examentraining 6 - Ecosystemen B8, C3 en D5 - PLS1337

Overzicht
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Overzicht

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het einde van dit domein

Begrijp je de samenhang tussen planten, organismen en hun omgeving
Begrijp je hoe organismen zich aanpassen aan hun omgeving
Heb je geleerd over koolstof en stikstofkringloop
Weet je meer over groeicurves in populaties

Slide 2 - Slide

Ecosystemen
Ecosystemen

Alle biotische en abiotische factoren van een ecosysteem hangen samen
Door verschillen in deze factoren ontstaan verschillen in diversiteit tussen en binnen ecosystemen
Iedere soort heeft zijn eigen:
Habitat: leefgebied
Niche (nis): functie binnen een ecosysteem



Slide 3 - Slide

Ecosystemen
Tolerantie
Abiotische en biotische factoren bepalen het functioneren van organismen
Voor elke abiotische factor een optimum-, minimum- en maximumwaarde
Tolerantiegrenzen bepalen het verspreidingsgebied van een soort



Slide 4 - Slide

Ecosystemen
Relaties tussen soorten en individuen


Concurrentie
Predatie
Voortplantingsrelaties
Symbiose
Mutualisme: voordelig voor beide soorten
Commensalisme: voordeling voor één soort, voor de andere soort geen voor- of nadeel
Parasitisme: voordelig voor de ene soort, nadelig voor de andere soort



Slide 5 - Slide

Ecosystemen
Energiestromen en kringlopen

Piramide van biomassa:
Onderste niveau bevat producenten
Hogere trofische niveaus minder biomassa

Dit komt door:
Verbranding
Uitscheiding


Slide 6 - Slide

Ecosystemen
Voedselweb

Meerdere voedselketens
Start altijd met een producent
Elke soort is voedselbron voor het volgende (trofische) niveau


Slide 7 - Slide

Ecosystemen
Successie

Verandering van soortsamenstelling van een levensgemeenschap
Onder invloed van:
Natuurlijke selectie, emigratie en uitsterven van soorten
Klimaat en geologische processen


Slide 8 - Slide

Ecosystemen
Ecologisch 

Dierlijke mest & compost 
Geen biotechnologie 
Geen monocultuur 
Natuurlijke vijanden  

Niet-ecologisch

Kunstmest
Biotechnologie
Monocultuur
Bestrijdingsmiddelen
Voedselproductie

Slide 9 - Slide

Ecosystemen
Koolstofkringloop

Voorbeeld van verstoring:

Versterkt broeikaseffect
Verbranding van fossiele brandstoffen
Meer CO2 in de atmosfeer
Versterkt broeikaseffect --> zeewaterniveau stijgt

Zie Binas


Slide 10 - Slide

Ecosystemen
Stikstofkringloop (zie binas)

Eutrofiëring:
Door mens extra stikstof in het systeem (kunstmest)
Algen gaan snel groeien  maken water troebel
Niet licht genoeg voor waterplanten en wieren --> planten sterven af
Tijdelijk O2 gebrek --> dieren in water sterven
Door rotting dode dieren daalt O2 niveau verder

Zie Binas

Slide 11 - Slide

Ecosystemen
Groei van populaties

Populatietoename wordt geremd door:
- Ziekten
- Voedselschaarste
- Ruimtegebrek
- Toenemend aantal vijanden

Afname wordt geremd door:
- Groter voedselaanbod per individu
- Meer ruimte per individu

Gevolg: populatiedichtheid vertoont in de loop van de tijd schommelingen



Slide 12 - Slide

Ecosystemen
Groeicurves

Beperkte hulpbronnen remmen groei:
- S-vormige groeicurve
- Gevolgd door stabiele populatiegrootte

Onbeperkte hulpbronnen beschikbaar:
- J-vormige groeicurve
- Leidt vaak tot instorten van populatie


Slide 13 - Slide

Ecosystemen
Groeicurves

Beperkte hulpbronnen remmen groei:
- S-vormige groeicurve
- Gevolgd door stabiele populatiegrootte

Onbeperkte hulpbronnen beschikbaar:
- J-vormige groeicurve
- Leidt vaak tot instorten van populatie


Slide 14 - Slide

Ecosystemen
Populatiegrootte


Populatiedichtheid bepalen
1- Aantal dieren vangen, tellen en merken
2- Gemerkte dieren weer terugzetten
3- Opnieuw een aantal dieren vangen
4- Verhouding terug gevangen dieren met merk (t) en totaal aantal dieren tweede vangst (v) = verhouding van totaal aantal gemerkte dieren (m) tot de gehele populatie (p)
t : v = m : p

Populatie (p) = vangst 1 (v) x Vangst 2 (m) / gemerkt (t)

Slide 15 - Slide

Ecosystemen

Slide 16 - Slide

Ecosystemen
Om te onthouden


Let bij een voedselketen op de richting van de pijl: die wijst altijd in de richting van de energiestroom
Bij examenvragen over ecosystemen krijg je vaak veel informatie. Laat je daardoor niet van de wijs brengen, maar probeer de vraag stap voor stap aan te pakken.
Kijk goed wat er gegeven is en wat er wordt gevraagd: eenheid getallen, zijn deze bruto of netto en over welke tijd (dag, maand, jaar) gaan ze?
Er zijn twee soorten groeicurves: een S-curve en een J-curve




Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide