T5 Weektaak 3 2A

Thema 5 Stad en Land
Weektaak 3
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 5 Stad en Land
Weektaak 3

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Mind map

fotosynthese
beginstoffen: 
water en koolstofdioxide
energie: zonlicht
eindstoffen:
glucose en zuurstof

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

In de koolstofkringloop worden dode dieren afgebroken tot anorganische stoffen. Door welke groep wordt dat gedaan?
A
Producenten
B
Reducenten

Slide 5 - Quiz

Weektaak 3
Leerdoelen
Voedselrelaties
Aan de slag

Slide 6 - Slide

Leerdoelen weektaak 3 
  • Je weet wat producenten, consumenten en reducenten zijn en kunt hier voorbeelden van noemen.
  • Je kunt een voedselpiramide maken.
  • Je kunt een voedselweb maken.

Slide 7 - Slide

Voedselketen
Voedselweb
Voedselrelaties
6.2

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Voedselketen
voedselketen = reeks (aantal) organismen. Binnen een voedselketen zie je welke organisme door welke organisme wordt gegeten.
De pijl wijst altijd naar de organisme die de vorige organisme op eet.

Slide 11 - Slide

Waarmee begint iedere voedselketen?
A
Dier
B
Plant
C
Bacterie
D
Schimmel

Slide 12 - Quiz

Op welk plaatje zie je een voedselketen?
A
B
C

Slide 13 - Quiz

voedselketen 
schakel = deel van een voedselketen.

De eerste schakel van een voedselketen is altijd een plant.
De tweede schakel is altijd een planteneter. 
De derde schakel is een vleeseter of alleseter

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Een lieveheersbeestje is een consument van de ..?. orde
A
1ste orde
B
2de orde
C
3de orde
D
4de orde

Slide 18 - Quiz

voedselweb/ voedselketen
Voedselweb = meerder voedselketens bij elkaar.  

De pijl betekent wordt gegeten door.......
de plant -> de sprinkhaan-> de kikker-> de slang-> de uil

Slide 19 - Slide

Hoeveel voedselketens?
Hoeveel voedselketens?
timer
1:00

Slide 20 - Slide

Hoeveel voedselketens?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 21 - Quiz

Voedselrelaties 
Producenten

planten die glucose maken.



Consumenten
1. Planteneters = organismen die planten eten
Vleeseters = organismen die vlees eten 
Alleseters = organismen die en planten en vlees eten. 

Reducenten

Afvaleters /reducenten = eten dode resten van organismen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat zijn consumenten?
A
Dieren
B
Planten
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 24 - Quiz

Wat zijn reducenten?
A
Bacteriën
B
Planten
C
Schimmels
D
Dieren

Slide 25 - Quiz

Kringloop
  • In de natuur worden stoffen steeds opnieuw gebruik. 

  • Reducenten nemen organische stoffen op
    en worden vervolgens omgezet in
    anorganische stoffen.

Slide 26 - Slide

Schimmels behoren tot de reducenten.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Producenten
Reducenten
Consumenten
Afvaleters
Mineralen

Slide 28 - Drag question

Waar horen mensen bij?
A
alles-eters
B
vlees-eters
C
planten-eters
D
mee-eters

Slide 29 - Quiz

Hoeveelste schakel is de koolmees in de volgende voedselketen:
vlierbes -> bladluis -> lieveheersbeestje -> koolmees -> adder -> buizerd

Slide 30 - Open question

Weektaak 3  Wat ga je doen?
Je maakt de opdrachten van de website van week 3
Je maakt met behulp van de knipbladen de 80 opdrachten voedselweb. (print of tekenen)

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

welke hulp kun je krijgen?
-Op het moment dat je de M&N 80 les hebt: Meet & uitleg in lesson-up.
- De lesson-up uitleg wordt gedeeld.
-Na schooltijd ben ik bereikbaar voor vragen via het gedeelde document.

Slide 33 - Slide

Wanneer is het af en hoe lever je het in?
-Je levert het huiswerk voor de volgende 80 les in. (1 week later)
- De weekopdracht lever je in via Showbie.

Slide 34 - Slide

hoe pak je dat aan?
Deel 1:
-Open de website van M&N
- Lees het de theorie goed door
-Je maakt de opdrachten die horen week 3
- je levert een foto van je werk in via Showbie. (met naam en klas)
Deel 2:
- Je gaat naar de 80 opdracht
- Je bekijkt het filmpje
- Je maakt de opdracht in het werkblad: voedselweb.
- Je levert  je opdracht in via Showbie.

Slide 35 - Slide

Wat is het verschil tussen een voedselketen en een voedselweb?

Slide 36 - Open question

Noem een voorbeeld van een producent, reducent en een consument van de 1e orde.

Slide 37 - Open question