LJ2: SO 3.1 t/m 3.3

Biologie
SO 3.1 t/m 3.3
1 / 49
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Biologie
SO 3.1 t/m 3.3

Slide 1 - Slide

Open vragen

Slide 2 - Slide

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 18

Slide 3 - Open question

Hoe komt het dat witte bloedcellen hun functie ook buiten de bloedvaten kunnen vervullen?

Slide 4 - Open question

In de afbeelding is bloedvat P te zien. Welk type bloedvat is P? Leg uit waaraan je dat kunt zien.

Slide 5 - Open question

Waardoor is een slagaderlijke bloeding gevaarlijker dan een bloeding uit een ader?

Slide 6 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 2

Slide 7 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 3

Slide 8 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 4

Slide 9 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 7

Slide 10 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 8

Slide 11 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 9

Slide 12 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 12

Slide 13 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 15

Slide 14 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 16

Slide 15 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 17

Slide 16 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 18

Slide 17 - Open question

In de afbeelding is het bloedvatenstelsel schematisch getekend. Geef de naam van nummer: 19

Slide 18 - Open question

De meeste slagaders bevatten zuurstofrijk bloed.

Welke slagaders bevatten zuurstofarm bloed? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Open question

De samenstelling van het bloed in de poortader kan sterk wisselen. Op een bepaald moment kan dit bloed veel meer voedingsstoffen bevatten.

Leg uit waarom de samenstelling van het bloed in de poortader sterk wisselt.

Slide 20 - Open question

In de afbeelding is de bloedsomloop van een witte haai schematisch getekend.

Heeft een witte haai ook een dubbele bloedsomloop? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open question

Wat gebeurt er met zuurstof en koolstofdioxide in de kleine bloedsomloop van de mens?

Slide 22 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 1

Slide 23 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 2

Slide 24 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 3

Slide 25 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 4

Slide 26 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 5

Slide 27 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 6

Slide 28 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 7

Slide 29 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 9

Slide 30 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 10

Slide 31 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 11

Slide 32 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 13

Slide 33 - Open question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart.

Geef de naam van nummer: 14

Slide 34 - Open question

In afbeelding 2 zie je een kunstmatige hartklep.

Hoe heet de vergelijkbare klep in het hart?

Slide 35 - Open question

Niet alle delen van het hart hebben een even dikke spierwand.

Welk deel van het hart heeft de meest gespierde wand: de linkerboezem, de rechterboezem, de linkerkamer, of de rechterkamer? Leg je antwoord uit.

Slide 36 - Open question

Meerkeuze vragen

Slide 37 - Slide

De volgende zin gaat over slagaders. Maak de zin af.

Het bloed stroomt ...
A
van de organen weg naar het hart toe
B
van het hart weg naar de organen toe

Slide 38 - Quiz

De volgende zin gaat over slagaders. Maak de zin af.

De bloeddruk is ...
A
hoog
B
laag

Slide 39 - Quiz

De volgende zin gaat over slagaders. Maak de zin af.

De wand is ...
A
dun en weinig elastisch
B
dik, stevig en elastisch

Slide 40 - Quiz

De volgende zin gaat over slagaders. Maak de zin af.

De bloedstroom is ...
A
kloppend
B
niet kloppend, regelmatig

Slide 41 - Quiz

De volgende zin gaat over slagaders. Maak de zin af.

Ze liggen meestal ...
A
dieper in het lichaam
B
minder diep in het lichaam

Slide 42 - Quiz

De volgende zin gaat over slagaders. Maak de zin af.

Kleppen zijn ...
A
aanwezig, vooral in de armen en benen
B
niet aanwezig

Slide 43 - Quiz

Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat de bloedsomloop bestaat uit aders en slagaders
B
Omdat het bloed per inloop twee keer door het hart stroomt
C
Omdat het hart zuurstofarm en zuurstofrijk bloed vervoert.

Slide 44 - Quiz

Voedingsstoffen kunnen vanuit het bloed worden afgegeven aan de cellen in de organen.

Is dit vooral een functie van de grote of de kleine bloedsomloop?
A
Van de grote bloedsomloop
B
Van de kleine bloedsomloop

Slide 45 - Quiz

Wat is de functie van de hartkleppen?
A
Verhinderen dat het bloed terugstroomt van de boezems naar de kamers
B
Verhinderen dat het bloed terugstroomt van de kamers naar de boezems
C
Zorgen dat het bloed van de kamers naar de boezems kan stromen
D
Zorgen dat het bloed van de boezems naar de kamers kan stromen.

Slide 46 - Quiz

Via welk bloedvat komt zuurstofrijk bloed het hart binnen?
A
Bovenste holle ader
B
Longader
C
Longslagader
D
Onderste holle ader

Slide 47 - Quiz

Welk deel van het hart pompt bloed in de aorta?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 48 - Quiz

Einde SO
Controleer of je alle vragen hebt beantwoord. Wil je niks meer aanpassen of toevoegen, dan lever je de toets in. 

Slide 49 - Slide