2.1 Getallen (toets h1 bespreken) (29 sep)

SO h1
Aan het eind van de les heb ik de toets van h1 besproken
Aan het eind van de les hoofdstuk 2 opgestart
Toets h1 bespreken
H2 opstarten
Maken opdracht 3,4,5,7 en 8 op blz. 60 t/m 62
Kan ik antwoord geven op het doel
geen huiswerk 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

SO h1
Aan het eind van de les heb ik de toets van h1 besproken
Aan het eind van de les hoofdstuk 2 opgestart
Toets h1 bespreken
H2 opstarten
Maken opdracht 3,4,5,7 en 8 op blz. 60 t/m 62
Kan ik antwoord geven op het doel
geen huiswerk 

Slide 1 - Slide

Toets h1 bespreken

Slide 2 - Slide

2.1. Getallen

Slide 3 - Slide

Cijfers
  • We kennen in totaal 10 cijfers waarmee wij getallen kunnen maken. 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 
Waarom 10 niet???

Het getal 35 bestaat uit:
  • Het cijfer 3
  • Het cijfer 5

Slide 4 - Slide

Waarde van getallen
Het getal 35 bestaat uit het cijfer 3 en het cijfer 5. 
  • Het cijfer 3 betekent 3 tientallen (dus 30)
  • Het cijfer 5 betekent 5 eenheden (dus 5)
D   H   T   E
            3   5

Slide 5 - Slide

Waarde van getallen
Het getal 3928,75 bestaat uit 6 cijfers.
  • Het cijfer 3 betekent 3 duizendtallen (dus 3000)
  • Het cijfer 9 betekent 9 hondertallen (dus 900)
  • Het cijfer 2 betekent 2 tientallen (dus 20)
  • Het cijfer 8 betekent 8 eenheden (dus 8)
  • Het cijfer 7 betekent 7 tienden (dus 0,7)
  • Het cijfer 5 betekent 5 honderdsten (dus 0,05)
D   H   T   E  ,  T   H
3    9    2   8  ,  7   5   

Slide 6 - Slide

Grote getallen
  • 1
  • 10
  • 100            
  • 1 000
  • 10 000
  • 100 000
  • 1 00 00 00 
  • etc.

Slide 7 - Slide

opdracht 2 en 6 op blz. 60 en 62 samen

Slide 8 - Slide

Delers
  • Opdracht 10 samen (blz. 63)

  • Deelbaar

Slide 9 - Slide

Veelvouden
Veelvouden van getallen is eigenlijk hetzelfde als de tafels die je op de basisschool geleerd hebt.

Slide 10 - Slide

Even of oneven
Als een getal deelbaar is door 2 is het een even getal.

Voorbeelden van even en oneven getallen?

Slide 11 - Slide

Decimale getallen
Getallen met komma (2,333 en 56,12 bijvoorbeeld).
De getallen achter de komma heten de decimalen.

Slide 12 - Slide

Samen
Opdracht 17 op blz. 65 
&
Opdracht  20 op blz. 66

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maken opdracht 3,4,5,7, 8, 17 en 20 op blz. 60 t/m 66

Ben je klaar? 
Laten zien en nakijken

Nagekeken?
Als je het al af hebt ga je aan de slag met:
qWistig opdrachten op blz. 246 t/m 248
Maak opdracht 1, 3 en 4
timer
1:00

Slide 14 - Slide

Doelen van de les behaald?
Aan het eind van de les weet ik de waarde van verschillende cijfers in getallen
Aan het eind van de les weet ik hoe ik miljoen en miljard moet gebruiken

Slide 15 - Slide

Huiswerk?


Geen huiswerk :)

Slide 16 - Slide