3.7 grammatica

lege les
grammatica
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

lege les
grammatica

Slide 1 - Slide

lege les
eerst even herhalen:

Persoonsvorm
onderwerp
zinsdeelproef

Slide 2 - Slide

lege les
persoonsvorm

  • bijna altijd 1 woord
  • vorm van het werkwoord
  • staat in EV of MW
  • staat in TT of VT

PV vinden door tijdproef

Slide 3 - Slide

lege les
onderwerp
geeft aan wie of wat iets doet

onderwerp en PV horen bij elkaar:
  1. ze staan meestal naast elkaar
  2. PV enkelvoud, Onderwerp ook ( zelfde bij MV)

Slide 4 - Slide

lege les
Zinsdeelproef

Mijn klas gaat een kunstwerk maken van  lege frisdrankflessen.

  1. onderstreep de PV
  2. zet voor en achter de PV een streep
  3. verander de volgorde van de zin
  4. zet de zinsdeelstrepen op de juiste plek

Slide 5 - Slide

lege les
nu gaan we verder:

Slide 6 - Slide

lege les
in deze paragraaf leer je:

  • hoe je het werkwoordelijk gezegde vindt
  • hoe je onderwerp vindt
  • hoe je lijdend voorwerp vindt

Slide 7 - Slide

lege les
maken instap opdracht 1 en 3

Slide 8 - Slide

lege les
werkwoordelijke gezegde (WG)

  • staan er meer WW in een zin, dan vormen zij het WG.

  • worden in zinnen aan het  of te gebruikt? dan horen deze ook bij het WG
  • splitsbare WW ( opbellen, afwassen)


Slide 9 - Slide

lege les
onderwerp  vinden  deel 2 

  • wie/wat + WG?
  • verander de PV van getal  (MV -> EV of EV -> MV)


LET OP: gebiedende wijs zin heeft GEEN onderwerp

Slide 10 - Slide

lege les
instaptoets

minder dan 2 fout
maken opdracht  4, 7, 9

meer dan 2 fout
maken opdracht 4,8,10

Slide 11 - Slide

lege les
lijdend voorwerp

wie/wat + WG + O

  • LV komt voor in zinnen met WW waar je  iets of iemand voor kunt zetten.
  • LV begint nooit met een voorzetsel

Slide 12 - Slide

lege les
  • Thomas heeft zijn huiswerk gemaakt.

  •  
  • Wie/wat heeft Thomas gemaakt? zijn huiswerk = LV

Slide 13 - Slide

lege les
maken opdracht 13, 15, 18, 19

maken opdracht 13, 15, ,18, 19

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

welke vraag moet je stellen om het onderwerp in de zin te vinden?

Slide 16 - Open question

welke vraag moet ik stellen om het lijdend voorwerp te vinden?

Slide 17 - Open question

schrijf de PV op uit de volgende zin:
'Het wordt morgen mooi weer'

Slide 18 - Open question

Het spieken leverde hem een onvoldoende op.
"hem" is het LV in de zin
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

lege les
oefenblad zinsdelen maken
(usb stick)

Slide 20 - Slide