Kapitel 5 Schule und Schüler Woche 10

Kapitel 6: Kundendienst und Kassenzettel
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kapitel 6: Kundendienst und Kassenzettel

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
Grammatik herhaling
Hören 
Wörterliste 







Slide 2 - Slide

Proefwerk Duits
29 juni begin toetsweek. (3 weken)

Kapitel 5 und 6
1. Wörterliste
2. Grammatik
3. Leesteksten 

Slide 3 - Slide

S.99 Grammatik Aufgabe 17.4
Bezittelijk voornaamwoord



ein = een
kein = geen

Mannelijk = ein / kein
vrouwelijk = eine / keine 

Slide 4 - Slide

S.99 Grammatik Aufgabe 17.4
Bezittelijk voornaamwoord



Slide 5 - Slide

afkortingen
(m) = mannelijk (der) 
(mv) = meervoud (die)
(v) = vrouwelijk (die)
(o) = onzijdig (das)

Slide 6 - Slide

(mijn) Größe ist M. Und dein?
A
mein
B
meine
C
dein
D
deine

Slide 7 - Quiz

Was ist (jouw) Lieblingsgeschäft? (o)
A
sein
B
seine
C
dein
D
deine

Slide 8 - Quiz

(zijn) Hose (v) ist Schwarz mit Rosa.
A
mein
B
dein
C
seine
D
deine

Slide 9 - Quiz

(haar) Schwester(v) kauft nur Klamotten.
A
meine
B
deine
C
seine
D
ihre

Slide 10 - Quiz

(mijn) Mutter (v) hat eine neue Jacke gekauft.
A
deine
B
meine
C
seine
D
ihre

Slide 11 - Quiz

S.89 Grammatik Aufgabe 11.3

Müssen = moeten

Ich muss
du musst
er/sie/es muss



wir müssen
ihr müsst
sie/Sie müssen


Anke und Lotta müssen noch zum Kaufhaus. 

Slide 12 - Slide

S.89 Grammatik Aufgabe 11.3

wollen = willen

Ich will
du willst
er/sie/es will



wir wollen
ihr wollt
sie/Sie wollen


Wir wollen morgen einkaufen gehen.

Slide 13 - Slide

S.89 Grammatik Aufgabe 11.3

wissen = weten

Ich weiß
du weißt
er/sie/es weiß



wir wissen
ihr wisst
sie/Sie wissen


Du weißt bestimmt, wann der Laden schließt.

Slide 14 - Slide

ich (moeten) um sieben Uhr trainieren.
A
muss
B
musst
C
müssen
D
müsst

Slide 15 - Quiz

Er (weten) die Antwort nicht.
A
weiß
B
weißt
C
wissen
D
wisst

Slide 16 - Quiz

Ihr (moeten) also zuerst einkaufen.
A
muss
B
musst
C
müssen
D
müsst

Slide 17 - Quiz

S.83 Lesen Aufgabe 8.3


Peinliche Shoppingtour

1. Lees eerst de vraag.
2. Dan pas de tekst. 

Richtig oder Falsch

Slide 18 - Slide

S.87 Lesen Aufgabe 10.2


In Nederland koop je je medicijnen bij een drogisterij.
In Duitland bij een Apotheke en niet bij een drogerie

Lees de naam van de winkls en schrijf het product erachter. 

Slide 19 - Slide

S.86 Witz Aufgabe 9.1


TB, bron 9

Lees eerst de vraag, dan pas de tekst. 

Slide 20 - Slide

S.86 Lesen Aufgabe 10.1


TB, bron 10

Gutes Tun?  - Ehrensache!

1. Lees eerst de vraag, 
dan de tekst!!

Slide 21 - Slide

S.89 Lesen Aufgabe 11.2


Bekijk de afbeelding. Schrijf het getal achter het juiste woord. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Hausaufgaben
8.3 + 9.1 + 10.2 + 10.1 + 11.2

Slide 24 - Slide

Hausaufgaben
6.2 + 8.2 + 5.2 + 17.4 

Slide 25 - Slide