezen (evt. voorlezen) als wel een analyse van de tijd/spanning te maken. 
  3. Probeer dit echt eerst zelf! Dus zonder hulp van internet. (Uiteindelijke eindopdracht groepsboek moet door plagiaatcheck...) 
  4. Gebruik de literaire theorie op cambiumned.nl 

Na 20 minuten bespreken we na en ronden we af. 
Vragen?

Slide 14 - Slide

Afrondingsvraag: is jouw boek spannend?
Waarom wel/waarom niet?
timer
2:00

Slide 15 - Open question

Afronding
Als het goed is...
  • ken je de begrippen van tijd en spanning 
  • kun je voorzichtig beginnen met het toepassen van deze lastige/nieuwe begrippen
  • heb je verder gelezen uit je groepsboek

HW: 
maandag ben je ongeveer halverwege je groepsboek --> doorlezen dus! 

Slide 16 - Slide