Pro Wonen 3

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Pro Wonen 3

Woon- en leefruimte verzorgen

In welke plaats
woon jij?

In welke provincie ligt jouw woonplaats?

Groningen

Drenthe

Wat voor soort gebied is dat?

Stedelijk

Er een beetje tussenin

Wat is een eenoudergezin

1. Een gezin met kinderen
2. Een gezin met kinderen waar 1 ouder de huishouding doet
3. Een huishouding met 1 ouder en kinderen
4. Een samengesteld gezin

Wat is huisvesting?

1. Een plek om te wonen
2. Hoe een huis eruit ziet
3. Hoeveel mensen ergens wonen
4. De omgeving waar je woont

Wat is een voorbeeld voorzieningen?

1. Een pinautomaat, openbaar vervoer, winkels, scholen
2. De spullen in je huis
3. Buren, dorpen, wijken
4. De buurvrouw bakt een appeltaart voor je

Wat betekent samenleving?

1. De voorzieningen in je omgeving
2. Je doet leuke dingen met vrienden van school
3. Je maakt op school samen een opdracht
4. Je leeft samen in jouw woonomgeving

Voorzieningen in jouw
leefomgeving

Noem een voorbeeld hoe jij woonoverlast kan voorkomen.

Wat doe jij wel eens voor jouw buren?

Boodschappen

Een pakketje aannemen

De container bij de straat zetten

Tijdens de vakantie op de huisdieren passen

Wat betekent housewarming?

1. De verwarming aan doen
2. Een feestje geven om mensen jouw nieuwe huis te laten zien
3. Vloerverwarming laten plaatsen
4. Een feestje geven in een verwarmd huis

Waar moet je aan denken
wanneer je een
"housewarming" geeft?

Pro Wonen 3

Een huis inrichten

Woon jij in een koop of een huurwoning?

Huurwoning

Wat is een plattegrond?

1. Een vergrote tekening van bovenaf gemaakt
2. Vloerbedekking
3. Een verkleinde tekening van bovenaf gemaakt
4. Een plat stukje van een vloer

Waar moet je allemaal
rekening mee houden
wanneer je een huis inricht?

Wat voor soorten kamer
zijn er in een huis?

Wat is zachte vloerbedekking?

1. Tapijt, wol, sisal
2. Laminaat, Sisal en Wol
3. Tapijt, laminaat, tegels
4. Tapijt, zeil en wol

Wat is harde vloerbedekking?

1. Tapijt, Sisal en wol
2. Zeil, Laminaat en tegels
3. Sisal, wol en laminaat
4. Zeil, Tapijt en Tegels

Meubels

Pro Wonen 3

Woonruimte schoonmaken

Welke ruimte moet je dagelijks schoonmaken?

1. De woonkamer
2. De slaapkamer
3. De trap
4. De toilet

Welke taak in
de huishouding doe jij?

Noem een voordeel van een schoon huis en schone spullen

Schoonmaken

Je werkt van...

1. Boven naar beneden en van schoon naar vuil
2. Beneden naar boven en van vuil naar schoon
3. Beneden naar boven en van schoon naar vuil
4. Boven naar beneden van vuil naar schoon

Kopje koffie
valt om

1. Droog vuil
2. Nat vuil

Wat betekent doseren?

1. Veel reinigingsmiddel toevoegen
2. Hoeveel je van een reinigingsmiddel mag gebruiken
3. Weinig gebruiken van een reinigingsmiddel
4. Een dopje vullen met reinigingsmiddel

Sanitaire ruimte

Wat is desinfecteren?

1. Bacteriën en virussen doden
2. Bacteriën doden
3. Reinigen
4. Virussen doden

Kan je desinfecteren zonder te reinigen?

1. Nee, je moet altijd eerst reinigen en dan desinfecteren
2. Ja, desinfecteren is reinigen
3. Nee, je moet altijd eerst desinfecteren en dan reinigen
4. Ja, natuurlijk kan dat!

Huishoudelijke
apparaten