This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 85 min
Items in this lesson
Welkom
Slide 1 - Slide
Planning
Herhaling vorige week
Normen en waarden
Je ziel? - monisme en dualisme
Opdracht "zielfie"
Slide 2 - Slide
Herhaling
Slide 3 - Slide
Nature
Nurture
Aangeboren
Aangeleerd
Tabula rasa
DNA
Slide 4 - Drag question
Jezelf voorstellen
Niveau 1: naam, leeftijd, waar je vandaan komt, hobby's ....
Slide 5 - Slide
Jezelf voorstellen
Niveau 1: naam, leeftijd, waar je vandaan komt, hobby's ....
Niveau 2: Karaktereigenschappen
Slide 6 - Slide
Jezelf voorstellen
Niveau 1: naam, leeftijd, waar je vandaan komt, hobby's ....
Niveau 2: Karaktereigenschappen
Niveau 3: normen en waarden
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Gedragsregels die worden opgesteld obv de waarden die een groep heeft
Waarden
Normen
Slide 9 - Slide
Gedragsregels die worden opgesteld obv de waarden die een groep heeft
Norm = wat je normaal vindt
Waarden
Normen
Slide 10 - Slide
Gedragsregels die worden opgesteld obv de waarden die een groep heeft
Norm = wat je normaal vindt
Een idee wat door iedereen in een groep belangrijk gevonden wordt
Waarden
Normen
Slide 11 - Slide
Gedragsregels die worden opgesteld obv de waarden die een groep heeft
Norm = wat je normaal vindt
Een idee wat door iedereen in een groep belangrijk gevonden wordt
Iets wat je waardeert
Waarden
Normen
Slide 12 - Slide
Gedragsregels die worden opgesteld obv de waarden die een groep heeft
Norm = wat je normaal vindt
vb Als je in de trein stapt wacht je tot mensen zijn uitgestapt
Een idee wat door iedereen in een groep belangrijk gevonden wordt
Iets wat je waardeert
vb geduld
Waarden
Normen
Slide 13 - Slide
Voorbeelden
Norm: als je in de rij staat wacht je je beurt af
Waarde: geduld, respect
Norm: je gaat staan voor oudere/ zwangere mensen
Waarde: respect
Slide 14 - Slide
Voorbeelden
Norm: je mag zeggen wat je denkt
Waarde: vrijheid van meningsuiting
Norm: Je houdt daarbij rekening met gevoelens van de ander
Waarde: gelijke behandeling
Slide 15 - Slide
Bedenk zelf één normen en waarden die jij belangrijk vindt.
Slide 16 - Open question
Je ziel?
2 hoofdvormen:
- monoisme
- dualisme
Slide 17 - Slide
Je ziel
René Descartes --> de mens bestaat uit lichaam en ziel
2 delen dus dualisme
Slide 18 - Slide
2 delen:
- Materiële substantie --> je kunt het aanwijzen
- Denkende substantie --> kun je niet zien/waarnemen
Slide 19 - Slide
Je ziel
René Descartes --> De mens bestaat uit lichaam en ziel
Dualisme: 2 delen die los van elkaar kunnen bestaan
Beide delen werken samen:
Lichaam naar ziel --> via zintuigen komt info je ziel in
Ziel naar lichaam --> je stuurt je lichaam aan, maakt keuzes
Slide 20 - Slide
Dit luik tussen lichaam en ziel zat volgens Descartes hier -->
Pijnappelklier
Slide 21 - Slide
Plato
Plato --> de ziel bestaat uit 3 delen
1. Redelijk deel
2. Emotionele deel
3. Fysieke deel
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Kritiek
Het interactieprobleem:
Hoe kan het dat iets wat je niet kunt aanwijzen, jouw lichaam in beweging kan brengen. Hoe kan de denkende substantie de materiële substantie verplaatsen.
Een spook kan bijvoorbeeld wel door een muur bewegen, maar kan het de muur bewegen?
Slide 24 - Slide
Van dualisme naar ...
monoisme of materialisme
Slide 25 - Slide
Van dualisme naar ...
monoisme of materialisme
Denken en voelen gebeurt niet in je ziel, maar gewoon in je hersenen.
Slide 26 - Slide
Aristoteles
Leerling van Plato, maar had veel kritiek.
Zijn idee van ziel was dat het 3 vermogens had
Beide delen (lichaam en ziel), kunnen niet los van elkaar bestaan
Slide 27 - Slide
3 vermogens van de ziel:
1. vermogen tot leven planten
2. vermogen tot voelen dieren
3. vermogen tot denken mensen
Slide 28 - Slide
Kritiek
Het ervaringsprobleem:
Hoe kan materie (iets wat je aan kan raken) gedachten en gevoelens voortbrengen? Want hersenen zou je aan kunnen raken, gedachten en gevoelens niet.
En waarom kan de materie in ons hoofd wel voelen, maar de materie van een steen niet?
Slide 29 - Slide
Wat denk jij? Lichaam en ziel
A
zijn één
B
kunnen los van elkaar bestaan
Slide 30 - Quiz
Zielfie
Opdracht: je maakt een foto waarin je jouw ziel laat zien. Wat maakt jou nu echt jou, wat vind je belangrijk. Wie bén jij?
Dit doen we in meerdere stappen
Slide 31 - Slide
stap 1 - plan
Voordat je de foto gaat maken, bedenk je hoe de foto eruit ziet.
Dit schrijf je op en zet je in je portfolio
Slide 32 - Slide
Stap 2 - foto
Als je een plan hebt, ga je de foto maken en eventueel nabewerken. De foto komt ook in je portfolio
Slide 33 - Slide
Stap 3 - uitleg
Bij de foto, geef je ook een uitleg. Waarom is wat ik op de foto zie jouw ziel?
Ook leg je uit welk idee van de ziel jij gelooft, en waarom (let dus op de onderbouwing!)
minimaal 200 woorden
Slide 34 - Slide
Stap 4- reflectie
Net zoals de vorige keer ga je ook nu terugkijken naar de opdracht.