Persoonsvorm/onderwerp en lijdendvoorwerp

Goedemorgen ,
Welkom bij Nederlands
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Goedemorgen ,
Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
Startvraag
Les doel bespreken
Herhalen
Aan de slag

Slide 2 - Slide

Startvraag
Alle scholen moeten tegelijk vakantie krijgen

Slide 3 - Slide

Herhalen
Hoe vind ik de persoonsvorm ook alweer?
Hoe vind ik het onderwerp?

Slide 4 - Slide

Les doel
Aan het eind van deze les:
Kun je uitleggen wat een lijdend voorwerp is
Kun je een lijdend voorwerp vinden in een zin

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm/onderwerp en lijdendvoorwerp

Slide 6 - Slide

Hoe vind je pv?
De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Je kan de persoonsvorm in iedere zin vinden op drie verschillende manieren:

1 - De vraagproef: Zij heeft. --> Heeft zij? --> heeft is de persoonsvorm
2 - De tijdproef: Wij spelen. --> Wij speelden. --> spelen is de persoonsvorm
3 - De getalproef: Ik kijk. --> Wij kijken. --> kijk is de persoonsvorm

Slide 7 - Slide

Hoe vind je het onderwerp?
Onderwerp

Het onderwerp in een zin geeft aan wie iets doet of wat er is. Als je het gezegde hebt gevonden dan kan je erachter komen wat het onderwerp is, door jezelf de volgende vraag te stellen:

wie of wat + gezegde?

Bijvoorbeeld: Zij slaan. --> Wie slaat? --> Zij is het onderwerp.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Schrijf van alle volgende zinnen
steeds de persoonsvorm en het onderwerp op!

Slide 10 - Slide

De EHBO'er verzorgde de man op de juiste manier.

Slide 11 - Open question

Op deze manier heb ik er niet heel veel zin meer in.

Slide 12 - Open question

Waarom liep de geirriteerde man boos weg?

Slide 13 - Open question

Een volgende keer gaan we dit op een andere manier oplossen/

Slide 14 - Open question

De scheidsrechter keurde het terecht doelpunt af.

Slide 15 - Open question

De vraag is of het doelpunt buitenspel was.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

Schrijf van de volgende steeds de persoonsvorm onderwerp en het lijdend voorwerp op.

Slide 18 - Slide

Mijn vader leest de krant.

Slide 19 - Open question

Ik koop een nieuwe fiets.

Slide 20 - Open question

Met voetbal maakt hij graag een sliding.

Slide 21 - Open question

Ik wil een nieuwe telefoon kopen.

Slide 22 - Open question

Haar vriendin sprong een gat in de lucht.

Slide 23 - Open question

Sem heeft zijn moeder vanochtend gesproken.

Slide 24 - Open question

Alle mensen hebben vrije tijd nodig.

Slide 25 - Open question

Welke netflix serie kijk jij nu?

Slide 26 - Open question

Ik ga een pizza bestellen.

Slide 27 - Open question

Scrijf hieronder twee zinnen waar een pv een onderwerp en lijdend voorwerp in zit!

Slide 28 - Open question

Laat de lesson up aan meneer van Zomeren zien ter goedkeuring.

Slide 29 - Slide

Aan de slag
Maak de opdrachten van Grammatica paragraaf 6

Slide 30 - Slide