This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
VECO2A
6-12-2024
Hoofdstuk 3
§ 3.2 Winst of verlies?
Slide 1 - Slide
1. Ga naar: LessonUp.app
2. Vul de code in (linksonder!)
3. Vul je eigennaam in.
Slide 2 - Slide
VECO2A
6-12-2024
Hoofdstuk 3
§ 3.2 Winst of verlies?
Slide 3 - Slide
Leerdoelen:
In deze presentatie leer je:
hoe je met een brutowinstopslag de verkoopprijs berekent
hoe je de consumentenprijs berekent
hoe je de brutowinst en het nettoresultaat berekent
hoe je terugrekent van de consumentenprijs naar de prijs exclusief btw
Slide 4 - Slide
Probeer de begrippen:
BTW en Verkoopprijs er bij te betrekken!
Wat weten jullie al over het begrip:
Consumentenprijs
timer
2:00
Slide 5 - Mind map
Verkoopprijs
Verkoopprijs = Inkoopprijs + brutowinstopslag
Brutowinstopslag bestaat uit kosten en uit winst voor de winkelier/bedrijf
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat we het product verkopen tegen de inkoopprijs
Slide 6 - Slide
Verkoopprijs
Verkoopprijs = Inkoopprijs + brutowinstopslag
In schema:
Brutowinstopslag bestaat uit kosten en uit winst voor de winkelier/bedrijf
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat we het product verkopen tegen de inkoopprijs
Slide 7 - Slide
Verkoopprijs
Verkoopprijs = Inkoopprijs + brutowinstopslag
In schema:
Brutowinstopslag bestaat uit kosten en uit winst voor de winkelier/bedrijf
Voorbeeldvraag:
Inkoopprijs per tv: €1000,- Brutowinstopslag: 30%
Wat is de verkoopprijs?
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat we het product verkopen tegen de inkoopprijs
Slide 8 - Slide
Verkoopprijs
Verkoopprijs = Inkoopprijs + brutowinstopslag
In schema:
Brutowinstopslag bestaat uit kosten en uit winst voor de winkelier/bedrijf
Voorbeeldvraag:
Inkoopprijs per tv: €1000,- Brutowinstopslag: 30%
Wat is de verkoopprijs?
1000 x 0,3 = 300 + 1000 = €1300,-
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat we het product verkopen tegen de inkoopprijs
Slide 9 - Slide
Vul de tabel in:
Slide 10 - Drag question
Werk de vraag uit.
Voorbeeld:
Inkoopprijs per tv: €528,- Brutowinstopslag: 25%
Voorbeeld:
Inkoopprijs per tv: €528,- Brutowinstopslag: 25%
Vraag:
Inkoopprijs per tv: €528,-
Brutowinstopslag: 25%
Wat is de verkoopprijs?
Hulp nodig? Druk op bewaren en daarna op toonuitleg
Slide 11 - Open question
Antwoord:
Vraag:
Inkoopprijs per tv: €528,-
Brutowinstopslag: 25%
Wat is de verkoopprijs?
Slide 12 - Slide
Antwoord:
Vraag:
Inkoopprijs per tv: €528,-
Brutowinstopslag: 25%
Wat is de verkoopprijs?
Slide 13 - Slide
Antwoord:
Vraag:
Inkoopprijs per tv: €528,-
Brutowinstopslag: 25%
Wat is de verkoopprijs?
Slide 14 - Slide
Consumentenprijs
Consumentenprijs = Verkoopprijs + 9% of 21% btw.
9% voor bijvoorbeeld medicijnen of kunst (boeken etc.)
21% is het algemene btw percentage
Slide 15 - Slide
Consumentenprijs
Consumentenprijs = Verkoopprijs + 9% of 21% btw.
In schema:
9% voor bijvoorbeeld medicijnen of kunst (boeken etc.)
21% is het algemene btw percentage
Slide 16 - Slide
Consumentenprijs
Consumentenprijs = Verkoopprijs + 9% of 21% btw.
In schema:
9% voor bijvoorbeeld medicijnen of kunst (boeken etc.)
21% is het algemene btw percentage
Voorbeeld:
Verkoopprijs per tv: €700,- Btw: 9%
Wat is de consumentenprijs?
Slide 17 - Slide
Consumentenprijs
Consumentenprijs = Verkoopprijs + 9% of 21% btw.
In schema:
9% voor bijvoorbeeld medicijnen of kunst (boeken etc.)
21% is het algemene btw percentage
Voorbeeld:
Verkoopprijs per tv: €700,- Btw: 9%
Wat is de consumentenprijs?
700 x 0,09 = 63 + 700 = €763,-
Slide 18 - Slide
Vul de tabel in:
Slide 19 - Drag question
Werk het voorbeeld uit.
Voorbeeld:
Inkoopprijs per tv: €528,- Brutowinstopslag: 25%
Voorbeeld:
Inkoopprijs per tv: €528,- Brutowinstopslag: 25%
Vraag:
Verkoopprijs per tv: €660,-
Btw: 21%
Wat is de consumentenprijs?
Hulp nodig? Druk op bewaren en daarna op toonuitleg
Slide 20 - Open question
Antwoord:
Vraag:
Verkoopprijs per tv: €660,-
Btw: 21%
Wat is de consumentenprijs?
Slide 21 - Slide
Antwoord:
Vraag:
Verkoopprijs per tv: €660,-
Btw: 21%
Wat is de consumentenprijs?
Slide 22 - Slide
Antwoord:
Vraag:
Verkoopprijs per tv: €660,-
Btw: 21%
Wat is de consumentenprijs?
Slide 23 - Slide
De inkoopprijs van een tv is €820,-. De brutowinstopslag is 30% van de inkoopprijs De btw is 21% Wat is het consumentenprijs?
Slide 24 - Open question
Antwoord:
Inkoopprijs
Brutowinstmarge
Verkoopprijs
Btw
Consumentenprijs
De inkoopprijs van een tv is €820,-.
De brutowinstopslag is 30% van de inkoopprijs
De btw is 21%
Wat is het consumentenprijs?
€820,-
€246,-
€1.066,-
€223,86
€1.289,86
820 x 0,30
1066 x 0,21
------------- +
------------- +
Slide 25 - Slide
Omzet, brutowinst, nettoresultaat
Omzet (Verkoopopbrengst) = het totaalbedrag dat je door de verkoop van goederen of diensten ontvang.
Slide 26 - Slide
Omzet, brutowinst, nettoresultaat
Omzet (Verkoopopbrengst) = het totaalbedrag dat je door de verkoop van goederen of diensten ontvang.
Brutowinst = Omzet - inkoopwaarde
Slide 27 - Slide
Omzet, brutowinst, nettoresultaat
Omzet (Verkoopopbrengst) = het totaalbedrag dat je door de verkoop van goederen of diensten ontvang.
Brutowinst = Omzet - inkoopwaarde
Nettoresultaat = brutowinst - bedrijfskosten
Dit kan nettowinst of nettoverlies zijn.
Slide 28 - Slide
Vul de tabel in:
Slide 29 - Drag question
Een telefoonwinkel heeft een omzet behaald van €194.880. De inkoopwaarde van de tassen is €76.400 De bedrijfskosten van de winkel zijn €61.200. Wat is het nettoresultaat?
Slide 30 - Open question
Antwoord:
Omzet
Inkoopwaarde
Brutowinst
Bedrijfskosten
Nettoresultaat
Een telefoonwinkel heeft een omzet behaald van €194.880.
De inkoopwaarde van de tassen is €76.400
De bedrijfskosten van de winkel zijn €61.200.
Wat is het nettoresultaat?
€194.880,-
€76.400,-
€118.480,-
€61.200,-
€57.280,-
Nettowinst!
------------- -
------------- -
Slide 31 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
De consumentenprijs van een fiets is € 1.258,40 incl. 21% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
Slide 32 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
De consumentenprijs van een fiets is € 1.258,40 incl. 21% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
Slide 33 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
De consumentenprijs van een fiets is € 1.258,40 incl. 21% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
Slide 34 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
100%
21%
121%
De consumentenprijs van een fiets is € 1.258,40 incl. 21% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
Slide 35 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
100%
21%
121%
De consumentenprijs van een fiets is € 1.258,40 incl. 21% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
121% = €1.258,40
Slide 36 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
100%
21%
121%
De consumentenprijs van een fiets is € 1.258,40 incl. 21% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
121% = €1.258,40
1% = €1.258,40 ÷ 121 = 10,40
Slide 37 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
100%
21%
121%
De consumentenprijs van een fiets is € 1.258,40 incl. 21% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
121% = €1.258,40
1% = €1.258,40 ÷ 121 = 10,40
Slide 38 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
100%
21%
121%
De consumentenprijs van een fiets is € 1.258,40 incl. 21% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
121% = €1.258,40
1% = €1.258,40 ÷ 121 = 10,40
100% = 10,40 x 100 = €1.040,-
Slide 39 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
100%
21%
121%
De consumentenprijs van een fiets is € 1.258,40 incl. 21% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
121% = €1.258,40
1% = €1.258,40 ÷ 121 = 10,40
100% = 10,40 x 100 = €1.040,-
Of in 1 keer: €1.258,40 ÷ 121 x 100
Slide 40 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
De consumentenprijs van een medicijn is € 2,65 incl. 9% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
Slide 41 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
100%
9%
109%
De consumentenprijs van een medicijn is € 2,65 incl. 9% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
Slide 42 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
100%
9%
109%
De consumentenprijs van een medicijn is € 2,65 incl. 9% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
Slide 43 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
100%
9%
109%
De consumentenprijs van een medicijn is € 2,65 incl. 9% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
109% = €2,65
1% = 2,65 ÷ 109 = 0,02431....
Let op: Nog niet afronden!
Slide 44 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
100%
9%
109%
De consumentenprijs van een medicijn is € 2,65 incl. 9% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
109% = €2,65
1% = 2,65 ÷ 109 = 0,02431....
100% = 0,02431... x 100 = €2,43
Let op: Nog niet afronden!
Slide 45 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs excl. btw
Verkoopprijs
+ btw
= consumptieprijs
100%
9%
109%
De consumentenprijs van een medicijn is € 2,65 incl. 9% btw.
Hoeveel is de prijs exclusief btw?
109% = €2,65
1% = 2,65 ÷ 109 = 0,02431....
100% = 0,02431... x 100 = €2,43
Of in 1 keer: €2,65 ÷ 109 x 100
Let op: Nog niet afronden!
Slide 46 - Slide
Een laptop kost €2.516,80 inc. 21% btw. Hoeveel is de prijs exclusief btw?