Module 2 3.1 en 3.2

Welke kleur heeft consumenten surplus?
A
Groen
B
Blauw
C
Rood
D
Geel
1 / 37
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Welke kleur heeft consumenten surplus?
A
Groen
B
Blauw
C
Rood
D
Geel

Slide 1 - Quiz

Hoe groot is het producenten surplus?
A
64
B
14
C
16
D
112

Slide 2 - Quiz

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen, weet je hoe een prijs tot stand komt, kun je het vraag en aanbod overschot berekenen en ken je de oorzaken van het verschuiven van de vraag en aanbodlijn.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Stappenplan Evenwichtsprijs
1: Evenwichtsprijs: Qv= Qa (gelijk stellen)
2: Evenwichtshoeveelheid: vul p in voor Qa of Qv
3: Evenwichtsomzet: Hoeveelheid x prijs

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Verschuiving van de vraaglijn
Verandering van de vraaglijn naar rechts. 
  • het inkomen/budget stijgt
  • concurrerend/substitueerbaar product wordt duurder of complementair goed goedkoper
  • individuele voorkeuren veranderen, mensen willen product nu liever hebben 
  • exogene factoren, zoals mooi weer

Slide 18 - Slide

Verschuiving van de lijn
Toename: verschuiving naar rechts.
Afname: verschuiving naar links.

Slide 19 - Slide

Samenvatting

Slide 20 - Slide

Wat bepaalt de evenwichtsprijs?
A
Dit is afhankelijk van de inflatie
B
Dit wordt door de overheid bepaald
C
Vraag en Aanbod

Slide 21 - Quiz

Qa = 1,5P – 7
Qv = -P + 18
Bereken de evenwichtsprijs en -hoeveelheid
A
P = 10 q = 18
B
P = 10 q = 8
C
P = 12,50 q = 11,75

Slide 22 - Quiz

qa = 4P - 120
qv = -2P +240
Bereken de evenwichtshoeveelheid
A
q = 120
B
q = 120 stuks
C
q = 240 stuks
D
q = # 12

Slide 23 - Quiz

Bereken bij p =2
Qv en Qa
A
Qv > Qa dus een vraagoverschot
B
Qv>Qa dus een aanbodoverschot
C
Qv < Qa dus een vraagoverschot
D
Qv < Qa dus een aanbodoverschot

Slide 24 - Quiz

De prijs van een product is € 2,-.
De evenwichtsprijs is € 2,20.
A
Er is sprake van een aanbodoverschot
B
Er is geen sprake van een overschot
C
Er is geen sprake van een tekort
D
Er is sprake van een vraagoverschot

Slide 25 - Quiz

Wanneer is er sprake van een verschuiving OP de vraaglijn?
A
Als de behoeften van de consument verandert
B
Als de prijs van het product verandert
C
Als de prijs van andere producten verandert

Slide 26 - Quiz

Wat is het gevolg voor de evenwichtsprijs wanneer de aanbodlijn naar rechts verschuift.
A
de evenwichtsprijs daalt.
B
de evenwichtsprijs stijgt.

Slide 27 - Quiz

Door het coronavirus daalt het inkomen van veel mensen. Ze hebben niet veel geld meer over voor een nieuwe auto. Hierdoor:
A
Vindt er een verschuiving plaats naar rechts op de vraaglijn
B
Vindt er een verschuiving plaats naar links op de vraaglijn
C
Vindt er een verschuiving plaats naar rechts van de hele vraaglijn
D
Vindt er een verschuiving plaats naar links van de hele vraaglijn

Slide 28 - Quiz

Wat kan een reden zijn voor deze verschuiving van de vraaglijn?
A
Afname van het aantal consumenten
B
Verslechtering kwaliteit concurrerende producten
C
Toename besteedbaar inkomen
D
Toename productiviteit

Slide 29 - Quiz

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen, weet je hoe een prijs tot stand komt, kun je het vraag en aanbod overschot berekenen en ken je de oorzaken van het verschuiven van de vraag en aanbodlijn.

Slide 30 - Slide

In welke mate zijn de lesdoelen behaalt?
0100

Slide 31 - Poll

Zijn er nog vragen en/of onduidelijkheden?

Slide 32 - Open question

Huiswerk
Digitaal maken module 2 hoofdstuk 3 vraag 1 t/m 13

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video