What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz H22 Spelling H1+H2 en Woordenschat H1
Spelling H1+H2 & Woordenschat H1
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling H1+H2 & Woordenschat H1
Slide 1 - Slide
Leestekens en hoofdletters
Slide 2 - Slide
Wanneer gebruik je een komma? (meerdere antwoorden mogelijk)
Slide 3 - Open question
Waar moeten de hoofdletters?
Ik vind mevrouw de goede heel aardig.
A
Mevrouw de Goede
B
Mevrouw De goede
C
mevrouw de Goede
D
mevrouw De Goede
Slide 4 - Quiz
Welk leesteken moet je gebruiken?
Jeroen heeft vandaag vrij [...] zijn lessen zijn afgelast.
A
komma ,
B
dubbele punt :
C
puntkomma ;
Slide 5 - Quiz
Welk leesteken moet je gebruiken?
Ik vind het geen leuke broek [...] maar je moet het zelf weten.
A
komma ,
B
dubbele punt :
C
puntkomma ;
Slide 6 - Quiz
Welk leesteken moet je gebruiken?
Lotte houdt helemaal niet van kunst [...] toch gaat ze mee naar de expositie!
A
komma ,
B
dubbele punt :
C
puntkomma ;
Slide 7 - Quiz
Werkwoordspelling
Slide 8 - Slide
Wat weet jij over de gebiedende wijs?
Slide 9 - Open question
Wat is de juiste vervoeging?
_______(worden) lid van onze studentenvereniging!
A
word
B
wordt
Slide 10 - Quiz
Wat is de juiste vervoeging?
______(worden) meneer Janssen onze nieuwe mentor?
A
word
B
wordt
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste vervoeging?
_______(vinden) je het geen lastige opdracht?
A
vind
B
vindt
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste vervoeging?
Hij _______ (joggen) gisteren langs de mooie grachten van Zwolle.
A
jogte
B
joggde
C
jogde
D
joggte
Slide 13 - Quiz
Wat is de juiste vervoeging?
Zij heeft hem ________ (tackelen).
A
getackled
B
getackelt
C
getacklet
D
getackeld
Slide 14 - Quiz
Vergelijkingen
Slide 15 - Slide
Noteer een vergelijking met de betekenis ''Heel erg doof zijn''
Slide 16 - Open question
Maak de vergelijking af:
Vechten als een ...
A
paard
B
hond
C
leeuw
D
kat
Slide 17 - Quiz
Welk woord past het beste?
Onze keukens worden altijd ______ geleverd met een vaatwasser.
A
relatief
B
standaard
C
gangbaar
D
recent
Slide 18 - Quiz
Welke vergelijking past bij de zin?
De docent heeft alles goed uitgelegd; het is ______________.
A
zo klaar als een klontje
B
zo eerlijk als goud
C
zo oud als de weg naar Rome
D
buigen als een knipmes
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
2Hb - herhaling Spelling + Woordenschat
November 2021
- Lesson with
50 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Nieuw Nederlands Spelling H1, H2, H3
November 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
NN5 Woordenschat H1 H2 HAVO 3 - Beeldspraak
October 2020
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
D3 leestekens, h1 woordenschat (les 2)
September 2021
- Lesson with
47 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Vwo 1 oefenvragen H1 H2
November 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
4GTL formatieve toets lezen woordenschat taalverzorging H1 en H2
January 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Kunst
January 2021
- Lesson with
18 slides
Geschiedenis
Secundair onderwijs
M2 Week 15 les ww spelling vt en leestekens
December 2022
- Lesson with
22 slides
Nederands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2