Van Water t/m coördinatie van sensorische informatie

Van water t/m coördinatie van sensorische informatie
Opdracht 2
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Huidverbeterenden massageMBOStudiejaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Van water t/m coördinatie van sensorische informatie
Opdracht 2

Slide 1 - Slide

Doel van deze les
Wat is de werking van cellen in de huid

Hoe werkt de bloedcirculatie van de huid

Hoe werken de zenuwbanen

Hoe werkt het centrale zenuwstelsel

Slide 2 - Slide

Wie was de grondlegger van de pincementmassage in Nederland/
A
Dr. Jaquet
B
Hannie Hakze
C
Adry Hermans
D
Mevrouw Dicks

Slide 3 - Quiz

Waar kijk je naar als je een visuele inspectie doet?
A
Naar de temperatuur en de vochtigheid
B
Naar de spanning tussen de huidweerstand
C
Naar quellungen en Delling en
D
Naar bindweefselzones

Slide 4 - Quiz

Wat wordt verstaan onder de reactiviteit van de huid
A
Dit is de anamnese
B
Dit zijn de temperatuursverschillen in de huid
C
Dit zijn de verkleuringen die ontstaan naar tactiel onderzoek
D
Geen van alle is juist

Slide 5 - Quiz

Water 
De tussenstof bestaat voor 80% uit water

Hoe ouder je wordt hoe minder water in het weefsel

Het gevolg is dat de huidspanning afneemt

De huid wordt dus slapper en de cellen gaan van een sol vorm naar een gelvorm

Slide 6 - Slide

Mastcellen/ mastocyten / mestcellen
Spelen een grote rol bij de beschermingsreactie en de wond reparatie
 

Prikkels zetten mastcellen aan tot het vrijgeven van granulaat


Dit gebeurt onder invloed van allergenen (b.v. pollen)

Slide 7 - Slide

Hierdoor komen de volgende stoffen vrij:
Histamine
Heparine
Hyaluronidase
Serotonine
Chondroitine-B-sulfaat

Slide 8 - Slide

Cellen van Langerhans
- Zijn afkomstig uit het beenmerg
- Vormen het immuunsysteem van de huid
- Bevinden zich voornamelijk in de basaalcellenlaag van de 
   huid

- Het antigeen wordt overgedragen aan de lymfocyten
- De cellen van Langerhans hebben een alarmfunctie en 
   produceren interleukine.  Interleukine zorgt er voor dat   
   lymfocyten worden aangetrokken om te helpen bij de 
   verdediging

Slide 9 - Slide

Wondgenezing 
Reactiefase: Heparine en histamine zorgen voor het stoppen van het bloed van de de wond
Symptomen van een ontsteking:
Roodheid
Warmte
Zwelling
Pijn
Gestoorde functie


Slide 10 - Slide

Wondgenezing 
Regeneratiefase: De fibroblasten zorgen voor bindweefselvorming. De fibroblasten vullen de wond op met jong bindweefsel -->granulatieweefsel.

 
Remoduleringsfase: is er voldoende granulatieweefsel aanwezig en wordt de wond dicht getrokken en het litteken sterker

Slide 11 - Slide

Vascularisatie = bloedvoorziening
De vascularisatie van de huid is een uitgebreide bloedvoorziening. Er worden voedingsstoffen en zuurstof aangevoerd en afvalstoffen en CO2 afgevoerd.


Deze vaten verlopen kronkelend zodat ze goed beschermd zijn tegen rekking van de huid

Slide 12 - Slide

Bloedcirculatie 
Arteriën/ Slagaders

Bouw
Functie
Ligging
Grote slagaders
Kleine slagaders

Slide 13 - Slide

Bloedcirculatie 
Venen/ Aders

Bouw
Functie
Ligging

Slide 14 - Slide

Capillairen/ haarvaten 
Zijn verbindingen tussen kleine slagaders en aders


Bouw:

Functie: slagaderlijk haarvaten

Functie: aderlijke haarvaten

Ligging:

Slide 15 - Slide

Er zijn twee soorten vascularisatie

Slide 16 - Slide

Horizontaal plexus arterieel
Ligt op de grenslaag van de lederhuid --> cutis en de onderhuid --> subcutis

Is slagaderlijk bloed


Geeft afdalende bloedvaten af aan de onderliggende onderhuid en opstijgende bloedvaten af aan de lederhuid


Verzorgen de bloedvoorziening van vetweefsel, spieren, talgklieren , zweetklieren en haarfollikels

Slide 17 - Slide

Cutane plexus
Voor afvoer van het bloed bevinden zicht een aantal netwerken van bloedvaten in de lederhuid
 

Via deze cutaan plexus wordt het bloed afgevoerd vanuit de huid naar de dieper gelegen vaten

Slide 18 - Slide

Arterio-veneuze anastomose 

Slide 19 - Slide

Collaterale bloedvaten 
Collaterale bloedvaten, zijtakken die in dezelfde richting lopen. 

Kunnen de bloedtoevoer overnemen. 

Slide 20 - Slide

Warmteregulatie = arterie-veneuze anastomosen = AVA's
- Zijn verbindingen tussen adertjes en 
   slagadertjes = een verkorte snelweg voor 
   warmte afgiften in de huid
- De zweetklieren worden aangezet tot   
   verhoogde zweetsecretie
- Dit systeem staat onder invloed van het 
   orthosympathische deel van het vegetatieve
   zenuwstelsel
- Bevindt zich boven het onderhuid 
   vetweefsel

Slide 21 - Slide

Precapillaire sfincter
Zijn kleine kringspiertjes die in de capillaire haarvaatjes zitten aan de slagaderlijke kant
 
Deze kringspieren openen en sluiten onder invloed van het orthosympathische (vegetatieve) zenuwstelsel

Het openen en sluiten van de sfincters is mede afhankelijk van de zuurstofbehoefte

Slide 22 - Slide

Lymferegulatie
In de cutis en subcutis liggen de afvoerende lymfevaten.


Tijdens de bindweefselmassage neemt de lymfedrainage toe.


Verbetering plaatselijk metabolisme

Slide 23 - Slide

zenuwcel/ neuronen 
Neurieten/ axonen = beweging  lange uitlopers, motorische zenuw loopt van centraal zenuwstelsel af, voorhoorn efferent = afvoerend geeft effect.

Dendrieten= gevoel = korte uitlopers, sensibele zenuw naar het c.z.s., via achterhoorn = afferent = aanvoeren.

Slide 24 - Slide

Myelineschede: een omhulsel met vetachtige stof wat een isolerende werking heeft en de prikkel geleid
Gemyeliniseerde zenuwvezels --> dikke vezels II en III: neurieten, snelle geleiding, rustige zachte massagetechnieken.


Wordt meestal sederend ervaren en geeft aangename sensatie

Huid en overgangstechniek

Huid en overgangstechniek 

Slide 25 - Slide

Ongemyeliniseerde zenuwvezel 
Ongemyeliniseerde zenuwvezels  --> dunne vezels IV: trage prikkelgeleiding, harde scherpe massagetechnieken
 

Wordt meestal activerend ervaren


Gewebswäche, haal en haaktechniek

Slide 26 - Slide

Motorische eindplaatjes en synaps
Motorisch eindplaatjes:
 
Motorische prikkel

Prikkeloverdracht

Synaps:
Neurotransmitters

Slide 27 - Slide

Het verloop van een prikkel
Er zijn 3 soorten prikkels:
     Animale = bewust
     Autonomen = onbewust
     Reflexprikkel

Slide 28 - Slide

Zenuwbanen
Is de afstand die een prikkel aflegt van de receptor naar de effector.


Zenuwbanen zijn banen die uit bundels zenuwvezels bestaan. Ze vormen belangrijke communicatiekanalen tussen de hersenen en de rest van het lichaam. 

Er zijn twee soorten zenuwbanen.

Slide 29 - Slide

Motorische zenuw:

 
Opgebouwd uit: gebundelde neurieten.

Functie: Geleiden prikkels vanaf het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren. Deze kunnen dan samentrekken of gaan afscheiden.

Bij blokkering: Verlamming

Sensibele zenuw:

 

Opgebouwd uit: gebundelde dendrieten.

Functie: Geleiden prikkels vanuit de omgeving naar het centrale zenuwstelsel.
In de hersenen wordt je dan van deze prikkels bewust.

Bij verstoring: Verandering gevoelswaarneming; tintelingen, pijn of gevoelloosheid.

Slide 30 - Slide

Gemengde zenuwen 
Opgebouwd uit: motorische en sensibele zenuwen; neurieten en dendrieten.
 
Functie: geleiding bewegings- en gevoelsprikkels

Slide 31 - Slide

Zenuwknop/. ganglion
Is een groep zenuwcellen/neuronen met een onderling overeenkomende functie
ligging:

functie:

Slide 32 - Slide

Belangrijke zenuwknopen voor het sympathische zenuwstelsel
Grensstrengen: zijn twee reeksen van zenuwknopen links en rechts van de wervelkolom.
 


Zonnevlecht/ plexus solaris: is een grote zenuwvlecht in de buikholte. Prikkelt de organen die in de buikholte liggen.



Behoren tot het ortho sympatische zenuwstelsel

Slide 33 - Slide

Belangrijke centra van het para-sympathische zenuwstelsel 
  • Het verlengde merg
  • In het gebied van het heiligbeen (nervus pelvicus = bekkenzenuw)
  • De 10de hersenen zenuw (nevus vagus of  zwervende zenuw) 

Slide 34 - Slide

De activerende en remmende werking van de (Otho) sympaticus en de parasympaticus
(Ortho) sympaticus                                                                     Parasympaticus
Remmend op de spijsvertering                                            Activerend op de spijsvertering
Activerend bloedsomloop spieren                                      Activerend bloedsomloop spijsvertering
Activerend op de skeletspieren                                            Ontspannend op de skeletspieren
Activerend op de hartslag                                                        
Noradrenaline  = bloedvat vernauwend                            Acetylcholine = bloedvat verwijden


Slide 35 - Slide

Zenuwuiteinden
Receptoren: tastlichaampjes, de zintuigcellen die de gevoelsprikkels opnemen

Functie:
- Opvang van prikkels of impulsen
- Verwerken van prikkels of impulsen
- Afgeven van prikkels of impulsen aan het centrale 
   zenuwstelsel

Slide 36 - Slide

Sensorische prikkels
Gezichtszintuigen
Gehoorzintuigen
Reukzintuigen
Smaakzintuigen

Slide 37 - Slide

Sensibele prikkels
Tast en druk
        Mechanoreceptoren
                Lichaampjes van Merkel
                Lichaampjes van meissner
                Lichaampjes van vater-pacini
        Thermoreceptoren
                Lichaampjes van Krause
                Lichaampjes van Ruffini
         Pijn
                Vrije zenuwuiteinden

Slide 38 - Slide

Centrale zenuwstelsel

Slide 39 - Slide

Hersenen en hersenstam

Slide 40 - Slide

De grote hersenen = cerebrum
ligging: opgeborgen in de schedel en bestaan uit:
 
linker hersenhelft/ hemisferen- cognitief - denken

rechter hersenhelft/ hemisferen- intuïtief - gevoel

hersenbalk

Hersenschors = Grijs

Binnen- onderkant = Wit ( verbindende zenuwvezels)

hersenvliezen

hersenvocht

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide